100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting literatuur 'beginselen van de democratische rechtsstaat', Universiteit Leiden $5.51   Add to cart

Summary

Samenvatting literatuur 'beginselen van de democratische rechtsstaat', Universiteit Leiden

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van de literatuur van het vak 'beginselen van de democratische rechtsstaat' op de universiteit leiden (rechten / criminologie eerstejaars vak). Het bevat zowel een samenvatting van de reader, een artikel en het boek 'beginselen van het Nederlandse staatsrecht'.

Preview 4 out of 39  pages

  • No
  • Unknown
  • October 17, 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting beginselen van de democratische rechtsstaat
Reader
‘Onze Constitutie’

Artikel 53 (in eigen woorden)
1. leden v beide kamers worden gekozen door evenredige vertegenwoordiging binnen de
door de wet te stellen grenzen
2. verkiezingen worden gehouden in geheime stemming

evenredige vertegenwoordiging: verhouding tussen het aantal uitgebrachte stemmen en aantal
zetels in een Kamer is evenredig
kiesdeler: aantal stemmen dat nodig is om 1 zetel te behalen
methode de-D’Hondt: allle overschotten na kiesdeler (restzetels) wordt naar rato verdeeld
stelsel v grootste gemiddelden: wie in verhouding grootste overschot heeft (de quotiënt) partij met
het grootste overschot (grootste gemiddelde) krijgt als eerste restzetel etc.

nadelen van het meerderheidsstelsel (= kandidaat die bij district de meeste stemmen kreeg werd
verkozen tot Tweede Kamerlid):
- hoeveel kandidaten gekozen werden verschilde van de bevolkingsomvang v district. Het
systeem werd kwetsbaar voor kiesdistrictmanipulatie
- Veel stemmen gaan ‘verloren’, de kandidaten die niet wordt gekozen. Minderheidsgroepen
werden hierdoor niet vertegenwoordigd
afspiegelingsgedachte: stemmen van alle groepen, ook minderheden, worden gehoord.

nadelen van het stel van evenredige vertegenwoordiging:
- fragmentatie; veel kleine partijen in volksvertegenwoordiging
- problemen bij bestuurbaarheid
- bevordert geen fusies/vernieuwing v bestaande partijen

kiesdrempel: in veel landen moet een partij een minimaal aantal stemmen halen voor een zetel
(hoog percentage), pakt voor kleine partijen vaak slecht uit. NL heeft dit niet.
voorkeurdrempel: kandidaat die niet hoog op verkiezingslijst staat kan verkozen worden via
voorkeursstemmen, staat in NL op 25%, voegt persoonlijk element aan kiesstelsel toe.

geheime stemming: je stem is anoniem, kan niet aan je identiteit worden gekoppeld. Je mag wel
daarna uitten op wie je hebt gestemd, maar nooit verplicht.

Artikel 54 (in eigen woorden)
1. Leden vd 2e Kamer rechtstreeks gekozen door NL’ers die leeftijd v 18 jaar en ouder, en bij de
wet te bepalen uitzonderingen tegenover NL’ers die geen ingezetenen zijn.
2. Kiesrecht is uitgesloten voor hen die een zijn onherroepelijk veroordeeld door rechter voor
delict met vrijheidsstraf van ten minste een jaar.

Wanneer mag je stemmen (voor verkiezingen 2e Kamer)? → min. 18 jaar en Nederlandse nationaliteit
(dus NL paspoort)
Artikel 55 (in eigen woorden)
1. leden vd 1e Kamer worden gekozen door leden van provinciale staten en leden v
kiescolleges. In het geval van ontbinding vd Kamer worden binnen 3 maanden verkiezingen
gehouden na de verkiezing vd leden v provinciale staten

, 2. NL’ers die geen ingezetenen zijn, maar voldoen aan de vereisten die gelden voor 2e Kamer,
houden verkiezingen voor een kiescollege, de leden hiervan worden dus door deze NL’ers
gekozen, voor lidmaatschap geldt hetzelfde

