Hoorcollege 1 Inleiding bouwen
I Bouwen: een inleiding
1. Waarom bouwen?
- bescherming: meest basale vorm, gebruik wat bij plek aanwezig is
- comfort: verdere ontwikkelingen
dak verder van de grond met zijmuren hierdoor makkelijk staan en verplaatsen
meer ruimteverdieping (hoger en stapelen) leidt tot constructie met inzicht
- duurzaamheid: hergebruik constructies en preservatie van materialen (watervast maken)
steen gebruikt en stapelbouw
- ideële doeleinden: Godsdienst/ status-machtsvertoon: inspanning, techniek en
materiaalgebruik staan in geen verhouding tot praktische nut, wel bron van innovatie
2. Bouwkunst en bouwkunde
bouwkunst: kunst om bij het ontwerpen niet allen rekening te houden met de technische
aspecten maar ook met andere ideeën van schoonheid/status/zeggingskracht van gebouw
bouwkunde: wetenschap van het construeren van gebouwen, materiaalkennis en organisatie
3. Organisatie van het bouwproces
Bouwplan: is belangrijk als bouwproces groot is en er meerdere mensen werken
Transport: materialen naar bouwterrein, vroeger met os en treintje
materialen op bouwterrein, naar boven brengen zware materialen: met mand
takelen groeven of uitsteeksels op materialen voor vastmaken takelen.
II Krachten in de architectuur
krachten worden zichtbaar door schade, daarom moet je goed bouwen door vooraf rekening
te houden met ze door constructie en materialen aan te passen.
III Krachten en constructie
Doel van de constructie van een gebouw is het afdragen van druk- trek- en spatkrachten via
de fundering naar de grond zonder het gebouw te beschadigen. 2 grote systemen voor:
1. Gelijkmatige krachtenafdracht: via dragende muren in stapelbouw
2. Geconcentreerde krachtenafdracht: via op regelmatige afstand geplaatste verticale
steunelementen met skeletbouw
belangrijkste krachten:
1. Drukkrachten: verticaal
- zuil onder zetten die dik genoeg is om druk af te dragen
- dikke structuren in de plattegrond geven aan welke delen meeste druk afdragen (hoge
toren = dikke constructie, wordt dunner des te meer naar boven)
2. Druk- en trekkrachten: druk van boven trek van onder
- overspanning met architraaf kort en dikke stenen, met beton kan het nu langer
3. Horizontale krachten (spatkrachten): horizontale druk door boog
- opvangen door trekbalken en trekslangen, nemen zijdelingse krachten op
- opvangen bij koepelconstructies door verzwaringen trekringen of trekringen, houden boog
bij elkaar
1
,4. Horizontale druk en zuigkrachten: windkrachten
- opvangen met versteviging van zuig-kant (bijv. steunberen)
- opvangen door gebouw elastisch te maken (schrokdempers)
- vorm van gebouw aanpassen voor windstroom (hoger is smaller)
met wind en andere horizontale krachten constructie stabiel maken door
- steunkruisen (kruis)
- shoren/korbelen (schuin stukje hout in hoek)
5. Opwaartse krachten: grondwaterdruk, luchtgevulde compartiment naar boven beweegt
- verzwaring maken
- trekpalen gebruiken, houden het gebouw in de grond
IV Constructie en bouwmateriaal
Bouwmateriaal krimpt en zet uit, dit onschadelijk maken kan door kalkmortel (voeg) of
dilatatievoeg (elastisch)
Belangrijkste bouwmaterialen:
1. Hout
-hout in paalfunderingen:
bouwen op kleef korte palen en gebruik maken van zuigkrachten
bouwen op stuit lange palen die gefundeerd zijn op zandlaag
- hout in skeletbouw:
druk van dak en vloeren via houten staanders afgedragen niet via dragende muur
- hout in stapelbouw met stenen muren:
druk van houten dak en vloeren via dragende muur afgedragen
- hout als buitenschil: zeldzaam door stadsbranden
- hout voor houtenkap: goed tegen druk en trekkrachten
nadeel hout is gevoelig aantasting brand
2. Natuursteen = zwerfkleien en steen uit steengroeven
- natuursteen als overspanning: architraaf, niet super goed
