Introductie
De bestuursrechtelijke handhaving vormt het sluitstuk v/h overheidsoptreden door bestuursorganen.
Als door een burger bestuursrechtelijke voorschriften (die verboden of geboden voor de burger inhouden)
worden overtreden, is het vaak mogelijk om daar strafrechtelijk tegen op te treden. Echter,
strafrechtelijke handhaving is lang niet altijd wenselijk en/of zinvol. Bijv. omdat er specifieke
bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden nodig zijn om effectief op te kunnen treden tegen een
overtreding (denk bijv. aan een bevel om een illegaal gebouwde woning af te breken). Ook kent het OM
vaak prioriteit toe aan de opsporing en vervolging van andere (zwaardere strafrechtelijke) misdrijven en
overtredingen en vormt de handhaving van overtredingen van bestuursrechtelijke wet- en regelgeving in
de praktijk vaak het sluitstuk v/d strafrechtelijke handhaving.
Wij beperken ons tot het onderwerp: De bestuursrechtelijke handhaving (ofwel: de handhaving
v/h bestuursrecht door bestuursorganen).
In deze LEH wordt o.a. besproken:
Toekenning sanctiebevoegdheden
De aard v/d sancties (beogen zij bestraffing v/d dader of herstel v/d onrechtmatige toestand)
De toepasselijkheid van verdragsrecht bij de oplegging van bestuursrechtelijke sancties (in het
bijzonder het EVRM en het IVBPR)
De betekenis van beginselen van sanctierecht
De samenloop van sancties
De invloed van EVRM-recht
In LEH 2 worden specifieke sancties nader besproken.
Leerdoelen
Het bestuursrecht kan worden gehandhaafd met strafrechtelijke, privaatrechtelijke en
bestuursrechtelijke middelen.
Uitleggen dat bevoegdheden van handhavingstoezicht bestaan in situaties van wetsovertreding
waarin (nog) geen opsporingsbevoegdheden kunnen worden aangewend.
De bevoegdheden v/d toezichthouder
De begrippen overtreding en overtreder inhouden.
De beginselplicht tot handhaving
Bestuurlijk gedogen
Bestuursrechtelijk sanctiebevoegdheid van een bestuursorgaan
De beperkingen uit art. 6 EVRM voor de toepassing van een bestuursrechtelijke
sanctiebevoegdheid
Bestuursrechtelijke sanctie
Bestraffende sanctie
Herstelsanctie
Drie punten waarvoor het onderscheid tussen herstel- en bestraffende sancties van belang is
Op welke punten t.a.v. de uitoefening van bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheid
bijzondere procedurele eisen gelden
Welke eisen uit het evenredigheidsbeginsel en het beginsel ‘’geen straf zonder schuld’’
voortvloeien voor de toepassing van bestuursrechtelijke sancties
In hoeverre samenloop van bestuursrechtelijke sancties met strafsancties toelaatbaar moet
worden geoordeeld
Studiestof
Tekstboek 1: H16, H17 en H18 (paragraaf 18.1, 18.6 en 18.7)
Teksten 1.1 t/m 1.5
Het bestuurlijk handhavingstoezicht is nodig om na te gaan of bestuursrechtelijke regels worden
nageleefd (door o.a. de burger).
Als de toezichthouder constateert dat er een overtreding van een bestuursrechtelijke regel wordt begaan
kan hij handhaven. Handhaving kan leiden tot een bestuursrechtelijke sanctie.
In deze kennisclip wordt besproken: Bestuurlijk handhavingstoezicht.
Rol en functie v/d toezichthouder
De verhouding tussen bestuursrechtelijk toezicht en strafrechtelijke opsporing en vervolging
Toezichtsbevoegdheden
Toezichtsbevoegdheden zijn nodig om ervoor te zorgen dat bestuursrechtelijke regels worden
nageleefd.
In de praktijk blijkt namelijk dat lang niet altijd iedereen de bestuursrechtelijke regels naleven. Het feit
dat er toezicht wordt gehouden leidt er vaak toe dat burgers niet of minder snel de geldende
bestuursrechtelijke regels overtreden. Toezicht heeft daarmee dus een preventieve werking (m.a.w.
voorkomen dat bestuursrechtelijke regels niet worden overtreden).
Het bestuur kan door het uitoefenen van toezichtsbevoegdheden overtredingen voorkomen. Zo kan zij
n.a.v. een geconstateerde overtreding handhaven en overgaan tot het opleggen van een
bestuursrechtelijke sancties. Toezicht heeft daarmee dus ook een repressieve werking (m.a.w. na het
overtreden v/d bestuursrechtelijke regels optreden).
