Samenvatting aan de hand van de doelen OWE6 Partners in Preventie (PIP). Bevat alle literatuur van de HC's, belangrijke WG's, verpleegtechnische vaardigheden en anatomie en fysiologie.
Zwangerschap en voortplanting
Bevruchting en zwangerschap
Een menstruele cyclus bestaat uit 4 weken en wordt ingedeeld in 3 fasen.
- Fase 1: Menstruele fase
Deze fase treedt op als er geen bevruchting is geweest en duurt ongeveer vijf
dagen. Er wordt geen oestrogeen en progesteron geproduceerd waardoor het
baarmoederslijmvlies loslaat.
- Fase 2: Opbouwfase
Deze fase treedt op na de menstruatie en duurt ongeveer tien dagen. De
hoeveelheid oestrogeen neemt toe dus het baarmoederslijmvlies bouwt zich
weer op. Deze slijmvlieslaag is nodig zodat de bevruchte eicel zich kan nestelen
na de bevruchting.
- Fase 3: Afscheidingsfase
Deze fase treedt op nadat het baarmoederslijmvlies gevormd is en duurt tot aan
de menstruatie. In deze fase wordt er onder invloed van progesteron een
optimaal klimaat in de baarmoeder gevormd voor de innesteling. Als er geen
bevruchting optreedt neemt de vorming van progesteron en oestrogeen af.
Een ovariële cyclus bestaat uit vier weken en wordt beïnvloed door hormonen.
- Rijpen van een follikel
Het follikelstimulerende hormoon (FSH) zorg ervoor dat de eicel rijpt in de
eierstokken. Oestrogeen zorgt ervoor dat er maar een eicel rijpt per vier weken
en zorgt ervoor dat het hormoon LH vrijkomt wanneer het follikel rijp is.
- Ovulatie
Onder invloed van het hormoon LH barst het follikel open en komt deze in de
eileider. Op dat moment zorgt het hormoon progesteron voor een remming van
het hormoon LH. Er kan nu bevruchting en later innesteling optreden.
- Vorming geel lichaam
De eicel bevat het hormoon progesteron die een rol speelt bij instandhouding
van de zwangerschap. De eicel verandert langzaam in het geel lichaam wanneer
deze niet bevrucht wordt. Na ongeveer twee dagen is de eicel vergaan als deze
niet bevrucht wordt en neemt de hoeveelheid progesteron af. Wanneer de eicel
wel bevrucht is blijft de hoeveelheid progesteron in stand zodat de cel zich kan
nestelen in de baarmoeder.
Ook mannen hebben het hormoon FSH die de vorming van spermacellen stimuleert.
Mannen vormen continu spermacellen. Het hormoon ICHS zorgt ervoor dat de interstitiële
cellen in de testes het hormoon testosteron aanmaken die de vorming van spermacellen en
de werking van de zaadblaasjes stimuleert.
Tijdens de geslachtsgemeenschap komen de zaadcellen via de vagina langs de
baarmoedermond, baarmoederhals en baarmoeder naar de eileider waar de bevruchting
plaats kan vinden wanneer er een eicel aanwezig is in de eileider. Er is sprake van
bevruchting als de spermacel de eicel binnendringt met het kopgedeelte door een laag van
follikelcellen en een doorzichtige laag. Op het moment dat de zaadcel de eicel binnendringt
verandert de buitenste laag van de eicel in een ondoordringbare laag zodat er geen andere
spermacellen kunnen binnendringen. Het genetisch materiaal van de eicel smelt samen met
dat van de zaadcel zodat er weer 46 chromosomen aanwezig zijn. De erfelijke
eigenschappen liggen vast op moment van samensmelting. Er is nu een eeneiige embryo
(zygote).
De cellen gaan verder delen, klievingsdelingen, waardoor het kindje groeit. Er wordt een
blaasje gevormd die gevuld wordt met vocht. Een aantal cellen hiervan gaan de placenta
vormen en een ander deel vormt het embryo.
