Oefenvragen en antwoorden VOLLEDIGE literatuur Psyche en Soma
7 views 0 purchase
Course
Psyche en Soma (P_BANDEKA)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Wil je testen of je alle stof vanuit de literatuur kent? Deze oefenvragen en antwoorden komen rechtstreeks uit de opgegeven literatuur. Ook zijn ze op een gestructureerde manier vormgegeven (opgegeven literatuur per bijbehorend college). Ideaal dus!
handboek psychologische interventies bij somatisch
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Psychologie
Psyche en Soma (P_BANDEKA)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
marjolein8
Content preview
Oefenvragen literatuur bijbehorend bij college
‘Introductie Psyche & Soma’
Hoofdstuk 10 ‘De rol van Lifestyle en Stress in Relatie tot Gezondheid en Ziekte’ (Pool)
1: Hoe wordt vermoeidheid gedefinieerd bij chronisch-somatische aandoeningen, en welke dimensies spelen
een rol in deze vermoeidheid?
Antwoord: Vermoeidheid bij chronisch-somatische aandoeningen wordt gedefinieerd als een subjectief gevoel
van uitputting dat vaak langdurig aanwezig is en niet in verhouding staat tot de geleverde inspanning. Het kan
niet worden verlicht door rust. De vermoeidheid kan verschillende dimensies omvatten, namelijk fysieke,
emotionele en cognitieve vermoeidheid. Fysieke vermoeidheid omvat lichamelijke uitputting, emotionele
vermoeidheid betreft gevoelens van overweldiging en stress, en cognitieve vermoeidheid gaat gepaard met
concentratieproblemen en verminderde mentale scherpte.
2: Welke biologische, psychologische en sociale factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan en het in stand
houden van vermoeidheid?
Antwoord: Volgens het biopsychosociale model wordt vermoeidheid beïnvloed door een combinatie van
biologische, psychologische en sociale factoren:
Biologische factoren: De aandoening zelf, ontstekingsreacties in het lichaam, hormonale disbalans, en
bijwerkingen van medicijnen.
Psychologische factoren: Stress, angst, depressie, en catastroferende gedachten over vermoeidheid kunnen het
gevoel van uitputting versterken en in stand houden.
Sociale factoren: Sociale steun, werkdruk, gezinsverantwoordelijkheden, en het ervaren van een verminderde
rol in de maatschappij kunnen ook bijdragen aan vermoeidheid.
3: Wat is de vicieuze cirkel van inactiviteit en vermoeidheid, en hoe kan deze worden doorbroken?
Antwoord: De vicieuze cirkel van inactiviteit en vermoeidheid houdt in dat mensen met chronische
vermoeidheid vaak activiteiten vermijden om verdere uitputting te voorkomen. Deze vermijding leidt tot fysieke
deconditionering en een afname van spierkracht en uithoudingsvermogen, wat op zijn beurt de vermoeidheid
verergert. Het doorbreken van deze cirkel kan worden bereikt door graduele activatie, waarbij patiënten
geleidelijk weer fysieke activiteiten opbouwen, en door hen te leren om hun energie beter te managen,
bijvoorbeeld door middel van cognitieve gedragstherapie (CGT). Dit helpt hen om fysieke en mentale grenzen te
herkennen en hun activiteiten gelijkmatig te spreiden.
4:Wat zijn enkele van de belangrijkste psychologische interventies bij de behandeling van vermoeidheid, en
hoe werken ze?
Antwoord: De belangrijkste psychologische interventies bij de behandeling van vermoeidheid zijn:
- Cognitieve gedragstherapie (CGT): Deze therapie richt zich op het identificeren en veranderen van
negatieve of disfunctionele gedachten en gedragingen die vermoeidheid in stand houden. Dit omvat
cognitieve herstructurering, waarbij patiënten leren om hun opvattingen over vermoeidheid te
veranderen, en gedragsmatige interventies zoals graduele activatie.
- Mindfulness-based therapieën: Deze therapieën, waaronder Mindfulness-Based Stress Reduction
(MBSR) en Acceptance and Commitment Therapy (ACT), helpen patiënten om hun aandacht te richten
op het heden en om te leren omgaan met vermoeidheid zonder zich ertegen te verzetten. Deze aanpak
kan de stress verminderen die gepaard gaat met vermoeidheid en de kwaliteit van leven verbeteren.
5: Waarom is een multidisciplinaire aanpak vaak effectief bij de behandeling van vermoeidheid?
