Kennistoets 2.1
Leerdoelen voor verpleegtechnische vaardigheden
Les 2.1 Vitale parameters, meetinstrumenten
Hoe worden de vitale parameters op de juiste wijze gemeten/bewaakt?
Ademhaling
Bij het meten van de ademhaling let je op 4 kwaliteiten.
De frequentie van de ademhaling
De diepte van de ademhaling
De regelmaat van de ademhaling
Het ademhalingspatroon
Bloeddruk
Tijdens het meten van de bloeddruk:
Hoort de zorgvrager niet te praten
De kleding mag niet knellen
Manchet en bloeddrukmeter bevinden zich op harthoogte
Zorg dat je de bloeddruk meter goed om gebruikt
Zorgvrager moet ontspannen zijn
Arm van de zorgvrager wordt ondersteunt
Het ventiel van de ballon moet met een hand te bedienen zijn
Zorg dat voor het omdoen er geen lucht meer in de bloeddrukmeter zit
Hartslag
Bij het meten van de hartslag let je op 4 kwaliteiten
De frequentie van de pols
De regelmaat van de pols
De gelijkmatigheid van de pols
De kracht van de pols
Temperatuur
Controleer afwijkingen in de temperatuur met een vaste regelmaat.
Soms controleer je dagelijks preventief de temperatuur, bijvoorbeeld bij
kraamvrouwen en pasgeborenen. Dat doe je dan minimaal driemaal per dag: in de
ochtend, in de middag en in de avond. Bij afwijkingen kan de arts of verloskundige
opdracht geven de lichaamstemperatuur vaker te meten.
Maak bij de elektrische, digitale thermometer gebruik van plastic hoesjes die je over
de thermometer schuift. In verband met de hygiëne gebruik je bij iedere zorgvrager een
nieuw hoesje.
Bij een rectale meting kun je ook vaseline over het beschermhoesje van de
thermometer aanbrengen. Het inbrengen van de thermometer is dan makkelijker. Heeft
een zorgvrager aambeien, dan kun je beter een andere methode van meten toepassen.
Dat is ook het geval bij verwarde, onrustige zorgvragers en bij kinderen. In de thuissituatie
hoef je geen hoesje te gebruiken, maar maak je de thermometer met desinfectans
schoon.
Gebruik bij de oor thermometer beschermdopjes of lensdopjes. Een peuter leg je op
de rug, met het hoofd 90 graden gedraaid. Voor het plaatsen van de oor thermometer
trek je de oorschelp voorzichtig recht naar achteren. Bij oudere kinderen en volwassenen
trek je de oorschelp naar boven en naar achteren. Voor kinderen is het een prettige
methode, omdat de meting maar ongeveer acht seconden duurt.
, Welke waarden van de vitale parameters horen bij normaal en welke bij
abnormaal?
Ademhaling
Volwassenen halen tussen de 9 en 14 keer per minuut adem
Tieners halen tussen de 12 en de 20 keer per minuut adem
Kinderen van 2 tot 12 halen tussen de 20 en 30 keer per minuut adem
Zuigelingen halen tussen de 30 en 50 keer per minuut adem
Bloeddruk
Normaalwaarde ligt tussen de 120/80mmHG
Bij hoge bloeddruk is de bovendruk boven de 140mmHg en/of de onderdruk hoger dan
90mmHg
Bij een lage bloeddruk is de bovendruk onder de 100mmHg en/of de onderdruk lager dan
60mmHg
Het is normaal dat oudere mensen een bovendruk hebben van 140mmHg hierbij is er nog
geen sprake van hypertensie
Hartslag
Bij volwassenen in rust varieert de hartslag tussen de 60 en 100. Bij vrouwen ligt de
hartslag vaak iets hoger
Bij ouderen ligt de frequentie rond de 60 slagen per minuut
Bij een pasgeborene ligt de frequentie rond de 120 slagen per minuut
Bij een kind van ong. 3 jaar ligt de frequentie rond de 100 slagen per minuut
Temperatuur
Temperatuur van oudere zorgvragers ligt tussen 36,0 graden en 37,5 graden
Temperatuur van volwassenen tussen 36,5 graden en 37,5 graden
Temperatuur van pasgeborenen tussen 36,5 graden en 37,5 graden
Hoe worden de meetinstrumenten van de vitale parameters op de juiste
wijze gebruikt?
Ademhaling
Tijdens het meten van de ademhaling moet dit zo onopvallend mogelijk gebeuren. Dit om te
voorkomen dat de zorgvrager anders gaat ademhalen. Je kan verschillende hulpmiddelen
gebruiken. Een polsteller, een secondewijzer op een horloge, een secondewijzer van een
klok, een stopwatch. Observeer de ademhaling een halve minuut.
Bloeddruk
Stap 1: Breng een manchet aan om de linker bovenarm van de zorgvrager. Pomp
lucht in de manchet door in een knijpballonnetje te knijpen. De manchet staat in
verbinding met een manometer waarop de druk in millimeters kwik wordt weergegeven.
Door in het ballonnetje te knijpen, breng je druk aan op de manchet.
Stap 2: Voel bij het oppompen van de manchet tegelijkertijd de pols. Zodra je de pols
niet meer voelt, moet je nog verder pompen tot 30 mmHg boven dat punt.
Stap 3: Laat vervolgens, terwijl je luistert, de manchet langzaam (2 mmHg/seconde)
leeglopen:
Luister naar de eerst hoorbare hartslag (de systolische druk) en lees de waarde op de
manometer af. Blijf de druk verminderen door de pomp een klein stukje open te houden.
Luister naar het moment waarop de harttonen verdwijnen of duidelijk zachter
worden (de diastolische druk) en lees de waarde op de manometer af.
Hartslag
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MKJDavina. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.