100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 6 $8.14   Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 6

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

(Uitgebreide) samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 6

Preview 4 out of 43  pages

  • October 17, 2024
  • 43
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht II
LEH 6: Het algemeen bestuursprocesrecht I


INLEIDING

Introductie
Nader komen een aantal onderwerpen van H6 Awb, die in de voorgaande LEH niet zijn behandeld, aan de
orde. Zoals:
De vraag of hangende de procedure het bestreden besluit nog mag worden gewijzigd door het
bestuursorgaan en wat er (als het besluit nog gewijzigd mag worden) vervolgens met dat gewijzigde
besluit moet gebeuren in procedureel opzicht.

H7 Awb = De (procedurele) regeling v/d behandeling van bezwaar (en administratief beroep).

Ook in deze LEH wordt besproken:
 Het verloop v/d gewone procedure bij de rechtbank.
 Een aantal ‘’bijzondere’’ procedures die gevoerd kunnen worden bij de rechtbank (als algemene
bestuursrechter).
Voorbeeld:
Procedures die zien op versnelde of vereenvoudigde behandeling v/h beroep.


Leerdoelen
 kunt aangeven wat het doel is van de bezwaarschriftprocedure;
 kunt uitleggen wie in de bezwarenprocedure moeten worden gehoord;
 kunt aangeven in welke gevallen van horen mag worden afgezien;
 kunt aangeven wat de termijn is waarbinnen op een bezwaar moet worden beslist;
 kunt uitleggen welk soort toetsing in bezwaar dient te worden verricht;
 kunt uitleggen aan de hand van een voorbeeld wat de eis van een ‘ex nunc’-toetsing inhoudt;
 globaal kunt aangeven op welke punten de regeling in de Awb voor administratief beroep afwijkt
van die voor bezwaar;
 kunt aangeven wat de hoofdregel is van de Awb met betrekking tot de schorsende werking van
beroep en hoger beroep;
 kunt aangeven wie de partijen zijn in de Awb-beroepsprocedure en waarom het van belang is dat
vast te (kunnen) stellen;
 voorbeelden kunt geven van onderzoeksbevoegdheden van de rechter;
 kunt aangeven in welke gevallen tot vereenvoudigde behandeling kan worden besloten;
 kunt aangeven welk rechtsmiddel openstaat tegen een uitspraak die met vereenvoudigde
behandeling is tot stand gekomen;
 kunt aangeven wat onder versnelde behandeling wordt verstaan;
 kunt uitleggen wat de betekenis is van artikel 6:19 Awb;
 kunt uitleggen wat de betekenis is van artikel 6:20 Awb.


Lesstof
Tekstboek 2
 23.3.3
 24.1 t/m 24.5
 24.5.1
 24.5.2
 24.5.2.1 t/m 24.5.2.3
 Kennisclip: Bestuursprocesrecht, ex nunc beoordeling en ex tunc toetsing
 Tekst 6.1 Het algemene bestuursprocesrecht – een overzicht




Pagina 1 van 43

,VOORPROCEDURE EN BEROEP

Hierna wordt besproken: Een aantal belangrijke onderdelen v/h bestuursprocesrecht.
 De onderwerpen van H6 Awb (algemene bepalingen over bezwaar en beroep).
 De (procedurele) regeling v/d behandeling van bezwaar (en administratief beroep) uit H7 Awb.
 Het verloop v/d gewone procedure bij de rechtbank (H8 Awb).
 Een aantal ‘’bijzondere’’ procedures die gevoerd kunnen worden bij de rechtbank (als algemene
bestuursrechter).




Pagina 2 van 43

,TEKST 6.1 HET ALGEMENE BESTUURSPROCESRECHT – EEN OVERZICHT

Het algemene bestuursprocesrecht – een overzicht

1. Waar is het bestuursprocesrecht geregeld? De structuur van de hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb

U weet intussen dat het bestuursprocesrecht is te vinden in de hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb. Hoofdstuk 6
geeft, zoals ook blijkt uit de titel van dit hoofdstuk, ‘algemene bepalingen over bezwaar en beroep’.
Onder het begrip ‘beroep’ valt volgens artikel 1:5 derde lid, Awb zowel het administratief beroep als het
beroep bij een bestuursrechter. Onder een ‘bestuursrechter’ vallen zowel de rechtbank (als algemene
bestuursrechter) alsook de bijzondere bestuursrechters (zie ook de omschrijving van bestuursrechter in
art. 1:4 Awb).

