In dit bestand vind je uitgebreide hoorcollege aantekeningen van week 1 tot en met 6 van het vak Communicatie- en mediarecht. Door deze aantekeningen goed door te nemen heb ik een 8 kunnen halen op dit vak. Dat gaat jou met deze aantekeningen ook zeker lukken!
,Week 1, Media en een democratische rechtsstaat
De bedoeling van dit vak is om een mensenrechtelijke basis te bieden voor IT recht
studenten ten aanzien van de informatie grondrechten. Hoever reikt de
grondwetbescherming en hoe wordt bepaald wat wel en niet mag? De rode draad is
de rol van de pers en media. Wat we zien is dat de rol van de media overgenomen
wordt door het internet.
Uitingsvrijheid
We gaan kijken naar de fundamenten. Dit is hele oude rechtspraak van het College
van de Rechten van de Mens. Heel veel meningen die wij horen die
beschermingswaardig zijn, vinden we niet leuk. Die meningen kunnen namelijk
kwetsend zijn. Waar ligt dan de grens of het wel of niet mag? We kijken in dit college
naar de volgende beperkingsgronden :
a. Rechterlijke onafhankelijkheid
b. Kunst en satire
c. Rol media als internet geheugen
We gaan vooral kijken naar artikel 10 EVRM en de rechtspraak van het Europese Hof
en het Straatsburgs hof. Deze rechtspraak speelt een belangrijkere rol dan de
Nederlandse grondwet. Dit komt omdat de Nederlandse rechter niet aan de grondwet
mag toetsen. Hij mag wel toetsen aan verdragen. Hierdoor is het EVRM een veel
levendiger document dan dat de Grondwet dat is.
Artikel 10 EVRM :
a. Mening koesteren
b. Inlichtingen of denkbeelden ontvangen (ontvangen/vergaren)
Nieuwsgaring is volgens het hof een belangrijk element van de democratische
rechtsstaat.
c. Inlichtingen of denkbeelden verstrekken (uiten, verspreiden)
Onder de vrijheid van meningsuiting valt ook het middel waarmee je je zou willen
uiten. Het gaat ook om het uiten van denkbeelden of kunst, tekening, strip etc.
Het Hof richt zich vooral op journalisten. Dit is natuurlijk historisch bepaald. Het is
nog niet zo lang gelden dat het internet veel minder belangrijk was. Vroeger kwam je
via de krant, tv of radio aan je informatie. Dus vandaar dat het hier meer op is
gericht. De bescherming van journalisten was de kern van de vrijheid van
meningsuiting.
Het recht op vergaren van informatie geldt voor iedereen, maar met name
journalisten doen daar een beroep op. Journalisten worden in rechtspraak Hof
aangeduid als waakhond van de maatschappij. Maar inmiddels kunnen ook
bloggers en vloggers die bijdragen aan het publieke debat social watchdogs zijn (dit
kwam ook naar voren in inleiding IT-recht.
,Handyside 1976
Handysite was een Britse uitgever die het kleine rode schoolboekje ging uitgeven dat
geschreven was door twee Denen. Dit boek was geïnspireerd op het boekje van
Nano. Het was gericht op scholieren. In het boekje stonden allemaal dingen die niet
gewenst waren. Er stond onder andere in dat je niet naar altijd je ouders of docenten
hoefde te luisteren, seks niet verkeerd was en drugs oké waren. Er werden
maatregelen getroffen door de Britse autoriteit doordat het in strijd was met het
moraal en de goede zeden. De oplage van het boekje werd uit de handel gehaald.
Deze maatregel vond de uitgever in strijd met artikel 10 EVRM. Het Hof zegt dat de
uitingsvrijheid de hoeksteen van een democratische samenleving is en een
basisvoorwaarde voor de ontwikkeling van de mens is. Hij benadrukt hier hoe
belangrijk de uitingsvrijheid is.
De uitingsvrijheid geldt met name voor die meningen die wij niet graag horen
(information or ideas … that offend, shock, distrub the State or any sector of the
population). De meningen die wij graag willen horen en waar we het mee eens zijn
hoeven namelijk niet beschermd te worden, maar het uiten van meningen brengt wel
verplichtingen en verantwoordingen met zich mee. Je moet dus wel alle meningen
kunnen uiten, maar dat betekent niet dat je alles maar mag zeggen. Een mening kan
wel beledigend zijn, maar de uitingsvrijheid houdt niet een recht tot
belediging in, maar ook geen recht om niet beledigd te worden. Beledigen is
ook heel subjectief. De één vindt het wel beledigend en de ander niet. Het Hof
stimuleert het debat hierin en vind in plaats van direct naar de rechter te stappen om
te vragen of iemand zijn mond wil houden.
Het verbod op dit boekje mocht in die tijd verboden worden door de Britse
autoriteiten. Het Hof wil zich niet teveel bemoeien met de normen die per land
kunnen verschillen. Het Hof wil niet op de stoel van de autoriteit gaan zitten bij deze
beoordeling.
Sunday Times Arrest
Hierin gaf het Hof aan volgens welke systematiek je beperking van de grondrechten
beoordeelt. Sunday Times was een krant en wilde een artikel publiceren over de
Softanol affaire. Softanol was een medicijn dat werd voorgeschreven (in een periode
van ongeveer 2 jaar) aan zwangere vrouwen. Als zij dit slikten dan kregen ze vaak
misvormde kinderen. Dit begon op te vallen in de jaren 50 van de vorige eeuw. De
Duitse fabrikant promootte dit medicijn. De Sunday Times schreef een artikel over de
rechtszaak die de ouders hadden aangespannen tegen dit bedrijf. De fabrikant vond
dit niet fijn. Sunday Times stelde dat het bedrijf het gevolg van dat gebruik van het
medicijn wist en hebben ondanks dat zij het wisten, het medicijn gepromoot. De
fabrikant wilde natuurlijk niet dat dit artikel in de krant zou komen te staan en vroeg
de overheid het artikel te verbieden. De overheid zorgde ervoor dat het artikel niet
gepubliceerd mocht worden. Hier was Sunday Times het niet mee eens en ging naar
het Hof.
Het Hof bepaalde dat het niet mogen publiceren van het artikel, niet in strijd was met
artikel 10 EVRM. De rechtszaak waar het artikel over ging was namelijk nog aan de
gang. De rechter was er nog mee bezig en moest dus nog onafhankelijk zijn oordeel
vormen. In het verenigd koninkrijk mocht je niet schrijven over zaken waar ze nog
mee bezig waren : contempt of court. Dit is een beperking van artikel 10 EVRM. (Dit
staat in artikel 10 lid 2 EVRM laatste zin)
Het Hof zegt dat er een ingreep door de overheid is in de rechten van de krant om al
dan niet te publiceren. Maar het is pas een inbreuk als de ingreep niet voldoet aan de
, beperkingssystematiek van artikel 10 lid 2 EVRM. Die beperkingssystematiek van 10
EVRM en 8 EVRM zijn grotendeels hetzelfde. Maar de redenen waardoor je mag
beperken zijn anders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rieneke_moniek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.
