Dit zijn de meerkeuzevragen van het algemene deel van biomedische statistiek en epidemiologie. De antwoorden hiervan moet je zelf opzoeken via de site. Ik heb dit gedaan en in dit bestand gezet. Ook de juiste uitleg staat erbij.
Theorievragen cursus Biostatistiek/Farmaceutische data-analyse/Biomedische statistiek
De vragen in dit document zijn gebaseerd op de interactieve multiple choice vragen van het
cursushandboek (http://www.medstatsaag.com/mcqs3.asp). Bij elke vraag zijn er telkens meerdere
antwoorden juist. Op de website krijg je, na het invullen van een vraag, feedback waarom een bepaald
antwoord al dan niet juist is.
De examenleerstof voor het theorie gedeelte van de cursus wordt qua inhoud afgebakend door deze
vragen. De examenvragen theorie zullen niet noodzakelijk letterlijk uit de lijst komen, maar er zullen
geen onderwerpen gevraagd worden die niet in de lijst staan. Paragrafen en hoofdstukken die je niet
nodig hebt om onderstaande vragen te beantwoorden, hoef je ook voor het examen niet te kennen.
Het practicum gedeelte van het examen bestaat ut het analyseren van een dataset.
Hoofdstuk 1 : Soorten gegevens
Welke van onderstaande variabelen zijn categorische variabelen (meerdere antwoorden mogelijk)?
- Geslacht
- Reductie in bloeddruk na een behandeling
- Vind je dit een interessante cursus (helemaal niet/niet/wel/heel zeker)
- Behaald aantal punten (op 20) op het examen
- Percentage studenten met onderscheiding
- Behaalde graad op het examen (onvoldoende/voldoening/onderscheiding/grote
onderscheiding)
- Ernst van haemophilia (mild, middelmatig, ernstig)
- Serum bilirubin level
- Periodes van ziekte bij een patient in een jaar
Welke van onderstaande variabelen zijn numerieke variabelen (meerdere antwoorden mogelijk)?
- Geslacht
- Reductie in bloeddruk na een behandeling
- Vind je dit een interessante cursus (helemaal niet/niet/wel/heel zeker)
- Behaald aantal punten (op 20) op het examen
- Percentage studenten met onderscheiding
- Behaalde graad op het examen (onvoldoende/voldoening/onderscheiding/grote
onderscheiding)
- Reductie in bloeddruk na een behandeling
- Serum bilirubin level
- Periodes van ziekte bij een patient in een jaar
Voor een ordinale variabele geldt:
- De data zijn discreet en kunnen meerdere waarden aannemen (fout, ze zijn categorisch en
kunnen maar één of een paar waarden aannemen)
- De data zijn continu en volgen een geordende reeks (fout, ze zijn niet continue maar
categorisch. Ze volgen wel een geordende reeks)
- De data zijn categorisch
- De categorieën zijn geordend
1
, - Er zijn maar twee categorieën mogelijk (er kunnen meer dan 2 categorien zijn)
Welke van onderstaande stellingen in correct?
- Een nominale variabele heeft neemt waarden aan met een zekere orde (fout, deze stelling geldt
voor een ordinale variabele)
- Kwantitatieve data krijg je als de data een getalwaarde weergeven
- Een ordinale waarde is gebaseerd op een numerieke waarde (fout, ordinale variabele is
gerelateerd aan een specifiek type van categorische data)
- Een binaire categorische variabele kan je als nominaal of ordinaal beschouwen
- Numerieke variabelen zijn vaak een geobserveerde meetwaarde (fout, nominale data zijn
gecategoriseerd en vaak dus geen metingen)
Hoofdstuk 5. Het gemiddelde
Het rekenkundig gemiddelde (arithmetic mean) is
- Is nuttig bij een rechts scheve verdeling (fout, het gemiddelde is nuttig als de data symmetrisch
verdeeld is. Als ze naar rechts zijn verdeeld wordt het gemiddelde beinvloed door de grote
waarden en is groter dan betere manieren om het te meten zoals de mediaan)
- Komt overeen met de mediaan als de data symmetrisch verdeeld zijn
- Is altijd groter dan de mediaan (fout. Gemiddelde en mediaan zijn ongeveer gelijk als de data
symmetrisch is verdeeld maar het gemiddelde is lager dan de mediaan als de data links scheef is
verdeeld. )
- Kan niet berekend worden bij zowel positieve als negatieve waarden (fout, dit kan wel want je
telt gewoon alles op en deelt door het aantal observaties)
- Is gevoelig voor outliers
- Is een specifieke manier van een gemiddelde
De mediaan is
- Een maat voor de spreiding van de data (fout, is een maat voor de locatie van data, niet de
spreiding)
- Is nuttig bij een rechts scheve verdeling
- Is groter dan het rekenkundig gemiddelde als de data rechts scheef verdeeld zijn (fout, het
rekenkundig gemiddelde is dan juist groter dan de mediaan)
- Gebruikt minder informatie dan het rekenkundig gemiddelde
- Is gevoelig voor outliers (fout, wordt hier juist niet door beinvloed)
Hoofdstuk 6. Spreidingsmaten
Welke beweringen over de kwantielen zijn waar?
- Als je de observaties ordent van klein naar groot, is het eerste percentiel groter dan 99% van alle
observaties (fout, eerste percentiel heeft 99% van de observaties in de geordende set boven
zich, niet onder zich. De rest is groter dan deze)
- Het eerste deciel is gelijk aan de 90e percentiel (fout, eerste deciel is gelijk aan 10%, ookal heeft
het 10% onder zich)
- Als je de observaties ordent van klein naar groot, is het eerste deciel groter dan 10% van de
observaties
- De mediaan is gelijk aan de 50e percentiel
- De range is het verschil tussen de 1 e en de 99e percentiel (fout, de range is het verschil tussen de
grootste en kleinste observaties)
- De interkwartiel afstand ligt tussen het 1e en het derde kwartiel
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rd19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.