Samenvatting van alle hoofdstukken anatomie en fysiologie van de mens in OWE1 op basis van Gregoire. Vrij uitgebreid beschreven o.a. functie van het hart en afweer etc.
§1.2 Anatomie + fysiologie = functionele anatomie
De anatomie houdt zich bezig met de bouw van het lichaam, fysiologie is het meten van
functies van het levende lichaam. De bouw en de functie van bijv. een orgaan zijn
samenhangend, maar niet bepalend. De combinatie van anatomie en fysiologie noem je
functionele anatomie, hierbij behandel je de relatie tussen bouw en lichaamsfunctie.
§1.2.2 Onderzoeksmethoden
- Inspectie; observeer systematisch de buitenkant van het lichaam.
- Palpatie; tast met de handen en vingers het lichaam af zodat je iets komt te weten
over de dieper gelegen structuren.
- Percussie; klop aan de buitenkant van het lichaam om uit de toon een indruk te
krijgen van onderliggende weefsels.
- Auscultatie; luister met een stethoscoop naar de geluiden.
- Laboratoriumonderzoek; weefsels en vloeistoffen worden onderzocht.
- Röntgenstraling; opnamen maken van botten d.m.v. x-straling.
- Computertomografie (CT); hierbij kunnen ook zachte weefsels zichtbaar worden
gemaakt d.m.v. röntgen.
- Magnetic Resonance Imaging (MRI); d.m.v. sterke magnetische straling worden
waterstofatoomkernen magnetisch en zichtbaar.
- Echografie en echoscopie; beeldvormend onderzoek d.m.v. ultrageluidstrillingen.
- Doppleronderzoek; d.m.v. hoogfrequente geluidsgolven wordt de stroomrichting en
stroomsnelheid van bloed zichtbaar.
- Endoscopie; verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt
van een optische sonde. (=flexibele staaf voorzien van een minicamera. Hiermee
kunnen vrijwel alle holle organen en gewrichten worden bekeken.)
Voorbeelden: ECG met gegevens over hartactiviteit, EEG met gegevens over
hersenactiviteit en EMG met gegevens over spieractiviteit.
§1.4.3 Afkortingen
- a. = arteria (slagader)
- v. = vena (ader)
- n. = nervus (zenuw), voor (aftakkingen van) ruggenmergzenuwen
- N. = nervus (zenuw), voor hersenzenuwen
- m. = musuculua (spier)
§1.4.4 Standaardisatie
De standaardmens heeft de volgende kenmerken:
- mannelijk
- 25 jaar oud
- 1,75m lang
- 70kg zwaar
- Gemiddelde lichaamsbouw
- Gezond
, H4 Topografie
§4.1 De anatomische houding
Voor de anatomische houding gelden over de hele wereld dezelfde afspraken:
- De persoon staat rechtop
- De persoon houdt het hoofd rechtop
- De persoon houdt de armen gestrekt naast het lichaam
- De persoon keert de handpalmen naar voren
- De persoon houdt zijn voeten iets gespreid
§4.2 Doorsneden en lichaamsvlakken
Er worden drie typen lichaamsvlakken onderscheiden:
- Frontaal vlak (frontale doorsnede) ;
Loopt evenwijdig aan de lichaamsas verdeling in voor en achter.
- Transversaal vlak (transversale doorsnede) ;
Loopt evenwijdig aan vloeroppervlak en staat loodrecht op de lichaamsas verdeling in
boven en onder.
- Saggitaal vlak (siggitale doorsnede) ;
Staat loodrecht op een frontaal vlak verdeling in links en rechts.
- Mediaanvlak (medio-saggitale vlak)
Een doorsnede door neus en navel verdeling lichaam precies in twee.
In je lichaam zitten ook buisvormige structuren. Bij een transversale doorsnede
(dwarsdoorsnede) ontstaan twee cirkelvorige uiteinden. De holte die omsloten wordt door
buisvormige organen noem je lumen (gat, opening).
Bij een longitudinale doorsnede (lengtedoorsnede) er ontstaan twee gootjes.
,§4.3 Plaatsaanduiding
Plaatsaanduiding Gebruik
Ventraal (aan de buikzijde) Bij grote structuren en
Dorsaal (aan de rugzijde) grotere afstanden
Anterior (voorkant) Bij kleinere structuren en
Posterior (achterkant) kleinere afstanden
Centraal (midden) Bij uitgestrekte stelsels
Perifeer (aan de uiteinden) Zenuwstelsel of circulatiestelsel
Craniaal (kant vd schedel) Wervelkolom en CZS
Caudaal (kant vd staart) Meestal over grotere afstanden
Superior (hoger, boven) Kleine structuren en Gebruik je weinig!
Inferior (lager, beneden) afstanden
Lateraal (naar de zijkant) Algemeen
Mediaal (naar het midden)
Proximaal (kant vd romp) Bij (delen van) ledematen
Distaal (ver vd romp)
Sinister (links) Bij symmetrisch gelegen Worden altijd bekeken
Dexter (rechts) structuren vanuit het oogpunt van de
afgebeelde persoon.
Internus (inwendig) Ligging in de diepte Gebruik je weinig!
Externus (uitwendig) o.a. bloedvaten en zenuwen
, De wervels worden als volgende aangeduid;
- C1 t/m C7 7 cervicale wervels (halswervels)
- Th1 t/m Th12 12 thoracale wervels (borstwervels)
- L1 t/m L5 5 lumbale wervels (lendenwervels)
§4.4 Richtingaanduiding
Tot dynamica behoren de termen waarmee je richtingen beschrijft, richtingaanduidingen.
Een bewegingloze toestand noemen we statica.
Richtingaanduiding Gebruik
Flexie (buiging) Bewegingen van het ellebooggewricht, de
Extensie (strekking) vingers, de knie en de tenen.
Anteflexie (buiging naar voren) Bewegingen van de hele arm, het hele
Retroflexie (buiging naar achter) been, de romp en het hoofd.
Lateroflexie (buiging naar de zijkant)
Dorsale flexie (buiging naar handrug/wreef) Bewegingen met de hand en/of voet.
Palmaire flexie (buiging naar de handpalm)
Plantaire flexie (buiging naar voetzool)
Supinatie (buitenwaartse draaiing van Bewegingen van de hand en de voet.
horizontaal gehouden hand/voet,
palm/voetrand draait naar boven.)
Pronatie (binnenwaartse draaiing van
horizontaal gehouden hand/voet,
palm/wreef draait naar beneden.)
Abductie (beweging van de middellijn af) Beweging van ledematen.
Adductie (beweging naar de middellijn toe)
Exorotatie (buitenwaartse draaiing rond Beweging van ledematen.
een lengteas)
Endorotatie (binnenwaartse draaiing rond
een lengteas)
Opponeren (plaatsing van de duim Bewegingen van de duim.
tegenover de andere vingers van dezelfde
hand)
Reponeren (tegengestelde van opponeren)
§4.5 Indeling hoofd, romp en ledematen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fv19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.