Samenvatting Politiek en politicologie - Bestuur, Politiek en Beleid
4 views 0 purchase
Course
Bestuur, Politiek en Beleid
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Politiek en politicologie
Dit document bevat een samenvatting van het boek Politiek en Politicologie, voor het vak Bestuur, Poltiek en Beleid. Dit vak wordt gegeven in het eerste jaar van de opleiding Bestuurskunde/ Overheidsmanagement. het bestand is een uitgebreide samenvatting met aantekeningen van hoorcolleges en het ge...
Samenvatting Bestuur, Politiek en Beleid – Herkansing
Hoofdstuk 1 – Problemen, Politiek en politicologie
Paragraaf 1.1 – Politieke problemen
Politiek probleem: Een als ongewenst en veranderbaar beschouwde situatie, waarbij de overheid betrokken
is of zou moeten zijn.
Politiek (Deth & Vis): Een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn.
Politiek kan omschreven worden in termen van de overheid, verdelingsvraagstukken en collectieve
actieproblemen.
Probleem: Een situatie die als ongewenst en veranderbaar wordt beschouwd.
Een situatie is een probleem als het aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Mensen beschouwen de situatie als ongewenst.
Mensen denken de situatie te moesten en te kunnen veranderen.
Bij een probleem zien mensen ten eerste een discrepantie, een verschil, tussen een bepaalde (feiten of
ervaren) situatie en een bepaalde norm of waarde.
Problemen kennen twee aspecten:
De feitelijke werkelijkheid (objectief aspect)
Werkelijkheid zoals die wordt ervaren (subjectief aspect, ook wel percepties)
Object van de politicologie: de politiek
Er zijn diverse voorbeelden van politieke problemen, zowel op lokaal, regionaal, nationaal als
internationaal niveau:
Lokaal: het aanleggen van een speel- en hangplek voor kinderen en jongeren die overlast kunnen
geven.
Nationaal niveau: het bestrijden van jeugdwerkloosheid.
Internationaal: de opvang van vluchtelingen door oorlogen zoals die in Syrië.
Paragraaf 1.2 – Politiek en de overheid
Politiek (Hoogerwerf): is het overheidsbeleid, en ook de totstandkoming en effecten ervan.
Politiek (Laver): elke mengeling van conflict en samenwerking. (De rol van de overheid komt hier niet in voor.
Paragraaf 1.3 – Politiek en het verdelingsvraagstuk
Verdelingsvraagstuk: de vraag op welke manier waarden verdeeld moeten worden (zoals geld, rechten
en plichten)
Extra geld voor de een betekent vaak minder geld voor de ander.
Het verdelingsvraagstuk beperkt zich niet tot financiën, in de politiek worden b.v. ook rechten en
plichten verdeeld.
Politiek (Lasswell): wie krijgt wat, wanneer en hoe?
Politiek (Lasswell & Kaplan): het vormen en verdelen van macht.
Politiek (Easton): de gezaghebbende toedeling van waarden voor een samenleving.
Nachtwakersstaat Verzorgingsstaat participatiesamenleving
Pagina 1 van 38
,Mensen streven naar twee soorten waarden:
Materiele waarden, zoals voedsel en huisvesting
Immateriële waarden, zoals vrijheid van meningsuiting en een gevoel van veiligheid op straat.
Waarden: alles wat mensen belangrijk vinden, zoals materiaal (inkomen) als immaterieel (vrijheid).
Paragraaf 1.4 – Politiek en collectieve-actieprobleem
Collectieve-actieprobleem: Het probleem waarbij op eigenbelang gerichte keuzes van individuen leiden
tot een collectief resultaat dat in strijd is met het eigenbelang.
Ondeelbaarheid: het goed vermindert niet bij gebruik.
Niet uitsluitbaar: niemand kan van het gebruik worden uitgesloten.
Tragedy of the commons: zonder coördinatie en sturing snel uitgeput of beschadigd zullen raken (Bv
vissen).
Publieke goederen: goederen (ook wel collectieve goederen) die gekenmerkt worden door
ondeelbaarheid en niet-uitsluitbaarheid.
