Bestuursrecht II
LEH 5: Toegangsdrempels in het bestuursrecht
INLEIDING
Introductie
Je weet nu:
Wat onder bestuursrechtelijke rechtsbescherming wordt verstaan.
Welke soorten voorzieningen kunnen worden onderscheiden (bezwaar, administratief beroep,
beroep en hoger beroep op de (bestuurs)rechter).
Dat in de Awb het uniforme bestuursprocesrecht is neergelegd (H6 t/m H8 Awb). Dit proces
bestaat o.a. uit veel procedurele bepalingen, maar bevat ook bepalingen waarin de toegang tot
de procedure wordt geregeld.
Art. 8:1 Awb = Voor belanghebbende staat beroep bij de bestuursrechter open tegen een besluit.
De kernbegrippen belanghebbende, besluit en bestuursorgaan zijn erg belangrijk voor het
bestuursprocesrecht. Daarom moet je deze beheersen en kunnen toepassen. Zij zullen (in)direct getoetst
worden op het tentamen.
In LEH 4 heb je geleerd dat;
aan het beroep op de bestuursrechter in principe een verplichte voorprocedure voorafgaat
dat de bezwaarschriftprocedure de verplicht te volgen voorprocedure is
In deze LEH (LEH 5) gaan we kijken naar; de wettelijke uitbreidingen en beperkingen die in de Awb zijn
opgenomen m.b.t. de toegang tot de bestuursrechter.
Het gaat o.a. om uitbreidingen en beperkingen v/h aan art. 8:1 Awb te ontlenen beroepsrecht.
Zo zal blijken dat in een aantal gevallen beroep openstaat tegen handelingen die niet onder het besluit-
begrip zijn te brengen, terwijl anderzijds belangrijke categorieën van besluiten door de wetgever van
beroep zijn uitgezonderd.
Ook kan het zijn dat het Awb-beroep tijdelijk geblokkeerd is
Dit betreffen toegangsdrempels.
Naast bovengenoemde toegangsdrempels die betrekking hebben op de vraag of tegen het betreffende
overheidshandelen (een bestuursrechtelijke) voorziening is opengesteld, zijn er nog andere drempels die
van belang zijn voor de ontvankelijkheid.
Zo gelden voor het indienen van een bezwaar- en beroepschrift formele vereisten.
De bezwaar- en beroepstermijnen zijn ook belangrijk. In het bestuursprocesrecht gelden korte
termijnen. Termijnoverschrijding zal in principe leiden tot een niet-ontvankelijkverklaring.
De toegangsdrempels in de Awb gelden zowel voor de voorziening van algemene bestuursrechtspraak als
voor de voorziening van bijzondere bestuursrechtspraak.
Art. 8:1 Awb spreekt over de bestuursrechter. Daaronder valt de algemene bestuursrechter (art. 8:6 lid 1
Awb), maar ook de bijzondere bestuursrechter (art. 8:6 lid 2 Awb).
Ook op het hoger beroep zijn de meeste bepalingen van H8 Awb en de bepalingen uit H6 en H7 Awb van
(overeenkomstige) toepassing (zie voor wat betreft H8 Awb art. 8:108 Awb).