Hoofdstuk 6 geeft dus algemene bepalingen die gelden voor de bezwaarschriftprocedure, de procedure
van administratief beroep én de procedure bij een bestuursrechter. Op grond van artikel 6:24 Awb gelden
deze bepalingen (m.u.v. art. 6:12 Awb) tevens voor hoger beroep, incidenteel hoger beroep, het
cassatieberoep en het incidenteel cassatieberoep.

Hoofdstuk 7 geeft ‘bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep’. In dit hoofdstuk geeft
afdeling 7.2 ‘Bijzondere bepalingen over bezwaar’, terwijl afdeling 7.3 ‘Bijzondere bepalingen over
administratief beroep’ bevat. Een en ander betekent dat u het procedurerecht voor de
bezwaarschriftprocedure aantreft in hoofdstuk 6 Awb (dat immers algemene bepalingen bevat, die óók
gelden voor bezwaar) en in hoofdstuk 7, afdeling 7.2, Awb. Het procedurerecht voor een procedure van
administratief beroep is te vinden in hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7, afdeling 7.3, Awb.

Hoofdstuk 8 bevat ‘bijzondere bepalingen over beroep en hoger beroep bij de bestuursrechter’. In de
artikelen 8:1 tot en met 8:9 (afd. 8.1.1) Awb is de bevoegdheid van de bestuursrechter geregeld. De rest
van dit hoofdstuk regelt het procedurerecht inzake beroep en hoger beroep bij een bestuursrechter. Het
procedurerecht voor het beroep in eerste aanleg treft u dus aan in hoofdstuk 6 Awb (dat immers
algemene bepalingen bevat, die óók gelden voor een beroep bij een bestuursrechter zoals de rechtbank)
en in hoofdstuk 8 Awb. Voor het hoger beroep geldt materieel hetzelfde, zij het dat daarbij op grond van
artikel 6:24 Awb hoofdstuk 6 Awb van overeenkomstige toepassing is verklaard (m.u.v. art. 6:12 Awb),
terwijl hoofdstuk 8 Awb in artikel 8:108 Awb grotendeels van overeenkomstige toepassing wordt
verklaard op het hoger beroep.

Kort gezegd komt het er dus op neer dat op elke procedure bij een bestuursrechter, of dat nu de
algemene of een bijzondere bestuursrechter is en of het nu gaat om beroep of hoger beroep, hoofdstuk 6
en 8 Awb van toepassing zijn (let wel op de uitzonderingen bij hoger beroep ingevolge art. 6:24 Awb en
8:108 Awb). Een en ander betekent bijvoorbeeld dat het procesrecht voor, bijvoorbeeld, een beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak als deze op grond van artikel 2 Bbr in eerste en enige instantie oordeelt, is
te vinden in hoofdstuk 6 Awb (dat algemene bepalingen bevat ‘over bezwaar en beroep’, die óók gelden
voor het beroep bij een bijzondere bestuursrechter) en in hoofdstuk 8 Awb, dat ook geldt voor de
bijzondere bestuursrechters.


2. Nadere besluiten tijdens de procedure

Als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan dat onder bepaalde omstandigheden voor een
bestuursorgaan aanleiding geven om het besluit in te trekken of te vervangen. Dat kan onder andere het
geval zijn:

a. Als het bestuursorgaan concludeert dat degene die bezwaren heeft ingediend, zonder meer gelijk
heeft, omdat er een duidelijke vergissing is begaan. In dat geval dient het bestuursorgaan de bezwaren
gegrond te verklaren.

Er wordt dan dus een beslissing op bezwaar gegeven. Zonder de verdere bezwarenprocedure te volgen,
zal het besluit kunnen worden ingetrokken of worden herzien op de wijze die de bezwaarde wenselijk
acht, maar alléén als geen belangen van derden in het geding zijn. Zijn er wel derden-belanghebbenden
bij het besluit betrokken, dan zal de behandeling van het bezwaar in principe de gehele voorgeschreven
procedure moeten doorlopen. Gaat het om een besluit waarbij géén derden zijn betrokken, dan kan
zonder het horen van de bezwaarde, het besluit ongedaan worden gemaakt of worden gewijzigd op de
door de bezwaarde verlangde wijze. Dat blijkt uit artikel 7:3, onder e, Awb. Ter illustratie kan gewezen
worden op een besluit op grond van artikel 4:48, eerste lid, onder b, Awb waarbij een subsidie lager is
vastgesteld. Maakt de gesubsidieerde tegen deze lagere vaststelling van de subsidie bezwaar dan mag
het bestuursorgaan, als het tot de conclusie komt dat er een vergissing is begaan, zonder de
bezwarenprocedure (i.h.b. de hoorprocedure) verder te volgen die verlaging bij besluit op bezwaar
geheel of gedeeltelijk ongedaan maken.
b. Het kan ook zijn dat niet de bezwaren het bestuursorgaan aanleiding geven om het in bezwaar
bestreden besluit te wijzigen of in te trekken, maar andere feiten.