Antwoord: Een multidisciplinaire aanpak is vaak effectief omdat vermoeidheid een complex symptoom is dat
door verschillende factoren wordt beïnvloed (biologisch, psychologisch, en sociaal). Door een team van
specialisten in te schakelen, zoals een psycholoog, fysiotherapeut, ergotherapeut en eventueel een diëtist, kan
de patiënt op meerdere vlakken worden ondersteund. Elk lid van het team richt zich op een specifiek aspect van
de vermoeidheid: de psycholoog kan helpen met cognitieve en emotionele problemen, de fysiotherapeut met
fysieke conditie en beweging, en de ergotherapeut met energiebeheer in het dagelijks leven. Samenwerking
tussen disciplines biedt een holistische benadering die vaak tot betere resultaten leidt.
1
,6: Wat is het verschil tussen acute en chronische vermoeidheid, en waarom is dit onderscheid belangrijk in de
behandeling?
Antwoord: Acute vermoeidheid is van korte duur en wordt meestal veroorzaakt door een tijdelijke fysieke of
mentale inspanning, zoals intensief werk of gebrek aan slaap. Het verdwijnt meestal na voldoende rust.
Chronische vermoeidheid daarentegen is langdurig aanwezig (meestal langer dan zes maanden) en kan niet
worden verlicht door rust. Dit onderscheid is belangrijk omdat chronische vermoeidheid vaak meer invaliderend
is en complexere, langdurige behandelingen vereist. Bij de behandeling van chronische vermoeidheid moeten
zowel fysieke, psychologische als sociale factoren worden aangepakt, omdat het niet enkel door fysieke rust kan
worden opgelost.
7: Welke rol spelen slaapstoornissen in de ontwikkeling van vermoeidheid bij chronische aandoeningen?
Antwoord: Slaapstoornissen spelen vaak een centrale rol in het ontstaan en de instandhouding van
vermoeidheid bij mensen met chronische aandoeningen. Gebrekkige slaapkwaliteit of een verstoord
slaappatroon kan leiden tot onvoldoende herstel van het lichaam, wat de vermoeidheid verergert. Chronische
pijn, ademhalingsproblemen of stress kunnen leiden tot slapeloosheid of frequent nachtelijk ontwaken, wat de
totale hersteltijd vermindert. Een slechte slaap kan op zijn beurt zorgen voor meer vermoeidheid overdag, wat
de vicieuze cirkel van vermoeidheid versterkt. Behandelingen die gericht zijn op het verbeteren van de
slaapkwaliteit kunnen daardoor een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen van vermoeidheid.
8: Welke copingstrategieën kunnen bijdragen aan het in stand houden van vermoeidheid, en welke
aanpassingen zijn nodig om deze te verbeteren?
Antwoord: Sommige verkeerde copingstrategieën, zoals vermijding van activiteiten of het afwisselen van
periodes van overbelasting en volledige rust (pacing), kunnen bijdragen aan de instandhouding van
vermoeidheid. Vermijding leidt tot deconditionering en een toename van vermoeidheid op de lange termijn.
Aanpassingen die nodig zijn om deze patronen te doorbreken, omvatten graduele activatie, waarbij patiënten
leren om hun energie gelijkmatiger te spreiden over de dag, zonder zichzelf te overbelasten. Daarnaast kan het
helpen om patiënten te leren om realistische doelen te stellen, hun grenzen te respecteren en cognitief te
werken aan het veranderen van negatieve overtuigingen over vermoeidheid.
Hoofdstuk 3: "Stress en Gezondheid" (Ayers)
1. Wat is stress en hoe kan het de gezondheid beïnvloeden?
Antwoord: Stress is een fysiologische en psychologische respons op situaties die als bedreigend of uitdagend
worden ervaren. Het kan de gezondheid beïnvloeden door de activering van het sympathische zenuwstelsel en
de vrijlating van hormonen zoals adrenaline en cortisol, wat kan leiden tot verhoogde hartslag, bloeddruk en
andere lichamelijke reacties. Chronische stress kan op lange termijn leiden tot aandoeningen zoals hart- en
vaatziekten, verzwakt immuunsysteem, angst en depressie.
2. Beschrijf de rol van het Transactionele Model van Stress en Coping van Lazarus en Folkman.
Antwoord: Het Transactionele Model stelt dat stress ontstaat uit een wisselwerking tussen de persoon en de
omgeving. Volgens dit model ervaren mensen stress wanneer ze een situatie beoordelen als een bedreiging en
wanneer ze denken niet voldoende middelen te hebben om ermee om te gaan. Copingstrategieën, zoals
probleemgerichte en emotiegerichte coping, spelen een belangrijke rol in het verminderen van stress.