Leerdoelen
kunt aangeven in welke gevallen op grond van artikel 6:2 Awb beroep kan worden ingesteld, hoewel
er geen sprake is van beroep tegen een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, Awb;
kunt aangeven welke uitbreiding van de beroepsmogelijkheden voortvloeit uit artikel 8:2, tweede lid,
Awb;
kunt aangeven aan de hand van een voorbeeld wat de beperking van artikel 6:3 Awb inhoudt;
een voorbeeld kunt geven van een geval waarin artikel 6:3 Awb niet in de weg staat aan een beroep
tegen een beslissing inzake de voorbereiding van een besluit;
kunt uitleggen in welke gevallen een beroep is geblokkeerd op grond van artikel 8:5, eerste lid, Awb;
kunt uitleggen in welke situaties een beroep op de rechter tegen een besluit, waartegen
administratief beroep is opengesteld, niet mogelijk is;
kunt aangeven wanneer de blokkade die voortvloeit uit artikel 8:5, tweede lid, Awb vervalt;
kunt aangeven welke categorieën besluiten in artikel 8:3, eerste lid, Awb van beroep zijn uitgesloten;
kunt aangeven wat de betekenis is van het bepaalde in artikel 8:3, tweede lid, Awb;
kunt uitleggen dat als in artikel 1 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak een wettelijk
voorschrift is genoemd waarin een besluitbevoegdheid wordt toegekend, het beroep tegen de
weigering om op grond van die bevoegdheid een besluit te nemen tevens van beroep is uitgesloten;
Pagina 1 van 34
, kunt aangeven wat de in de Awb geregelde termijn van beroep en bezwaar is en op welk moment die
termijn begint te lopen;
kunt aangeven in welk geval een beroep- of bezwaarschrift binnen de termijn is ingediend;
voorbeelden kunt geven van situaties waarin de termijn van beroep of bezwaar op een later tijdstip
begint te lopen dan in de normale gevallen;
kunt aangeven wat de termijn is bij het uitblijven van een besluit;
kunt aangeven in welke gevallen een prematuur bezwaar of beroep ontvankelijk is;
kunt aangeven in welke gevallen een te laat ingediend bezwaar- of beroepschrift toch in behandeling
moet worden genomen.
Jurisprudentie (verplicht)
Kettingregel
Paarden- en fokzeugenhouderij Boxmeer
Black Label Hotel Valkenburg B.V.
Pagina 2 van 34
,TOEGANGSDREMPELS – ARTIKEL 8:1 AWB EN DE KERNBEGRIPPEN
In deze LEH (LEH 5) gaan we kijken naar; de wettelijke uitbreidingen en beperkingen die in de Awb zijn
opgenomen m.b.t. de toegang tot de bestuursrechter.
Het gaat o.a. om uitbreidingen en beperkingen v/h aan art. 8:1 Awb te ontlenen beroepsrecht.
Zo zal blijken dat in een aantal gevallen beroep openstaat tegen handelingen die niet onder het besluit-
begrip zijn te brengen, terwijl anderzijds belangrijke categorieën van besluiten door de wetgever van
beroep zijn uitgezonderd.
Ook kan het zijn dat het Awb-beroep tijdelijk geblokkeerd is
Dit betreffen toegangsdrempels.
Kennisclip: Varkens in Noord-arrest HvJ-EU
Het Varkens in Noord-arrest v/h HvJ EU van 14 januari 2021 heeft gevolgen voor de toepassing van de
artt. 6:3 en 8:1 Awb in bepaalde gevallen.
Wat zijn de consequenties van dit arrest voor het Nederlandse bestuursprocesrecht?
De ABRvS heeft uitgelegd welke consequenties zij eraan verbindt.
De vragen die in dit arrest beantwoord moesten worden werden geplaats in de context v/h verdrag van
Aarhus.
Het verdrag van Aahrus ziet op:
* Toegang tot milieu-informatie
* Recht op inspraak bij besluitvorming
* Recht op toegang tot de rechter
Het gaat om een ruimte toegang als belanghebbende of algemeen belangroeperingen opkomen tegen
besluiten die gevolgen hebben voor het milieu.
Wat was er aan de hand in het Varkens in Noord arrest? Wat lag er aan ten grondslag?
De feiten uit dit arrest:
Een Nederlandse casus
Op 28 sept. 2017 verlenen B&W van Echt-Susteren een omgevingsvergunning voor een
varkensstal.
Een particulier en enkele algemeen belangverenigingen stellen beroep in bij de rechtbank en
krijgen daar art. 6:13 Awb tegengeworpen. De rechter v/d rechtbank Limburg constateert dat de
particulier en algemeen belangverenigingen niet eerst een zienswijzen hadden ingediend.
De bestuursrechter stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ-EU, omdat hij niet wist hoe hij dat
verdrag van Aahrus moest interpreteren in relatie tot art. 6:13 Awb.
De vraag was of zij gelet op het verdrag van Aahrus (dat ruime toegang openstelt bij
milieugeschillen) of zij dan toch bij de rechter ontvankelijk verklaard moesten worden ondanks zij
o.g.v. art. 6:13 Awb geen zienswijzen hadden ingediend.