*collectieve-actieproblemen kunnen zich voordoen bij vrij toegankelijke goederen, zoals de weide.
Daarnaast treden ze op bij publieke goederen, b.v. dijken.
Waarom betalen mensen als ze er toch niet van uitgesloten kunnen worden? Daarom worden publieke
goederen niet door de markt tot stand gebracht. Mensen zijn het liefst profiteurs ook wel free-riders.
Free-riders: mensen die een publiek goed consumeren zonder eraan bij te dragen.
Collectieve-actieproblemen doen zich ook voor bij semipublieke goederen/ quasi publieke goederen.
Deze goederen zijn in een bepaalde mate deelbaar een uitsluit baar. (Openbaar vervoer)
Politiek (Taylor): het oplossen cab collectieve-actieproblemen.
Drie manieren om collectieve-actieproblemen op te lossen:
Overheidsingrijpen
De verleiding om te free-riden verkleinen
Moraal, normen, waarden en tradities.
1. Overheidsingrijpen
Bij het oplossen van collectieve-actieproblemen kan de overheid verschillende instrumenten
inzetten:
Fysieke instrumenten: door zelf het publieke goed te produceren of te kopen, zoals de dijken of de
straatlantarens.
Juridische en handhavingsinstrumenten: door te normeren met wetgeving, regulering en
handhaving, zoals het verbod om huishoudelijk afval op straat te gooien. Ook wel Command and
Control, overheid hij kan burgers met geweld dwingen.
Financieel-economische instrumenten: doorsubsidies te geven, belastingen en accijnzen te
heffen of boetes op te leggen.
Communicatieve of informatieve instrumenten: door burgers of bedrijven te beïnvloeden en te
informeren, zoals overheidscampagnes voor energiebesparing.
2. De verleiding tot free-riden verkleinen.
Pagina 2 van 38
,Kosten-baten analyse (e.g. parkeerboetes)
Het institutionele Analysis and Development (IAD) Framework: helpt om te verklaren wanneer met
succes collectieve-actieproblemen opgelost kunnen worden zonder dat overheidsinterventie nodig is.
Economen bekijken collectieve-actieproblemen in termen van kosten en baten.
De verleiding om te free-riden mag niet te groot zijn.
De overheid wordt vaak ingeschakeld om de verleiding tot free-riden door economische prikkels te
verkleinen.
3. Moraal: Je moreel verplicht voelen om een treinkaartje te kopen. Burgers kunnen om morele
redenen vrijwillig samenwerken, of omdat bepaalde tradities dat voorschrijven. Dit is een
sociologische benadering van collectieve-actieproblemen.
Levert twee problemen op:
Diverse problemen die door sommige als politieke kwesties worden beschouwd, zijn geen
collectieve-actieproblemen.
Diverse problemen die door niemand politiek genoemd worden, kunnen als collectieve-
actieproblemen worden aangemerkt
Paragraaf 1.5 - Enkele kenmerken van politiek
Zeven dilemma's rondom waarden bij het maken van beleid (Hogewerf):
Publiek vs privaat: Wat zijn publieke taken, wat zijn private taken? (E.g. marktwerking in de zorg,
privatisering)
Democratie vs leiding: Macht bij burgers of bij staat
Vrijheid vs gelijkheid: Hoe moeten middelen verdeeld worden? Hoeveel gelijkheid moet er zijn?
(Inkomensnivellering)
Eenheid vs verscheidenheid: Staat individuele vrijheid voorop of eenheid in de samenleving.
(Zondagsrust, school met religieuze identiteit + homoseksuele leraar)
Idealisme vs realisme: Streven naar het goede of staan idealen voorop of streven naar
haalbaarheid? (Klimaatdoelstellingen)
Doelmatigheid vs aanvaarbaarheid: Moet beleid doelmatig en rationeel zijn of is draagvlak het
belangrijkste? (Passend onderwijs, stikstofbeleid corona?)