3. Hoe verschilt acute stress van chronische stress?
Antwoord: Acute stress is kortdurend en kan ontstaan door directe, tijdelijke uitdagingen, zoals een examen of
een presentatie. Het activeert de "vecht-of-vluchtreactie", wat in sommige situaties nuttig kan zijn. Chronische
stress, daarentegen, ontstaat door langdurige stressoren, zoals financiële problemen of voortdurende
werkdruk. Chronische stress kan leiden tot negatieve effecten op de gezondheid, waaronder hartziekten,
depressie en een verzwakt immuunsysteem.
4. Welke lichamelijke systemen worden beïnvloed door stress?
Antwoord: Stress heeft invloed op meerdere systemen in het lichaam, waaronder:
- Het immuunsysteem: Stress vermindert de effectiviteit van het immuunsysteem, waardoor de vatbaarheid
voor ziektes toeneemt.
- Het cardiovasculaire systeem: Stress verhoogt de bloeddruk en kan bijdragen aan hart- en vaatziekten.
2
,- Het endocriene systeem: Stress zorgt voor de afgifte van stresshormonen zoals cortisol, wat op lange
termijn schadelijk kan zijn voor het lichaam.
5. Noem en beschrijf twee copingstrategieën die mensen kunnen gebruiken om met stress om te gaan.
Antwoord:
1. Probleemgerichte coping: Hierbij probeert iemand de bron van de stress direct aan te pakken door
bijvoorbeeld een plan te maken om een probleem op te lossen of hulp te zoeken. Dit type coping is effectief
wanneer de stressbron beheersbaar is.
2. Emotiegerichte coping: Hierbij probeert iemand de emotionele impact van de stress te verminderen,
bijvoorbeeld door te praten over gevoelens of ontspanningstechnieken te gebruiken. Dit kan nuttig zijn
wanneer de stressbron niet direct kan worden veranderd.
6. Hoe kan sociale steun de impact van stress verminderen?
Antwoord: Sociale steun kan dienen als buffer tegen de negatieve effecten van stress. Mensen die steun
ontvangen van vrienden, familie of collega's ervaren minder stress en zijn beter in staat om met stressvolle
situaties om te gaan. Sociale steun kan emotionele troost bieden, helpen met praktische oplossingen of een
gevoel van verbondenheid creëren, wat helpt bij het verminderen van gevoelens van isolatie en angst.
7. Wat zijn enkele methoden om stress te verminderen?
Antwoord:
- Cognitieve gedragstherapie (CGT): Dit helpt mensen hun negatieve denkpatronen te identificeren en te
veranderen, waardoor ze effectiever met stress kunnen omgaan.
- Ontspanningstechnieken: Technieken zoals meditatie, ademhalingsoefeningen en progressieve
spierontspanning kunnen helpen om de fysieke symptomen van stress te verminderen.
- Lichaamsbeweging: Regelmatige fysieke activiteit kan de productie van stresshormonen verlagen en
tegelijkertijd endorfines vrijmaken, wat het welzijn verhoogt.
8. Wat is het Algemeen Aanpassingssyndroom (GAS) en welke fasen omvat het?
Antwoord: Het Algemeen Aanpassingssyndroom (GAS) is een model ontwikkeld door Hans Selye dat beschrijft
hoe het lichaam reageert op langdurige stress. Het omvat drie fasen:
Alarmfase: De vecht-of-vluchtreactie wordt geactiveerd.
Weerstandsfase: Het lichaam probeert zich aan te passen aan de aanhoudende stress en de fysiologische
reacties stabiliseren.
Uitputtingsfase: Na langdurige blootstelling aan stress raken de lichamelijke reserves uitgeput, wat kan leiden
tot een verhoogd risico op ziektes en aandoeningen.
Hoofdstuk 17 Evidence-Based Practice (Ayers)
1. Wat is Evidence-Based Practice (EBP)?
Evidence-Based Practice (EBP) is een methode van zorgverlening waarbij beslissingen gebaseerd zijn op het
beste beschikbare wetenschappelijke bewijs, gecombineerd met klinische expertise en de voorkeuren van de
patiënt. Het doel is om de meest effectieve en gepersonaliseerde zorg te bieden.
2. Wat zijn de drie pijlers van EBP?
De drie pijlers van EBP zijn:
- Wetenschappelijk bewijs: Het gebruik van resultaten uit klinische onderzoeken en studies.
- Klinische expertise: De ervaring en vaardigheden van de zorgverlener.
- Patiëntvoorkeuren: De waarden, behoeften en wensen van de patiënt.