Elke 4 jaar verkiezingen voor provinciale staten, volksvertegenwoordiging in de provincies.
De verkozen leden vd provinciale staten en kiescollege van de 2 Caribische openbare lichamen
kiezen binnen 3 maanden leden vd Eerste Kamer, ze stemmen dan tegelijkertijd.
Ook bij 1e Kamer verkiezingen geld stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Hier wordt geen
gebruik gemaakt van de kiesdeler, maar van stemwaarde: iedere stem van een lid v provinciale
staten vertegenwoordigt een bep. gewicht, afhankelijk v inwonertal v provincie

‘openbaar lichaam’ Bonaire, Sint-Eustasius en Saba, tussen gemeente en provincie in. Voor deze
openbare lichamen geen provinciale staten, maar kiescolleges; het aantal zetels in de kiescolleges
hangt af van het inwonersaantal van het eiland.

Artikel 56 (in eigen woorden)
- Om lid v SG te kunnen zijn moet men NL’er zijn, min. 18 jaar (als de kandidaat wordt
toegelaten, dus tijdens verkiezingen kan jonger) en niet uitgesloten van het kiesrecht

actieve kiesrecht: stemgerechtigheid
passieve kiesrecht: gekozen kunnen worden in SG

Opstappen: in beginsel 4 jaar lid, maar mag eerder opstappen. Gebeurt veel bv door:
gezondheidsproblemen, prive-situaties, overstappen naar kabinet, carriereredenen
De open zetel is dan voor de kandidaat die het hoogst op de lijst stond in lijstvolgorde

‘Machtsverdeling, Grondwet en conventie’

conventies: verplichtingen voor regering en parlement om volgens een bep. gedragspatroon te
handelen die deel uitmaken van het ongeschreven staatsrecht.

Verdeling van macht
In de loop der jaren is de opvatting van de kiezer centraal komen te staan, er moet worden gelet op
sociale kwesties. Doordat kleine partijen in de politiek komen, gaan minder stemmen verloren →
partijendemocratie. Evenredigheid wordt belangrijk in de verdeling van macht (hoe meer zetels, hoe
meer invloed)
Tegenwoordig niet meer meerderheidsstelsel, waarbij een duidelijk links of rechts blok tot uiting komt,
meer nadruk op sluiten compromissen voor samenwerking in coalitie.

Twee wetmatigheden die die het gedrag van politici in NL beïnvloeden:
1. evenredige verdeling: niet duidelijk meer aan te wijzen hoe politici ‘het algemeen belang’
kunnen behartigen, dus verdeling over fractie/partijen. Na de verkiezingen geldt: hoe meer
stemmen, hoe meer zetels. Hoe meer zetels, hoe meer de partij het voor het zeggen heeft in
formatieonderhandelingen.
2. wederkerigheid: leden vd coalitie zullen elkaar moeten houden aan nakomen van afspraken.
Als dit niet gebeurt, kan er kabinetscrisis ontstaan en een Kamerlid zijn zetel verliezen.
Kamerleden stemmen dus vaak in met dingen, ook als ze oneens zijn
staatsrechtelijke regels worden dus nageleefd want op korte termijn kunnen politici niet-naleven, maar
op lange termijn krijgt hij daar problemen mee.

Grondwet

,Langzaamaan gaat politici zich richtten op de wensen van de kiezer ipv de uitleg van de Gw over een
bepaalde kwestie.
politiek voor de kiezer → politiek van de kiezer
De Grondwet speelt dus niet meer zo’n grote rol als eerst.
Tegenwoordig meer aandacht voor machtsverdeling dat constitutionele kwesties
deconstitutionalisering: in de Gw geregelde aangelegenheden worden toevertrouwd aan de
wetgever.
na Gw verziening in 1983 Gw verkort en geflexibiliseerd: ruimte voor ontwikkeling vd constitutie,
zonder constante aanpassing. Leidde ook tot fundamentele wijzing staatsrecht

