100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Internationaal Privaatrecht HOORCOLLEGE + WERKGROEP WEEK 7 $5.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Internationaal Privaatrecht HOORCOLLEGE + WERKGROEP WEEK 7

1 review
 22 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat SUPER UITGEBREIDE UITWERKINGEN van het HOORCOLLEGE en de WERKGROEP van WEEK 7 van het mastervak Internationaal Privaatrecht! Alles letterlijk uitgetypt wat de docenten hebben verteld en super handige schema's met alle stappen die je moet nalopen.

Preview 3 out of 24  pages

  • Yes
  • October 16, 2024
  • 24
  • 2024/2025
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: charlottekooij • 1 month ago

avatar-seller
Internationaal Privaatrecht WEEK 7
Hoorcollege 7
HC Goederenrecht, overgang van vorderingen en vennootschapsrecht
Goederenrecht - Inhoud I
 Toepasselijk recht op goederenrechtelijke aspecten waaronder de vestiging van
zekerheidsrechten (met name overdracht en levering) m.b.t.:
o Onroerende en roerende zaken
o Aandelen op naam
o Vorderingen
Toepasselijk recht?
 Internationale of regionale regeling van het IPR goederenrecht is er niet.
 Dus is nationaal IPR van toepassing  voor Nederland vinden we dat in Boek 10 BW

Lex rei sitae  het recht van het land van ligging
 Toen land en gebouwen nog de belangrijkste en meest waardevolle vermogensbestanddelen
waren keek men vooral naar het recht van het land van ligging (de lex situs of lex rei sitae).
 Echter land en gebouwen gelden allang niet meer als meest waardevolle onderpand en is het
vinden van een plaats van ligging van de meeste vermogensbestanddelen hooguit gebaseerd
op een fictie. Denk daarbij aan:
o Vorderingen op naam
o Girale effecten
o IE rechten
o Goodwill
o Aandelen en andere effecten (bijv. crypto assets, wat is dan land van ligging?)
 Zelfs voor roerende zaken vormt de lex situs regel soms een wetenschappelijke uitdaging
omdat roerende zaken de neiging hebben zich te roeren (bewegen; landsgrenzen over gaan)
en dus moet voor toepassing van de regel de ligging van de roerende zaak worden vastgelegd
op een bepaalde tijd.

De Nederlandse IPR regels - Boek 10 BW titel 10 - Goederenrecht
Onroerende en roerende zaken
 Art. 10: 127 lid 1 BW bepaalt dat het recht van het land van ligging het goederenrechtelijk
regime beheerst.
 Volgens het 4e lid moet daaronder het volgende worden verstaan:
o Of een zaak roerend of onroerend is;
o Wat een bestanddeel is van die zaak;
o Of een zaak vatbaar is voor overdracht of de vestiging van een zekerheidsrecht;
o Welke vereisten aan de overdracht of vestiging zekerheidsrecht worden gesteld;
o Welke rechten op een zaak kunnen rusten en wat de aard en inhoud is van die
rechten;
o Op welke wijze die rechten ontstaan, zich wijzigen, overgaan en tenietgaan en hun
onderlinge verhouding.

Roerende zaken – lex rei sitae t.t.v. het relevante rechtsfeit
 Art. 10:127 lid 5: de verkrijging, de vestiging, de overgang, de wijziging en tenietgaan van
rechten op een roerende zaak geldt dat het tijdstip waarop de daarvoor noodzakelijke
rechtsfeiten plaatsvinden bepalend is voor het toepasselijke recht.
 Zie: HR 03/09/1999 (Van der Boon/RG Lease) (J4)  auto gekocht en geleverd; het was van
België naar NL verplaatst; de vraag was op welk moment je moet kijken. In België geldt het
zogenoemde translatieve stelsel  tussen partijen op het moment van sluiten ovk ten

, aanzien van een roerende zaak, gaat die zaak over naar de koper. Terwijl in NL met een
koopovk heb je alleen nog een verbintenisrechtelijke afspraak en om daadwerkelijk die
overdracht te bewerkstelligen, moet je een geldige levering hebben. De vraag is dus welk
recht is van toepassing?
o Is Van der Boon eigenaar geworden? Hij had telefonisch een koopovk gesloten en
toen bleek toch na wat onderzoek dat die auto in België stond. Voor Belgisch recht
was dit voldoende voor de overdracht van de zaak.
o Had die auto in NL gestaan  dan was koopovk niet voldoende, dan had levering nog
moeten plaatsvinden
o HET IS DUS RELEVANT OM TE WETEN WAT JE NOODZAKELIJKE RECHTSFEITEN ZIJN EN
WAAR DIE ROERENDE ZAAK ZICH OP DAT MOMENT BEVINDT
 NOODZAKELIJKE RECHTSFEIT KAN DUS VERSCHILLEN PER JURISDICTIE!
 en HR 16/09/2016 (Daytona) (J 7)

Roerende zaken – conflit mobile
 Is een recht op een zaak eenmaal geldig verkregen, dan blijft dat recht behouden ook als de
zaak naar een andere jurisdictie wordt verplaatst – art. 10:130 BW
 BEHALVE ALS ER IETS GOEDERENRECHTELIJKS GEBEURT IN DAT ANDERE JURISDICTIE-LAND

Zakelijke rechten op zaken
 art. 10:127 lid 6 BW bepaalt dat hetzelfde als voor zaken is bepaald in de voorgaande leden
geldt voor overdracht van of vestiging van rechten op zakelijke rechten zoals bijv.:
o vruchtgebruik;
o opstalrecht; en
o zekerheidsrechten als pand en hypotheek.