N.a.v. van deze vragen is het Varkens in Nood-arrest gewezen.
Uit het Varkens in Nood-arrest blijkt dat de ruime toegang o.b.v. het Aahrus arrest in milieuzaken vereist
is onder bepaalde omstandigheden art. 6:13 Awb niet mag worden tegengeworpen aan een particulier of
een algemeen belangvereniging die een stap heeft overgeslagen in de procedure voorafgaand aan de
rechterlijke procedure.
Hoe is de ABRvS verder gegaan met de uitleg van art. 6:13 Awb n.a.v. het arrest Varken in Nood? Welke
lijnen heeft zij uitgezet?
Welk effect heeft het Varkens in Nood arrest op ons nationaal bestuursprocesrecht?
Bepaalde eisen uit de Awb moeten anders worden geïnterpreteerd of zelfs blijven zij uit toepassing.
Consequentie 1: Art. 6:13 Awb > Verruiming
Art. 6:13 Awb = De hoofdregel is dat als belanghebbende of een algemeen belangvereniging
geen zienswijze heeft ingediend hij niet in beroep kan.
Echter, een uitzondering op deze hoofregel is, als het gaat om Aahrus zaken, dan geldt deze
bepaling niet als een belanghebbende geen zienswijze heeft ingebracht. De belanghebbende
moet toch toegang hebben tot beroepsprocedure en dat geldt voor belanghebbende en
algemeen belangverenigingen.
Kortom, art. 6:13 Awb buiten toepassing blijft in een casus waarin een omgevingsrechtelijke of
milieurechtelijke geschil speelt waar het verdrag van Aahrus op zit. Heeft een belanghebbende of
een algemeen belangenvereniging verwijtbaar geen zienswijze ingediend, dan moet hij toch
worden toegelaten tot de beroepsprocedure.
Pagina 3 van 34
, Consequentie 2: Belanghebbende > verruiming
Art. 8:1 Awb = De hoofdregel is alleen belanghebbende kunnen in beroep.
Echter, een uitzondering op deze hoofdregel is, dat iemand die zienswijze heeft ingediend of
verschoonbaar niet of te laat zijn zienswijze heeft ingebracht moet ook toegang hebben tot de
beroepsprocedure ongeacht of de persoon die die zienswijze heeft ingebracht als
belanghebbende is aan te merken.
Dit kan normaal gesproken niet. In principe mag iedereen zienswijzen inbrengen, maar als het
naar de beroepsfase gaat dan is het alleen de belanghebbende die beroep mag instellen (art. 8:1
Awb).
Het belanghebbende-begrip wordt dus aan de kant geschoven in de Aahrus zaken in de zin dat
ieder die zienswijze heeft ingebracht ook beroep mag instellen tegen zo’n besluit.
Consequentie 3: Relativiteitsvereiste
Art. 8:69a Awb = Relativiteitsvereiste
Dit relativiteitsvereiste geldt wel steeds in de beroepsprocedure. D.w.z. een besluit wordt alleen
vernietigd als de bepaling waar iemand zich beroep die mogelijk geschonden is ook de belangen
van die persoon beschermt. Dat betekent dat een niet-belanghebbende die een zienswijze heeft
ingebracht en vervolgens in beroep mag die zal dan o.g.v. het relativiteitsvereiste uiteindelijk
toch niet succes hebben in de beroepsprocedure omdat het dan vaak het geval dat de regels niet
zien op de belangen die hem raken in de zin dat hij geen belanghebbende is en o.g.v. art. 8:1
Awb niet tot de procedure was toegelaten.
De verruiming onder consequentie 2 wordt vaak weer gecorrigeerd door toepassing van het
relativiteitsvereiste in art. 8:69a Awb doordat die persoon die geen belanghebbende is geen
belang heeft die niet door de regeling worden beschermd en in beroep geen succes hebben.
Kortom, de belangrijkste aspecten v/h Varkens in Nood arrest op een rij:
Pagina 4 van 34
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.