Orde vs Verandering: Moet de samenleving de bestaande maatschappij orde handhaven en zich
langzaam aanpassen of is juist verandering nodig om tot een andere soort samenleving te komen,
zoals zwarte pieten
*de politiek moet evenwicht weten te vinden tussen deze verschillende dilemma's.
De politiek heeft onder meer betrekking op:
De overheid (Van Deth & Vis, Hoogerwerf)
Conflict en samenwerking (Laver)
De verdeling van geld (Lasswell)
De verdeling van macht (Kaplan)
De toedeling van waarden (Easton)
Collectieve-actieproblemen (Taylor)
Niet compleet zo heeft de politiek ook betrekking op:
Besluitvormingsprocedures en instituties
Markt en handel
Opvattingen
Geschiedenis
Machtsverschillen tussen mannen en vrouwen
Internationale relaties tussen staten.
Pagina 3 van 38
, Paragraaf 1.6 – Politicologie
Politicologie kan omschreven worden door 4 centrale vragen:
1. Hoe moet het object van de politicologie gedefinieerd worden?
- het object is politiek
2. Hoe moeten de centrale begrippen van de politicologie gedefinieerd worden
Centrale begrippen van de politicologie: de te definiëren begrippen die relevant zijn voor het
bestuderen van politiek.
Staat en overheid, macht en invloed, democratie en vrijheid, rechten en plichten
3. Welke wetenschappelijke strategie moeten worden gebruikt om de beoogde kennis te verwerven.
Wetenschappelijke strategie: een manier om de beoogde kennis te verwerven.
Welke strategie moet men gebruiken voor dit onderzoek
4. Welke wetenschappelijke benadering moet gebruikt worden om de beoogde kennis te verwerven.
Theoretische politicologie (zuivere theorieën)
Empirische politicologie (toetsen van theorieën aan
gegevens)
Normatieve politicologie (gewenste politieke orde)
Vergelijkende politicologie (vergelijken naar tijd
en/of plaats)
Paragraaf 1.7 – Wetenschappelijke benaderingen
Wetenschappelijke benadering: een specifieke
invalshoek voor het bestuderen van verschijnselen.
Wetenschappelijke benaderingen van de politicologie:
de theoretische, empirische, normatieve en vergelijkende
benaderingen van de politicologie.
1.7.1 Theoretische politicologie
Theoretische politicologie: wetenschappelijke benadering van de politicologie die gekenmerkt wordt door
zuivere theorieën van politieke verschijnselen.
Zuivere theorie: Theorie waarin verschijnselen vereenvoudigd, geabstraheerd en gegeneraliseerd worden.
Een zuivere theorie kent de volgende elementen:
Vereenvoudiging: een zuivere theorie brengt het politieke verschijnsel terug tot de meest
wezenlijke onderdelen.
Abstrahering: een zuivere theorie gebruikt een beperkte hoeveelheid gegevens over degenen die
bij het politieke verschijnsel betrokken zijn.
Generalisatie: een zuivere theorie richt zich op de algemene elementen van het politieke
verschijnsel.
Trias politica: zuivere theorie van machtenscheiding van De Montesquieu, waarin de wetgevende
functie van de staat opgedragen wordt aan de volksvertegenwoordiging, de uitvoerenden functie aan de
regering en de rechtsprekende functie aan onafhankelijke rechters.
Voor evenwichtige machtsverhoudingen in de staat zou deze machtenscheiding onontbeerlijk zijn. De trias
politica kent alle elementen van een zuivere theorie.
1.7.2 Empirische politicologie
Empirische politicologie: wetenschappelijke
benadering van de politicologie die gekenmerkt wordt
door het toetsen van theorieën aan feitelijke gegevens.
Empirische cyclus: het proces in empirisch
onderzoek waarbij de theorie wordt verschijnselen door
de tijd heen worden bestudeerd.
Probleemstelling: de definitie van het
probleem bepaalt welke delen van de
werkelijkheid wel en welke niet in het onderzoek worden meegenomen. De probleemstelling wordt
Pagina 4 van 38
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rue28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.