100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges politie en veiligheid $8.00
Add to cart

Summary

Samenvatting hoorcolleges politie en veiligheid

 12 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoorcolleges (1t/m 12) politie en veiligheid.

Preview 4 out of 53  pages

  • October 17, 2024
  • 53
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Politie en veiligheid
Hoorcollege 1: De politiefunctie en de geschiedenis van de Nederlandse politie.

Extra info over vak:

- Required reading is onderdeel van tentamen, kan gedurende het vak nog bijgewerkt worden.
- 3 hoofdstukken per college ongeveer
- Boek, Politie 4e druk 2024.

Politie en politiefunctie:

Politie als politieke instelling (1)

- Politea, polis, politics, policie, politie
- Staatsvormingsprocessen 17e/18e/19e eeuw:
o Kenfunctie staat: interne/exterene veiligheid. Belasting, organisatie/bestuur
o Overheidsmonopolie fysiek geweld
o Opbouw rechtsstaat

Politie als politieke instelling (2)

- Politie ‘recent’verschijnsel: Napoleontische periode.
- High and low policing (Brodeur, 1983/1988)
- Politie-systemen vanag 1650 langs continuum: belangen van de staat ene uiterste, belangen
burger andere uiterste
- Politiestaat: Nazi-Duitsland, communistische landen (Voormalig Oost-Duitsland: Stasi) en
dictatoriale regimes (verleden/heden)

Belangen van de staat:

- Politiestaat: Nazi-Duitsland/Stasi in voormalig DDR
- Dictatoriale regimes
- Burger als potentiële (politieke) bedreiging
- Geheime politie; informanten
- Due process afwezig; rule of law afwezig

Belangen van de burger:

- Onderdeel democratische rechtsstaat
- Rule of law, checks and balances
- Dicht bij de burger georganiseerd (buurt- en wijkteams; aanspreekbaar/ bereikbaar)
- Centraal begrip: community policing
- De-escalatie

Het begrip orde: verwijst naar het behoud van rust en stabiliteit in de samenleving, waarbij de politie
een centrale rol speelt. De politie heeft drie belangrijke functies.

1. Handhaving van de openbare orde: Dit houdt in dat de politie ervoor zorgt dat de rust en
veiligheid op straat gewaarborgd blijven, bijvoorbeeld door in te grijpen bij rellen of
demonstraties.
2. Handhaving van de rechtsorde: Dit betreft de uitvoering van wetten en het aanpakken van
criminaliteit, zoals het opsporen en arresteren van wetsovertreders.
3. Hulpverlening aan hen die dat behoeven: De politie biedt ook hulp aan burgers in nood,
zoals bij ongelukken, vermissingen of dreigende situaties.

,In de literatuur van Brodeur (1983/1988) wordt onderscheid gemaakt tussen High Policing en Low
Policing:

 High Policing / Haute Police: verwijst naar politiewerk op het niveau van staatsveiligheid en
inlichtingendiensten. Nationale veiligheid; politieke orde, verstoringen/ontwrichting (delen)
samenleving of continuïteit democratische rechtsstaat:
o Politieke inlichtingendiensten (in samenwerking met politie)
o AIVD, MIVD, NCTV
o Methoden: open bronnen, interceptie berichtenverkeer, observatie, agenten en
bronnen (informanten)
o Links en rechts activisme, dierenactivisme, non-proliferatie, economische spionage,
terrorisme, radicalisering
 Low Policing betreft het dagelijkse politiewerk in wijken en steden, gericht op het handhaven
van de openbare orde en het aanpakken van alledaagse criminaliteit. 24/7 ‘kleine’
ordeverstoringen:
o Noodhulp, meldingen, verkeer, nachtleven, voetbalwedstrijden, grote evenementen
(crowd control)
o Functie politie:
 Noodzakelijke aanwezigheid: ‘onvermijdelijk onderdeel moderne
samenleving’ (Reiner)
 Ononderhandelbaar geweld: ‘toepassing niet-onderhandelbaar geweld’ en
‘om iets te stoppen dat beter niet kan gebeuren. Nu!’ (Bittner)
 Directe interventie: ‘Er zijn’ om van ene op andere moment interventies te
plegen (Kuiper)
 Symbolische macht: Naast ‘authorative power’ ook ‘symbolic power’ van
belang (Loader)
 Kenniswerkers: Kenniswerkers (Ericson) omdat ze informatie verzamelen,
analyseren en gebruiken om te reageren op problemen in de samenleving.

De geschiedenis van de Nederlandse politie:

Fundamenten:

 1810-1813: Frans justitiebestel: Tijdens de Franse bezetting werd in Nederland het Franse
rechtssysteem ingevoerd, wat een belangrijke basis legde voor de structuur van justitie en
politie in Nederland.

 1851: Gemeentewet Thorbecke: Deze wet van Johan Thorbecke legde de basis voor de
lokale besturen, inclusief de verantwoordelijkheid van gemeenten voor hun eigen politie.

Fasen van de politieorganisatie:

 1875-1918: Moderne politieorganisatie: In deze periode vond de opkomst van een moderne,
georganiseerde politie plaats, met duidelijkere taakverdelingen en professionalisering.

 1918-1977: Professionele politieorganisatie: De politie evolueerde verder naar een
professioneel korps, met nadruk op opleiding en efficiëntie.

 1940-1945: Duitse bezetting: Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog stond
de politie onder directe controle van de bezetter en werd gebruikt voor handhaving van de
bezettingsmacht.

,  1977-heden: Gebiedsgebonden politieorganisatie: Vanaf 1977 werd de politie meer gericht
op lokale handhaving en betrokkenheid in specifieke gebieden, met de nadruk op
gebiedsgebonden werken.