- natuursteen in stapelbouw: gelijke belasting muren,kleine openingen met ontlastingsbogen
- Natuursteen in skeletbouw:
boogconstructie met kleinere steenformaten dan bij architraaf > grotere overspanningen en
grote openingen mogelijk (alle druk afgeleid door skelet)
3. Kunststeen
• baksteen = klei vormen > drogen > bakken. Is veelzijdig, de kleur en kwaliteit verschilt met:
- kleisoort veel kalk: geel
veel ijzeroxide: roodbruin
- kunstmatige bijmengingen kobalt: blauw
mangaan: donker
- baktemperatuur 800-1125 graden maakt de steen recht
- toevoeging zuurstof feloranje kleur (dakpannen, vervangen riet of stro want brandveilig
en onderhoud)
2
,• beton
vroeger zonder bewapening en nu met, dit maakt vanaf 20e eeuw naast stapel- en
skeletbouw mogelijk:
- gietbouw: storten beton in een kisting met bewapening
- montagebouw: geprefabriceerde elementen
- betonskelet met bewapening: façade heeft geen dragende functie, plattegrond vrij
indeelbaar
4. Metaal
• Ferrometalen: (hoofdbestandsdeel ijzer)
- gietijzer: kan goed tegen druk maar slecht tegen trekkrachten want bros
- smeedijzer en staal: kan goed tegen druk en trekkrachten
probleem ferrometalen: roest maakt metaal dikker, zet uit
• Non-ferrometalen:
- lood: zacht, dikke lagen verwerkt worden. Geschikt voor waterbescherming
- zink: dakdekking en bouwornamenten in 19e eeuw
V Schijnconstructies en surrogaatmaterialen
schijnconstructies = constructies die niet ondersteund worden worden. Is voor bouwkunst
niet voor bouwkunde.
voorbeeld: een koepelconstructie die niet ondersteund wordt met een gewelfconstructie
surrogaten = materialen die op andere (duurdere of gepastere) moeten lijken.
voorbeeld: papierstuc als hout, marmer schilderen op hout of gietijzer als steen en stuc.
3
, Hoorcollege 2 Visuele analyse
Visuele analyse bouwkunst 1
I. wat is een visuele analyse?
1. kijken/waarnemen
2. analyseren
3. concluderen/synthese
4. visuele analyse opschrijven
II. visuele analyse stap voor stap
1. Kijken en waarnemen
Algemeen: onbevooroordeeld kijken, niet eerst op internet kijken; tekeningen en foto’s
maken voor je eigen idee van het gebouw
Waarnaar kijken? (van groot naar klein)
A. ligging:
Hoe verhoudt het gebouw zich van de rest: is gebouw vrijstaand, deel van een blok? (zeg
dan: wordt gevormd door ..straat en …straat) hoofdgevel aan een straat/steeg/gracht?
(Gracht precieust en aan water voor vervoer producten)
Samenhang tussen gebouw en omgeving
VB. Versailles: omgeving is belangrijk / zegt iets over het gebouw
Kijken naar rooilijn = juridische grens tussen een particulier gebouw en de openbare
ruimt bijv. straat/stoep en niveau= als huis lager ligt dan de straat er naast
Kijken naar bebouwingshoogte: (gebouw is klein ten opzichte van …) Huizen
eromheen zijn hoger/kleiner; kan je ook conclusies uit trekken, bijv. later besloten
gebouw toch hoger te maken
Kijken naar kavel: kunnen recht of schuin uit façade komen, zegt iets over of het
gebouw daar achter recht of schuin gebouwd is
B. vorm: (eerste indruk / wat is het grote geheel)
Twee functies:
- om wat voor soort gebouw gaat het
- wat de structuur van het gebouw
C. materialen en de constructie
Verschil in materialen: natuursteen/baksteen/zandteen etc.
D. details
Kijk naar sporen van latere veranderingen
dia 21: links, zie je boog voor opening maar is dichtgemaakt. Neem dat mee, want
kan dus duiden op latere veranderingen
dia 21: rechts: stukjes uitgeknipt zijn waar andere afbeelding onder zit
Kijk naar jaartallen op gebouwen
Kijk naar naam van maker op gebouwen
architect is meer kunstenaar willen overkomen, bouwkunde meer insinueer)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pucknijland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.