Teboekgestelde schepen en vliegtuigen
 Art. 10:127 lid 2 bepaalt dat het goederenrechtelijk regime met betrekking tot
teboekgestelde schepen wordt beheerst door het recht van het land waar het schip is
teboekgesteld.
 Dit geldt volgens lid 3 evenzeer voor een teboekgesteld vliegtuig.

Aparte regels voor andere goederenrechtelijke vraagstukken
 Eigendomsvoorbehoud: art. 10:128 BW  tijdstip van levering (niet koopovk)
 Retentierecht: art. 10:129 BW  overgeslagen
 Gestolen zaken: art. 10:132 BW (HR Klooster in landschap)  recht van land van laatste
ligging, mits het de eigenaar is die overdraagt
 Zaken in transitu (vervoer): art. 10:133 BW

Derdenbescherming
 Art. 10:131 BW bepaalt dat het recht van het land van ligging ten tijde van de verkrijging
bepaalt of de verkrijger wordt beschermd tegen de beschikkingsonbevoegdheid van de
vervreemder.

Revindicatie (zie voor Nederlands recht art. 5:2 BW)?
 Niet in 10:127 BW genoemd.
 De opsomming in het 4e lid is echter niet uitputtend; het valt er wel onder
 Relevante rechtspraak:
o HR 8 mei 1998, NIPR 1998, 104 (Klooster in landschap)
o AG bij HR 16 september 2016 (Daytona)
 Twee vragen moeten worden onderscheiden:

, o De revindicatie wordt beheerst door de lex rei sitae ten tijde van het instellen van de
rechtsvordering (de revindicatie),
o MAAR de vraag wie eigenaar is, wordt beheerst door de lex rei sitae ten tijde van de
(beweerdelijke) eigendomsverkrijging
 Dit kunnen dus twee verschillende jurisdicties zijn!
 Als twee personen discussiëren over dat zij de eigenaar zijn, is de eerste vraag of ze
überhaupt eigenaar zijn geworden en dit is afhankelijk van de botsing van die 2 rechten. Dan
moet je kijken wanneer die personen de eigendom verkregen hebben.
o Is 1 van die leveringen al niet geldig? Dan houdt het op!
o Maar zijn allebei geldig, naar het land van ligging ten tijde van de respectieve
verkrijgingen  DAN BOTSEN ER 2 RECHTEN  DAN GAAT DEGENE VOOR VAN HET
LAND VAN LAATSTE LIGGING WAAR IETS GOEDERENRECHTELIJKS GEBEURT
BEPAALT WIE EIGENAAR IS
Aandelen
 Om het goederenrechtelijk regime te bepalen zijn de art. 10: 137 t/m 139 van belang maar
ook art. 10:118 BW

Aandelen op naam (art. 10:138 BW) = voor NL recht nog relevant, want niet aan toonder uitgeven
 Goederenrechtelijk regime wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de
uitgevende vennootschap.  wordt bepaald in 10:118 (waar zetel is)
 Dat recht beheerst de volgende kwesties:
o Vatbaarheid voor overdracht of vestiging van en beperkt recht op een aandeel
o Vereisten voor overdracht of vestiging van een beperkt recht
o Wie gerechtigd is tot uitoefening van de in het aandeel besloten rechten
 Bijv. wie stemrecht heeft; wie recht heeft op winstuitkering
o Welke rechten op de aandelen kunnen rusten en wat de aard en inhoud is van die
rechten.
 Weer andere rechten; bijv. vruchtgebruik erop rusten
o Wijziging, overgang, tenietgaan en onderlinge verhouding van rechten die op de
aandelen rusten.
 Waar vinden we het recht dat van toepassing is op de uitgevende vennootschap? In 10:118

Vorderingen op naam = cessie
 De Rome I Verordening bevat IPR regels met betrekking tot de cessie van vorderingen die
mede zien op het vestigen van een zekerheidsrecht op vorderingen.
 Zoals we weten is het materiële toepassingsgebied van Rome I echter beperkt tot
verbintenissen uit overeenkomst en dus niet van toepassing op goederenrechtelijke
vraagstukken.
 Dus waarom is de cessie van vorderingen dan toch opgenomen?
o Dit komt omdat de driepartijenverhouding tussen cedent, cessionaris en debitor
cessus, naast goederenrechtelijke aspecten, tevens een aantal belangrijke
verbintenisrechtelijke vraagstukken omvat.
o Daarnaast worden een aantal aspecten van de cessie die wij in Nederland als
goederenrechtelijk bestempelen in andere landen verbintenisrechtelijk behandeld.

Artikel 14 Rome I
 14.1 De betrekkingen tussen cedent en cessionaris […] van een vordering op een andere
persoon (“de schuldenaar”) worden beheerst door het recht dat ingevolge deze verordening
op de tussen hen bestaande overeenkomst van toepassing is.
 14.2 Het recht dat de gecedeerde […] vordering beheerst, bepaalt de vraag of de vordering
voor cessie […] vatbaar is alsmede de betrekkingen tussen cessionaris […] en schuldenaar,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jb1999. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88  1x  sold
  • (1)
  Add to cart