3. Waarom is EBP belangrijk in de gezondheidszorg?
EBP is belangrijk omdat het:
- De effectiviteit en veiligheid van behandelingen verhoogt.
- De kwaliteit van zorg verbetert door gebruik te maken van de meest recente en betrouwbare informatie.
- De tevredenheid van patiënten vergroot door hen te betrekken bij de besluitvorming.
- Onnodige of ineffectieve behandelingen voorkomt en kostenbesparend werkt.
3
, 4. Wat zijn de vijf stappen van het EBP-proces?
De vijf stappen van het EBP-proces zijn:
- Een klinische vraag formuleren: Gebruik de PICO-methode om een specifieke vraag te stellen (Patiënt,
Interventie, Comparison, Outcome).
- Zoeken naar het beste beschikbare bewijs: Zoek in betrouwbare databases naar relevante studies.
- Beoordelen van het bewijs: Analyseer de kwaliteit en toepasbaarheid van het gevonden bewijs.
- Integreren van bewijs, expertise en patiëntvoorkeuren: Gebruik klinische ervaring om het bewijs toe te
passen en overleg met de patiënt over diens voorkeuren.
- Evalueren van de resultaten: Beoordeel de effectiviteit van de interventie en pas indien nodig aan.
5. Wat is de PICO-methode en waarvoor wordt deze gebruikt?
De PICO-methode is een hulpmiddel om klinische vragen te structureren en staat voor:
P: Patiënt of probleem
I: Interventie
C: Comparison (vergelijking met andere behandeling, indien van toepassing)
O: Outcome (het gewenste resultaat) Deze methode wordt gebruikt om gerichte en beantwoordbare klinische
vragen te stellen, wat het zoeken naar wetenschappelijk bewijs vergemakkelijkt.
6. Wat is de hiërarchie van wetenschappelijk bewijs?
De hiërarchie van wetenschappelijk bewijs ordent verschillende typen bewijs op basis van betrouwbaarheid en
kwaliteit, van hoog naar laag:
- Systematische reviews en meta-analyses.
- Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's).
- Cohortstudies en case-control studies.
- Case-reports en case-series.
- Expert opinions en klinische ervaring.
7. Welke barrières zijn er bij de implementatie van EBP?
Enkele veelvoorkomende barrières zijn:
- Tijdsgebrek: Zorgverleners hebben vaak niet de tijd om uitgebreid literatuuronderzoek te doen.
- Gebrek aan toegang tot onderzoek: Niet alle zorgverleners hebben toegang tot wetenschappelijke
artikelen of de vaardigheden om deze kritisch te beoordelen.
- Weerstand tegen verandering: Sommige zorgverleners zijn terughoudend om hun gebruikelijke praktijk
aan te passen op basis van nieuw bewijs.
- Complexiteit van onderzoeksresultaten: Het interpreteren en toepassen van onderzoeksresultaten kan
ingewikkeld zijn.
8. Wat is het verschil tussen een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT) en een cohortstudie?
- RCT: Bij een RCT worden deelnemers willekeurig toegewezen aan een behandel- of controlegroep. Dit maakt
het mogelijk om het effect van een interventie nauwkeurig te meten en causale verbanden vast te stellen.
- Cohortstudie: Bij een cohortstudie wordt een groep mensen gedurende een langere periode gevolgd om te
zien hoe blootstelling aan bepaalde factoren (zoals roken) hun gezondheid beïnvloedt. Het is een
observationele studie, wat betekent dat de onderzoekers geen interventies toewijzen.
9. Hoe kunnen patiënten betrokken worden bij EBP?
Patiënten kunnen worden betrokken door hen te betrekken bij gedeelde besluitvorming. Dit betekent dat
zorgverleners wetenschappelijke informatie uitleggen en samen met de patiënt beslissen welke behandeling
het beste aansluit bij hun persoonlijke waarden, voorkeuren en omstandigheden. Het verhogen van de
gezondheidsgeletterdheid helpt patiënten ook beter geïnformeerde keuzes te maken.
10. Hoe kan EBP de toekomst van de gezondheidszorg verbeteren?
EBP kan de toekomst van de gezondheidszorg verbeteren door:
De toegang tot digitale bronnen en databases te vergroten, waardoor zorgverleners snel toegang hebben tot
up-to-date wetenschappelijke informatie.
Patiënten meer te betrekken bij hun zorg, wat leidt tot hogere tevredenheid en betere resultaten.
Nieuwe technologieën te integreren, zoals apps en elektronische patiëntendossiers, die EBP ondersteunen door
informatie toegankelijker te maken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjolein8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.