 2013: Nationale Politie: In 2013 vond een grootschalige reorganisatie plaats, waarbij alle
regionale korpsen werden samengevoegd tot de Nationale Politie, met een centrale
aansturing om efficiënter te kunnen opereren en beter te kunnen reageren op nationale en
internationale veiligheidsvraagstukken.

Deze veranderingen hebben de politie in Nederland gevormd tot de organisatie zoals die vandaag de
dag functioneert.

Toelichting:

Inlijving bij Frankrijk 1810-1813: Tijdens de inlijving bij Frankrijk (1810-1813) werd Nederland onder
Napoleon onderdeel van het Franse Keizerrijk. Dit bracht belangrijke veranderingen in het
Nederlandse bestuurlijke en juridische systeem, waarvan enkele nu nog zichtbaar zijn.

- Nationaal justitieel bestel, Koninklijke Marechaussee
- Openbaar Ministerie leidt strafrechtelijk vooronderzoek
- Commissaris van politie
- Burgemeester leidt lokaal bestuur
- Dienaren van politie

Gemeentewet 1851: introduceerde belangrijke hervormingen in het lokaal bestuur van Nederland,
inclusief de organisatie van de politie. De wet bracht de volgende bepalingen.

- Burgemeester als hoofd van de politie: De burgemeester werd verantwoordelijk voor de
handhaving van de openbare orde in zijn gemeente en werd daarmee het hoofd van de
lokale politie.
- Gemeenteraad bevoegd voor verordeningen en financiering: De gemeenteraad kreeg de
bevoegdheid om lokale regels (verordeningen) uit te vaardigen en werd verantwoordelijk
voor de financiering van de eigen politie, waardoor meer autonomie werd gegeven aan
lokale besturen.
- Politiebesluit van 1851: Hierin werd bepaald dat de gemeentepolitie niet alleen dienstbaar
was aan de lokale openbare orde, maar ook een rol vervulde in bredere rijkspolitiezorg,
waardoor ze in bepaalde gevallen taken van nationaal belang uitvoerde.
- Rijksveldwacht (1858): Dit was een landelijke eenheid die werd opgericht om landelijke
gebieden te bewaken en handhaven, vooral waar de gemeentelijke politie te kort schoot.

Fundament Nederlands politiebestel:

Structurele spanningen:

 Justitie vs. Bestuur:
Er is een spanningsveld tussen de verantwoordelijkheden van de justitie (gericht op
wetshandhaving en strafrecht) en het bestuur (gericht op openbare orde en veiligheid). Dit
komt naar voren in de taakverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de burgemeester.
 Strafrecht vs. Ordehandhaving:
Terwijl strafrecht draait om het vervolgen van overtreders en het toepassen van recht, is
ordehandhaving meer gericht op preventie en het handhaven van rust en veiligheid op
straat. Dit kan leiden tot conflicterende prioriteiten binnen de politietaken.

,  Nationaal vs. Lokaal:
De politie heeft zowel nationale als lokale verantwoordelijkheden. De nationale overheid wil
een efficiënte, centrale aanpak van politiezorg, terwijl lokale overheden (zoals gemeenten)
vaak specifieke, lokale aandachtspunten hebben.
 Procureur-generaal vs. Burgemeester:
De procureur-generaal vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie en is verantwoordelijk
voor de strafrechtelijke handhaving, terwijl de burgemeester verantwoordelijk is voor de
openbare orde. Dit creëert een spanningsveld over wie de politie aanstuurt.
 Efficiëntie vs. Legitimiteit:
De politie moet efficiënt werken, bijvoorbeeld bij het snel aanpakken van criminaliteit.
Tegelijkertijd moet zij handelen binnen de grenzen van de wet en het vertrouwen van de
bevolking behouden, wat haar legitimiteit versterkt.
 Repressie vs. Preventie:
Repressie betekent het streng aanpakken van overtreders, terwijl preventie gericht is op het
voorkomen van criminaliteit door bijvoorbeeld voorlichting en toezicht. Beide benaderingen
kunnen op gespannen voet staan wanneer de nadruk te veel op een van de twee komt te
liggen.

Deze spanningen zijn fundamenteel voor het functioneren van de Nederlandse politie en vereisen
een voortdurende balans tussen verschillende belangen en verantwoordelijkheden.

1875-1918: Moderne politie:

- Verstedelijking en industrialisering leidden tot modernisering van de politie in grote steden,
elders stagnatie
- Politie krijgt georganiseerd, hiërarchisch verband
o waardoor de organisatie professioneler werd en beter controleerbaar.
- Nog geen opleiding
o Politieagenten werden op de werkvloer opgeleid zonder een gestructureerde
scholing.
- Militaire discipline, nauwelijks dienstinstructies
o Dit zorgde voor een strikte, maar soms inefficiënte handhaving.
- Permanent toezicht in hele grondgebied gemeenten, nachtwacht verdwijnt
- Onuitgesproken doel: bedwingen sociale onrust
o Hoewel dit niet altijd expliciet werd uitgesproken, had de politie een belangrijk doel
om de sociale onrust te beheersen, vooral door de groeiende arbeidersbewegingen
en de daarmee samenhangende protesten.
- Recherche in grote steden
o markeerde een verschuiving naar meer gestructureerde opsporingsmethoden,
waarbij misdaadonderzoek een specialisatie werd binnen de politie.

In deze periode legde de politie de basis voor de verdere professionalisering en specialisatie in het
begin van de 20e eeuw.

Eerste Wereldoorlog 1914-1918 Impact krijgsmacht: In het algemeen zorgde de Eerste
Wereldoorlog voor een grote belasting van de Nederlandse krijgsmacht, ondanks de neutraliteit van
het land, en leidde het tot een grotere bewustwording van het belang van een goed georganiseerde
defensie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indysimone. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.00  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added