Toezichthouder
Art. 5:11 Awb = Definitie toezichthouder
Voorbeelden:
Toezichthouderambtenaren (inspecties) zoals:
de Arbeidsinspectie
de Milieu-inspectie
de bouwtoezichthouder
de toezichthouders v/d NVWA
de inspectie van leefomgeving en transport
Zo controleert de Arbeidsinspectie of een werkplek veilig is of aan alle ARBO-eisen wordt voldaan op de
werkplek. De Arbeidsinspectie controleert ook in geval van een arbeidsongeval hoe dat ongeval heeft
kunnen plaatsen en of dat het gevolg is van een overtreding v/d Arbowet. Als dat het geval is kan er een
bestuursrechtelijke sanctie volgen, zoals een bestuurlijke boete.
Art. 5:11 Awb = Een toezichthouder moet benoemd zijn ‘’bij of krachtens wettelijke voorschrift’’ (=
wet in materiele of formele zin). M.a.w. er moet een wettelijk grondslag zijn.
Voorbeelden:
Art. 8j Opiumwet (wet in formele zin - directe vorm)
Art. 5.10 lid 3 Wabo (wet in formele zin - indirecte vorm)
Wet in materiele zin = AVV
Titel 5.2 Awb (toezicht op de naleving)
De toezichthouder moet beschikken over bevoegdheden om te kunnen controleren of bestuursrechtelijke
regels worden nageleefd.
Art. 5:13 Awb = Evenredigheidsafweging
De toezichthouder moet zich elke keer afvragen of het nodig is om van een bepaalde (ingrijpende)
bevoegdheid gebruik te maken.
De toezichthouder moet kijken hoe ver hij moet gaan om te kunnen kijken of de bestuursrechtelijke regels
worden nageleefd waarbij hij rekening houden met de inbreuk die hij kan maken door gebruik van zijn
bevoegdheid op bijv. de persoonlijke levenssfeer (grondrecht v/d burger). Als hij de bestuursrechtelijke
regels kan controleren zonder inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer, dan mag hij die inbreuk
op die persoonlijke levenssfeer niet maken. De toezichthouder moet dus een balans zoeken tussen goed
toezicht en het beperken van zijn ingrijpende bevoegdheden en het belang v/d burger.
Art. 5:14 Awb = Dit artikel sluit aan op art. 5:13 Awb.
Pagina 2 van 43
,Bij wettelijk voorschrift (wet in formele of materiele zin) of bij besluit van een bestuursorgaan kunnen de
toezichtsbevoegdheden worden beperkt.
Voorbeeld:
Art. 45 lid 3 en 4 Wet wapens en munitie = Wettelijke beperking v/d toezichtsbevoegdheid.
Let op! Bovengenoemde wil niet zeggen dat er nooit een mogelijkheid is om de toezichtsbevoegdheden
die in de Awb zijn opgenomen te verruimen (ofwel aan te vullen). Echter, dat mag enkel in uitzonderlijke
gevallen in een wet in formele zin.
Voorbeeld:
Art. 24 lid 3 Arbeidsomstandighedenwet
Medewerkingsplicht vs. zwijgplicht
Hiervoor is besproken dat de toezichthouder behoedzaam om moet gaan met zijn
toezichtsbevoegdheden. Hij moet altijd een belangenafweging maken om te kijken of het evenredig is om
een zwaar toezichtsbevoegdheid in te zetten. Daar tegenover staat dat v/d burger ook wat verwacht
wordt.
Art. 5:20 lid 1 Awb = Medewerkingsplicht
Dubbele pet toezichthouder: Dit leidt soms tot problemen, want vaak hebben toezichthouders niet alleen
een bestuursrechtelijke controlebevoegdheid maar vaak zijn ze ook tevens opsporingsambtenaar en in
die hoedanigheid hebben zij een andere pet op. Dat betekent vanuit de controle van bestuursrechtelijke
regels een medewerkingsplicht kan gelden en die kan dan ook nog steeds blijven gelden, terwijl
anderzijds door het toezicht die inspecteur ontdekt dat er ook nog een strafbaar feit is gepleegd of een
bestuursrechtelijke overtreding die met een bestraffende sanctie kan worden afgedaan. Op dat moment
zit de toezichthouder in een spagaat, want o.g.v. de toezichtbepalingen uit afdeling 5.2 Awb mag hij
verdergaande bevoegdheden gebruiken en is de burger verplicht om mee te werken aan het onderzoek,
maar aan de andere kant ontstaat er een situatie van een verdenking of verdachte in strafrechtelijke zin
of verdenking van een overtreding van een bestuursrechtelijke regel waar een bestuurlijke boete
(bestraffende sanctie) voor kan worden opgelegd. Voor de strafrechtelijke verdenking of de verdenking
van een bestuursrechtelijke overtreding waar een bestraffende sanctie voor kan worden opgelegd, moet
de toezichthouder de overtreder op dat moment wijzen op zijn zwijgrecht (cautie geven).
