H3 Epigenetica
• 1. Wat is epigenetica?
• 2. Het Epigenoom
• 3. Epigenetische processen
• 4. Epigenoom en omgeving
• 5. Epigenetische aandoeningen
• 6. Epigenetische overdracht, inheritance
• 7. Epigenetische therapie
Lesinhoud
DEEL 2: Lichaamstelsels + Pathologiën
H1 De spijsvertering en de nieren
• 1. Het spijsverteringsstelsel:
• 1.1 Mond en maag
Braken, Reflux
• 1.2 De dunne darm en de lever
Geelzucht
1
, • 1.3 De dikke darm, de blinde darm
en de endeldarm.
Appendicitis
Diarree en dehydratatie
• 2. Het uitscheidingssysteem:
• 2.1 de nieren , urineleiders, de blaas, de urinebuis.
• 2.2 Urine en ontlastingsonderzoek
• 3. Voeding
• 3.1. Voedingsleer
Ondervoeding: Anorexia, Overvoeding: Boulimia
• 3.2 Gezonde voeding
H2 De Bloedsomloop en het ademhalingsstelsel
1. Bloedsomloop
• 1.1 Bouw
• Het bloed + bloedgroepen en resusfactor + De bloedvaten +
Het hart +
• 1.2 bloedsomloop
• Hartruis
• 1.3 De bloeddruk
• Hypertensie, Hypotensie, Flauwvallen
,H4 Hormonaal stelsel
1. De werking van het hormonaal stelsel
• 1.1 hormonen
• 1.2 hypothalamus
2.Insuline en glucagon
• 2.1 hypo/hyper
• 2.2 diabetes
3. Adrenaline en cortisol
4. Hypofysehormonen
Puber en hormonen
5. Neurohormonen
DEEL 3: Neurobiologie
H1: Het zenuwstelsel en het brein
• 1. Het centrale zenuwstelsel
• 2. Het perifere zenuwstelsel
• 3. Neuronen en gliacellen
ADHD de impact van relatine op het brein
De impact van drugs op het brein
H2: de ontwikkeling van het brein
• Brein in de Groei (cahier)
• 1. Babybrein,
• 2. kinderbrein
• 3. puberbrein
evolutie, spiegelneuronen, flexibiliteit van de hersenen (neuroplasticiteit), nature vs nurture
fixed en growth mindset
Les 1: Bouwstenen
Inleiding
Biologie? Studie van het leven
• Voedselopname
• Stofwisseling: bepaalde stoffen omzetten in andere stoffen (bv. Suikers in vetten)
• Voortplanting: degenen met de beste genen blijven over
• Reactie op omgeving: al het leven reageert instant op omgeving, ook langdurig
effect via epigenetica, we passen ons aan
• Groei en ontwikkeling
• Erfelijkheid
H1 Bouwstenen en celcyclus
1. De bouwstenen : 4 groepen Moleculen:
1.1 Koolhydraten
1.2 Lipiden
1.3 Eiwitten
1.4 Nucleïnezuren: DNA en RNA!!!
3
, 1. Bouwstenen
1.1 Koolhydraten: sachariden of suikers -ose
Brandstof - omzetten naar eiwitten en vetten - opslaan
• Monosachariden degene die je nodig hebt om instant energie te verkrijgen
(enkelvoudig suiker bv. fructose, glucose), Disachariden moet eerst worden
afgebroken voordat we ze kunnen gebruiken (dubbele suiker), Polysachariden:
zetmeel, glycogeen omzetting en opslaan
• Teveel suikers worden opgeslagen in de lever onder vorm van glycogeen en
vrijgelaten wanneer nodig bv. bij haasten (sporters massa’s, daardoor grotere
uithouding)
1.2 Lipiden: vetten
Opslaan: isolatie laag – afbraak: 2x energie als bij suikers – bouwsteen
Vetten: verschillende ketens vetzuren gebonden aan glycerol: triglyceriden:
• Verzadigde vetten: (slecht), moeilijk af te breken,
wordt vooral opgeslagen als isolatielaag => boter
• onverzadigde vetten: (beter), vet waarvan de keten
niet helemaal is volgebouwd, er zijn stukken
weggevallen, je kan er dus makkelijk in knippen =>
makkelijker af te breken => vloeibaar zoals oliën
Steroïden (hormonen): cholesterol aanmaak van oestrogeen, testosteron
Meisjes die zwaarder zijn op jongere leeftijd, komen sneller terecht
in de puberteit. Door af te vallen, minder snelle puberteit
Fosfolipiden: Membraan van de cel zorgen voor de verschillende cellen, houdt
vocht buiten en binnen daardoor kan cel doen wat hij wil
Belang van vetten als voedingsstof voor kinderen: kleine kinderen > nood aan vetten
voor goede ontwikkeling, ook in pubertijd > opslag voor functies tekort aan
lichaamsvetten bv. Uitblijven van maandstonden
1.3 Eiwitten of proteïnen!!!! (EXAMEN!!!)
50% van de cel bestaat uit eiwitten
zelf aanmaak = niet essentieel, opname uit voeding = essentieel
Essentieel voor het organisme: verschillende functies:
• Structurele eiwitten: raamwerk voor stevigheid in cellen, weefsels en organen
• Plasma-eiwitten (in het bloed): immunoglobuline (antistoffen tegen virussen),
stollingsfactoren, hemoglobine (taxidienst voor zuurstof)
• Receptoreiwitten: info van buitenwereld bv. Op de lens van het oog
• Contractiele eiwitten (samentrekken): beweging van spieren, spierkracht
• Eiwithormonen: insuline (houdt suikergehalte op peil)
• Enzymen: amylase (zit in speeksel, daardoor proef je suiker) en pepsine
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amkedockx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.