Samenvatting van het vak Methoden Communicatiewetenschap aan de Radboud Universiteit in Nijmegen voor de pre-master Communicatiewetenschap. Vak gegeven door Maartje Cobussen.
Het tentamen bestaat uit meerkeuze en open vragen. In deze samenvatting vind je alle stof uit de hoorcolleges (inclusief web...
Samenvatting Methoden Communicatiewetenschap
Hoorcollege week 1
Waarom onderzoek?
Kennisprobleem oplossen
- Beschrijvingsvraag: stand van zaken (cross-sectioneel), ontwikkeling (longitudinaal),
vergelijking (comparatief)
- Verklaringsvraag: oorzaken opsporen of op hun werking onderzoeken
- Toetsingsvraag: is het waar dat …?
Praktijkproblemen
- Ontwerpvraag: Wat is de beste aanpak?
- Evaluatievraag: Wat is het effect van een bepaalde maatregel?
In deze cursus vooral gericht op fundamenteel onderzoek.
Theorie: centraal in de empirische cyclus.
Functie:
- Beginpunt onderzoek bij deductieve benadering
- Eindpunt onderzoek bij inductieve benadering
Conceptueel model is grafische weergave van de theorie:
- Variabelen
- Relaties tussen variabelen (= je hypothesen)
Typen verbanden:
- Direct effect: X Y
- Indirect effect (mediatie) (te herkennen aan het woord: omdat). Ook wel
‘verklaring’ genoemd.
T
X Y
- Interactie (moderatie)
T
X Y
- Schijnverband
T
X Y
Beoordelingscriteria:
- Betrouwbaarheid: Is de uitspraak geen toevalstreffer?
- Geldigheid (validiteit): Dekt de uitspraak de werkelijkheid?
- Bruikbaarheid
o Wetenschappelijke relevantie
o Maatschappelijke relevantie
Meten van variabelen: betrouwbaarheid
, - Test-hertest betrouwbaarheid: zelfde test tweemaal afnemen, vergelijk de
scores
- Test-paralleltest betrouwbaarheid: vergelijk testscores met scores op andere
tests die zelfde beoogt te meten
- Split half betrouwbaarheid: test in tweeën, vergelijk scores op beide helften
- Interne consistentie: vergelijk scores op items die hetzelfde meten. Cronbachs
Apha (tussen 0 en 1),
- Interbeoordelaars- of intercodeursbetrouwbaarheid: vergelijk beoordelingen
meerdere beoordelaars.
Meten van variabelen: validiteit
- Inhoudsvaliditeit: wordt begrip goed ‘afgedekt’ door meetinstrument?
- Soortgenotenvaliditeit: vergelijken testscores met scores op soortgelijke tests
- Convergente validiteit: vergelijken testscores met scores op andere typen test
die hetzelfde beogen te meten
- Construct- of begripsvaliditeit: hangen testscores samen met andere scores of
voorspelling vanuit de theorie?
- Predictieve validiteit: ‘Voorspellende kracht’
Hoorcollege week 2: survey (weblecture)
Kenmerken survey:
Eenmalige meting
Grootschalig (veelheid van objecten). Hoe groter je steekproef, hoe nauwkeuriger de
schattingen zijn die je maakt op basis van je steekproef.
Cross-sectie dwarsdoorsnede
Gestandaardiseerde waarnemingsmethode
Statistisch generaliseren naar grotere populatie
Vraagstellingen:
Methodologisch:
- Beschrijving maatschappelijke verschijnselen
- Verklaren van maatschappelijke verschijnselen of van relaties tussen maatschappelijke
verschijnselen
- Toetsing van theorieën
Cultivatietheorie: relatie tussen blootstelling tv en attituden t.a.v. etnische dreiging en
criminaliteit (voorbeeldonderzoek).
Kenmerken:
- Attituden, houdingen, motieven en gevoelens, kennis
- Gedrag dat niet observeerbaar is (stemgedrag, seksualiteit)
- Gedrag dat wel observeerbaar is (goedkoper!)
- Gedrag uit het verleden of toekomst
Eigenlijk kan alles met surveyonderzoek, behalve longitudinaal onderzoek.
, Waarnemingsmethoden (wijze waarop de waarnemingsmethoden worden verricht)
Waarnemingsinstrument
- Gestructureerde vragenlijst
- Voornamelijk gesloten vragen
- Afnameprocedure identiek (training interviewers) betrouwbaarheid
Ondervraging
- Persoonlijk
- Telefonisch
- Schriftelijk
- Via internet
Keuze o.b.v. organisatie veldwerk, complexiteit en inhoud vragenlijst en kwaliteit
gegevens
Non-respons heeft negatieve invloed op betrouwbaarheid en populatievaliditeit.
Betrouwbaarheid van de operationalisering heeft niets te maken met non-respons. Het gaat
hier om de betrouwbaarheid van de steekproef (nauwkeurigheid en externe validiteit zijn
hierbij belangrijk).
Populatievaliditeit hoeft niet beïnvloedt te worden door non-respons. Hangt af van de
representativiteit van je steekproef. Selectieve non-respons, dan heeft de populatievaliditeit
wel negatieve invloed.
Interne validiteit heeft te maken met de tijdsvolgorde en storende variabelen (ingrijpen).
Belangrijke aandachtspunten bij een survey:
Survey = eenmalige, grootschalige gestandaardiseerde ondervraging met het oog op
generalisatie.
Gestandaardiseerde afname meetinstrument vereist een goede operationalisering:
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller communicatieradboud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.