Art. 29 Sv. = Strafrecht – cautie geven ofwel zwijgrecht
Art. 5:10a Awb = Bestuursrecht – cautie geven ofwel zwijgrecht
Kortom, op het moment dat een regulier onderzoek na naleving van bestuursrechtelijke regels omslaat na
verdenking dat er een overtreding van een bestuursrechtelijke regel heeft plaatsgevonden waar een
bestraffende sanctie kan worden opgelegd, dan moet degene die verhoord wordt door de toezichthouder
worden gewezen op zijn zwijgrecht.
Hierdoor kan er een rare situatie ontstaan. Denk bijv. aan uitkeringen. Bij een UWV-uitkering heb je een
medewerkingsplicht waarbij kan blijken dat je een overtreding hebt begaan waar een bestraffende
sanctie voor opgelegd kan worden. Op dat moment heb je voor dat aspect een zwijgrecht. Voor beide
controlemomenten is dezelfde informatie nodig om te kijken of je recht hebt op die UWV-uitkering.
Wat je dus ziet is dat zo een toezicht waarbij het puur gaat om een controle op of de bestuursrechtelijke
regels worden nagegaan kan omslaan naar opsporing (in strafrechtelijke zin of bestuursrechtelijke zin).
Op dat moment kan blijken dat er bewijs is verzameld wat onrechtmatig is verkregen of wel rechtmatig is
verkregen maar niet gebruikt mag worden in een strafprocedure.
Bewijsuitsluiting
Wanneer is op een onrechtmatige manier in een toezichtsonderzoek informatie verkregen en wanneer
moet die informatie worden uitgesloten als bewijs bij de oplegging van een sanctie?
Casus:
John heeft een WW uitkering, maar werkt intussen wel een aanzienlijk aantal uren per week bij het
garagebedrijf van zijn neef (die moet hij o.g.v. de WW eigenlijk melden). UWV stelt een onderzoek in
n.a.v. anonieme meldingen (dit is een onderzoek i.h.k.v. de vraag of er recht bestaat op een uitkering >
medewerkingsplicht o.g.v. Awb en WW).
John werkt mee ook nog nadat de medewerkers v/h UWV duidelijk is geworden dat hij de
inlichtingenplicht heeft geschonden. Zij wijzen John niet op zijn zwijgrecht.
De medewerkers van UWV constateren dat er verminderd recht bestaat op een WW-uitkering en dat John
de inlichtingenplicht heeft geschonden. Consequentie: intrekking (met terugwerkende kracht en
terugvordering v/d onverschuldigd betaalde WW-uitkering en oplegging van een bestuurlijke boete).
CRvB oordeelt dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd. John is namelijk niet gewezen op zijn
zwijgrecht. Bewijs is dus onrechtmatig verkregen en kan dat dus niet ten grondslag worden gelegd aan de
schending v/d inlichtingenplicht.
Pagina 3 van 43
, Toelichting: De terugvordering en de intrekking v/d UWV-uitkering, dat mag daarvoor zijn de
toezichtsbevoegdheden bedoeld. Echter, het punt v/d bestuurlijke boete n.a.v. de schending v/d
inlichtingenplicht is een bestraffende sanctie t.a.v. dit punt had de toezichthouder van UWV toen hij
ontdekte dat John een tijdje voor zijn neef werkte en daarmee zijn inlichtingenplicht had geschonden door
het niet melden had hij moeten wijzen op zijn zwijgrecht. Dat is niet gebeurd en John is die verklaringen
blijven afleggen waarna de bestuurlijke boete is opgelegd.
In deze casus zie je de botsing tussen art. 5:20 Awb (reguliere toezichtsonderzoek – het onderzoek of John
recht heeft op de UWV-uitkering) en het zwijgrecht.
Let op!:
Tijdens een toezicht/controle onderzoek rechtmatig verkregen bewijs mag niet ten grondslag worden
opgelegd aan bestraffende sanctie (Reflexwerking), Saunders-arrest (niet verplicht arrest).
Pagina 4 van 43
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.