, De cellen gaan zich innestelen in het baarmoederslijmvlies. De placenta groeit hier ook in
vast en zorgt voor voedingsstoffen en zuurstofrijk bloed voor het kindje. Verder wordt er met
de drie kiembladen gezorgd voor de ontwikkeling van bepaalde orgaanstelsels. Ook wordt er
gezorgd voor een bescherming van schokken en druk van buitenaf voor de baby door middel
van een vruchtvlies. De embryonale fase eindigt rond week 9 als de extremiteiten in aanleg
zijn en de orgaanstelsels gevormd zijn.
In de foetale fase is er vooral sprake van groei en rijping. De foetus groeit heel snel en de
belangrijke orgaanstelsels beginnen te werken. Later gaat de foetus ook bewegen en dat
leidt uiteindelijk tot de geboortepositie. Na ongeveer 38 weken is de baby volgroeit en kan
het geboren worden.
Tijdens de zwangerschap moet je rekening houden met je eigen gezondheid op opletten met
alcohol, drugs, caffeïne, medicijnen en infecties om de baby te beschermen en complicaties
te voorkomen.
Bevalling
De hoeveelheid progesteron neemt af, de hoeveelheid oestrogeen is heel hoog en het
hormoon oxtytocine verhoogt waardoor de contracties van de baarmoeder optreden en het
kindje naar buiten wordt gedreven. Dit gebeurt in drie fases:
- Ontsluiting
In deze fase wordt het geboortekanaal gevormd door verwijding van de baarmoederhals, de
bekkenbodem en de vagina. Zo vormt zich een buis waardoor de baby naar buiten komt. De
ontsluiting wordt veroorzaakt door weeën en tegen het einde van de ontsluiting breken de
vliezen.
- Uitdrijving
Tijdens de geboorte komt het kindje uit de buik van de moeder in contact met de
buitenwereld. Het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten en volgt de rest van het
lichaam. Na de geboorte is er minder druk op de borst en komt er een sterke ademprikkel tot
stand. Dit is het begin van de circulatie in combinatie met het afknippen van de navelstreng.
De spanning van koolstofdioxide stijgt waardoor het ademhalingscentrum geprikkeld wordt.
De perifere weerstand daalt waardoor de bloeddruk rechts ook daalt de druk links stijgt
daardoor. De circulatie komt tot stand.
De Apgar-score is een score van 5 punten waarbij gelet wordt op ademhaling,
spierspanning, hartslag, reflex en huidskleur. De score wordt 1 minuut, 5 minuten en 10
minuten de geboorte afgenomen om te kijken of de baby in goede conditie is. Dit wordt
gedaan om te kijken of de baby in goede conditie is.
- Nageboorte
In deze fase wordt de placenta uitgedreven.
Neonatale fase
De neonatale fase omvat de eerste vier levensweken. Deze fase wordt gekenmerkt door
aanpassing van intra-uterien (in baarmoeder) naar extra-uterien (buiten baarmoeder) milieu.
Dit is de overgang van fysiologische naar psychosociale moederschoot.
Buiten baarmoeder: kouder; meer licht, andere en meer geluiden en minder druk op de
borstkas. sterke ademprikkel. De longen ontplooien (uitademing stembanden in
trilling) (passage geboortekanaal)
Doorknippen navelstreng + ontplooiing longen a. umbilicalis wordt afgesloten RR in
aorta stijgt en stijging koolstofdioxidespanning prikkeling ademcentrum ademen
afname weerstand long daling perifere weertand in de kleine circulatie daling RR
rechter harthelft shunt wordt voorkomen doordat foramen ovale (tussen boezems) wordt
afgesloten.
De apgarscore kan worden afgenomen waarbij wordt gekeken naar hartfrequentie,
ademhaling, spierspanning, reactie op prikkels en huiskleur. Deze score is om de algemene
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fv19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.