Conventie
Eind 19e eeuw discussie over de vraag of ook ongeschreven regels in de vorm van conventies een
rechtskarakter kunnen hebben. → ontstaan van conventies
Volgens Britse theorievorming is de conventie geen rechtsregel, omdat deze niet door een rechter
gehandhaafd kan worden.
Volgens Struycken dient de conventie onder het (gewoonte)recht te vallen, als het aan criteria
voldoet: duurzame gewoonten die wrden gedragen door algemene rechtsovertuiging. Deze
theorievorming houdt niet lang stand.
Volgens de leer van Dölle geldt een ongeschreven regel als rechtsregels als: ten minste 1 of meer
precedenten op het bestaan vd gewoonte wijzen en bij alle betrokken organen de overtuiging bestaat
dat het recht dwingt tot het volgen van die gewoonte.
Volgens Kortmann kan de ongeschreven regel in het recht gebruikt worden als het de bestendigheid
van het staatsbestuur beschermt.
Idee: primaire regels: ongeschreven regels die afwijking toelaten en secundaire regels: regelt hoe
de primaire regels worden erkend.
Tegenwoordig vertrouwensregel motie van wantrouwen; het vertrouwen in een Kamerlid is verloren,
dus zal zijn ontslag aanbieden.

, Artikel: ‘Het legaliteitsbeginsel als hoeksteen van het staats- en bestuursrecht

Legaliteitsbeginsel
- het optreden van de uitvoerende macht (bestuur) moet berusten op een nadrukkelijk
wettelijke grondslag
- zonder die wettelijke grondslag mag het bestuursorgaan de handeling niet verrichten
- waarborgt de vrijheid van de burger (terwijl het ook gelijk wat inperkt)
Rechtsstaatsbeginsel
- zowel de burger als de overheid zijn onderworpen aan het recht

Verschil rechsstaats- en legaliteitsbeginsel: het rechtsstaatsbeginsel vereist slechts dat de wet niet
wordt overtreden, het legaliteitsbeginsel gaat verder en vereist uitdrukkelijke wettelijke grondslag
opdat mag worden opgetreden.

Eisen voor een goede wettelijke grondslag:
1. uitdrukkelijke toekenning van bevoegdheid aan bestuursorgaan
2. geeft aan met welk doel/oogmerk de bevoegdheid behoort te worden uitgevoerd.
3. onder welke voorwaarden dit dient te gebeuren
4. waar de grenzen daarvan liggen
5. welke nadere voorschriften t bestuursorgaan daarbij aan betrokkenen kan opleggen
Hoe nauwkeuriger de bevoegdheid is omschreven → hoe specifieker de grondslag

De reikwijdte van het legaliteitsbeginsel (dus bedoeld om na te streven) is beperkt, niet al
overheidsoptreden heeft wettelijke grondslag nodig. Bij het strafrecht is dit echter wel het geval + een
aantal door Gw vastgelegde ow’en zoals belastingen of beperken grondrechten

Arresten met betrekking op het legaliteitsbeginsel:
- fluorideringsarrest: essentie: ‘ingrijpende maatregelen’ moet berusten op een (specifieke)
wettelijke grondslag.
- Methadonbriefarrest: essentie: ‘bindende voorschriften’ moeten van wettelijke grondslag zijn
voorzien.
Overigens hoeft niet alles op wettelijke grondslag te berusten: bv niet-ingrijpende maatregelen of
bindend in de zin van jurisprudentie (zoals de arresten)

Functies v het legaliteitsbeginsel:
1. voorkomt dat de overheid misbruik maakt van haar bevoegdheden
2. voorkomt willekeurig overheidsoptreden
3. bevordert de rechtszekerheid en -gelijkheid van overheidsoptreden
4. verwezenlijking van het democratisch ideaal: doordat vertegenwoordigende organen ook
wetgever zijn, heeft het volk indirect ook meebeslist

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauralascher. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.51
  • (0)
  Add to cart