Samenvatting Thinking About History - Inleiding geschiedwetenschap (GE1V14001)
3 views 0 purchase
Course
Inleiding geschiedwetenschap (GE1V14001)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Thinking About History
Een samenvatting voor het vak Inleiding geschiedwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Hierbij gaat het over de hoorcollege slides en hoofdstuk 1 tot en met 5 van Thinking About History van Sarah Maza
Summary of theories and individuals 'Thinking About History' Chapter 1-3
Thinking about history + lecture summary
Notes + answered syllabus questions for ''Introduction to the Study of History''
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Inleiding geschiedwetenschap (GE1V14001)
All documents for this subject (27)
Seller
Follow
mptybkr
Content preview
ALGEMEEN (1B) - GESCHIEDSWETENSCHAP
- Standplaatsgebondenheid: het raam waardoor een persoon naar het verleden kijkt, gekleurd door
alles waar deze in is opgegroeid en heeft meegemaakt.
o Vb. Pieter Geyl: Voor groot Nederland, na WOII niet meer, en dus door zijn plek in tijd
andere blik
- Historiografie: studie van alles wat er geschreven is over de geschiedenis (geschiedenis van het
geschiedschrijven)
o Klein: al dat wat over een bepaald onderwerp geschreven is (bijv. de Vietnamoorlog)
o Groot: geschiedenis van de geschiedschrijving (bijv. alle verschillende benaderingen van
de geschiedenis van het slavernijverleden)
o Waarom: bewustwording eigen perspectief; positionering (voortbouwen en toevoegen);
laat de relevantie zien van geschiedenis in de maatschapij
o Vb.: Goldhagen vs. Browning: een wil nieuwe discussie aanwakkeren en de andere staat
deze neer. (Over duitse soldaten en de agency die hun wel of niet gebruikten)
- Benaderingen
o Zijn als een bril; sommige dingen scherp, andere niet; dus voor- en nadelen
o Geen ‘goede’ of ‘foute’, maar wel ‘betere’ of ‘slechtere’ per casus
o Historici moeten lezers overtuigen van de geldigheid van hun kader en de getrokken
conclusies
HOOFDSTUK I (2A) – WIE?
- “Oude” geschiedenissen
o Grote mannen
o Politieke & militaire
- History from above (top-down)
- History from below (bottom-up)
- Kwantificatie (Quantification): Geschiedenis meest betrouwbaar wanneer het wordt voorzien van
zoveel mogelijk data; tussen 50’ en 70’ bekendst
o Reduceerd mensen naar een-dimensionaal (vb. 30 mensen), en verliest dus verhalen van
mensen
o Is niet interessant voor de lezer (niet narratief)
o Tegenwoordig minder vaak gebruikt
- Sociale geschiedenis 1900s
o Geschreven door mensen dicht bij arbeiders
o Vanaf begin verdeeldheid over wat het inhield
o 1848 Macaulay & 1942 Trevelyan maar als accessoire tot politieke ges.
o Werkende klasse
o ‘new’ social history 1960s opkomst
▪ E. P. Thompson: The Making of the English Working Class (1963)
• Narratief, en dus makkelijk leesbaar voor publiek
• Meest gebruikte boek uit de 20e eeuw, tegenovergestelde van een
kwantitatieve geschiedenis vorm
• Vrouwen niet echt voorgrond; vooral mannelijke arbeiders
▪ J. Keegan: The Face of Battle (1976)
• Schreef over soldaten bij de slag van Waterloo en verschoof de focus van
de commandanten naar de soldaten
▪ Leunt naar democratisch en progressief
▪ Centraal staat het herstellen van de verhalen van de minder machtige groepen
- Agency
o Infrapolitics: kleine dingen tegen gezag
o Bij mensen; vooral voor duiding bij mensen waar dit niet duidelijk is, beperkte
bewegingsruimte (vb. vrouwen, zeker geen Napoleon)
o Bij objecten (H3); over de invloed die ze hebben op mens en aard
, o Walter Johnson: vind als we agency belangrijk vinden, we duidelijk moeten maken wat
hiermee wordt bedoelt
- Vrouwengeschiedenis
o Opgekomen jaren 60’; 2e feministische golf
o Gerna Lerner
▪ The Creation of Patriarchy (1986)
• Legde het bestaan van exploitatie en geweld binnen relaties in de
publieke- en privésfeer
▪ Geboren te Wenen, ze was Joods. Vluchtte naar de VS na de Anschluss
(overname Oostenrijk)
▪ Ze was belangrijk voor de vrouwengeschiedenis, en daarbij ook voor de zwarte
vrouwen. Actief om hedendaagse problemen op te lossen (racisme, seksisme), en
starten de eerste master specifiek over vrouwengeschiedenis
- Gendergeschiedenis: onderzoekt de verhouding tussen genders in de geschiedenis
- LHBTI-geschiedenis
- Ontwikkeling moderne historiografie: van politieke elite naar sociale groepen; van natiestaat naar
diverser (globaler en/of lokaler) perspectief
HOOFDSTUK II (2B) – WAAR?
- Naties
o Nieuw; artificieel & fragiel
o Vaak toch als basis voor geschiedschrijven
▪ Vaak nog kleiner, bijv. boek over ges. politiek Nederland alleen over Amsterdam
en Den Haag
o Focus op naties zorgd voor gemis in geschiedenis; transnationale processen
▪ Ook mist uitleg; Limburg heeft meer gemeen met aangrenzend gebied in België
en Duitsland dan met Den Haag of Friesland
o Benedict Anderson: Imagined communities (1983)
▪ Imagined communities: Verbindenis tussen mensen omdat iets hetzelde is/was in
hun leven (feestdagen, krant gelezen, zelfde scholing). Ze zullen elkaar nooit
ontmoeten. Anderson zag dit als een construct.
▪ Afname invloed van religie als bindmiddel maakte plaats voor naties
o Wel voor 1700 al een nationaal gevoel, maar alleen door gezamelijke haat voor andere
volken
o Er kwamen inplaats van beelden van leiders, beelden om gevallen soldaten te vereren
- Eurocentrisme
o Europa meetlat rest van de wereld
o Moderniteit: gaat uit van Westerse standaarden, gaat ook uit van dat iets modern is, en
andere plekken primitief
o Dipesh Chakrabarty: Provincializing Europe (2000)
▪ Zegt dat zelfs in geschiedenissen van andere gebieden (vb. China of India) Europa
het onderwerp blijft; projecteren Europese geschiedenis op landen daarbuiten
▪ Chakrabarty is tegen het begrip ‘moderniteit’
▪ Subaltern studies
• Onderzoekt geschiedenis van relatiës tussen machthebbers en
machtelozen, vooral in voormalige koloniën
- Borderlands
o Vb.: Hitler & Stalin in Oost-Europa
- Wereldgeschiedenis / Global history
o Legt verbondenheid bloot, en bestuurt dus verbanden
o Vb. Handel, Zwarte dood in de 14e eeuw, corona
o K. Pomeranz: The Great Divergence (2000)
▪ Vond Europa niet te vergelijken met Azië, maar eerder met een gelijke grote zoals
China
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mptybkr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.