Pagina 3 van 43

, Stel dat mevrouw Schmeits een bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet heeft aangevraagd. De
uitkering is haar toegekend maar zij is het niet eens met de vastgestelde hoogte omdat geen rekening is
gehouden met het feit dat zij haar drie minderjarige kinderen verzorgt. Mevrouw Schmeits dient dan ook
een bezwaarschrift in. Stel nu, dat tijdens de bezwarenprocedure burgemeester en wethouders tot de
conclusie komen dat zij door de aanvraagster zijn ‘opgelicht’. Zij blijkt namelijk – op een ander adres –
samen te wonen met haar nieuwe vriend die een salaris van € 7600 bruto per maand verdient. In dat
geval kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 54, derde lid, Participatiewet, de
bijstandsuitkering intrekken. Zij hanteren dan een bevoegdheid die geheel losstaat van het bezwaar. Dit
mag het bestuursorgaan doen. De los van bezwaar of beroep (reeds) bestaande bevoegdheid tot
intrekking of wijziging mag gewoon worden gehanteerd.


c. In de fase dat beroep aanhangig is, kan het bestuursorgaan tot de conclusie komen dat aan het
bestreden besluit een substantieel procedureel gebrek kleeft wat het eigenlijk wil herstellen.

Als bijvoorbeeld in een zaak over een arbeidsongeschiktheidsuitkering blijkt dat de medisch deskundige
die een rapport heeft uitgebracht geen advies heeft ingewonnen bij de behandelend arts van de
betrokkene kan alsnog aan die deskundige worden gevraagd om met de behandelend arts te overleggen.
En stel dat de deskundige nadat dit overleg heeft plaatsgevonden een nieuw advies uitbrengt waarvan de
conclusie dezelfde is als van het eerdere advies waarop het bestreden besluit was gebaseerd dan is
daarmee een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek dat aan het oorspronkelijke besluit kleefde
ondervangen. Van het nieuwe advies kan gezegd worden dat het gebaseerd is op een deugdelijk
onderzoek en ook inhoudelijk beter is gemotiveerd. De vraag is vervolgens of het bestuursorgaan dan de
volledige procedure bij de rechter (met evt. nog een hoger beroep) moet afwachten of dat het dan zijn
eerdere besluit kan intrekken en vervangen door een nieuw besluit dat is gebaseerd op het nieuwe advies
van de medisch deskundige?

Op de onder a tot en met c beschreven situaties heeft artikel 6:19, eerste lid, Awb betrekking (zie
daarover ook tekstboek 2, par. 24.3 nr. 832 en 833). Als een bestuursorgaan het besluit waartegen
bezwaar of beroep is ingesteld intrekt en vervangt door een nieuw besluit heeft het al ingestelde bezwaar
of beroep op grond van artikel 6:19 Awb van rechtswege ook betrekking op dit nieuwe besluit (tenzij de
belanghebbende daar geen belang bij heeft, omdat bijvoorbeeld helemaal aan zijn bezwaar wordt
tegemoetgekomen, zie situatie a). Artikel 6:19 Awb voorkomt dat een burger, nadat hij een Awb-
procedure aanhangig heeft gemaakt, telkens opnieuw bezwaar of beroep moet instellen als hij met
nieuwe ‘verbeterde’ besluiten wordt geconfronteerd. Aan het meenemen van een nieuw besluit in een
lopende procedure is echter een aantal belangrijke voorwaarden verbonden. Zo moet het steunen op
dezelfde feiten, moet het afkomstig zijn van hetzelfde bestuursorgaan dat het voorgaande besluit nam en
moet het gebaseerd zijn op dezelfde bevoegdheid. Het is dan ook de vraag of in de onder b geschetste
situatie toepassing kan worden gegeven aan artikel 6:19 Awb. Dit valt niet zonder meer te zeggen omdat
de rechtspraak nogal complex is. Zowel voor de toepassing van artikel 6:19 Awb als tegen toepassing van
artikel 6:19 Awb kunnen valide argumenten worden aangedragen. Probeert u deze eens te benoemen.

Tot nu toe ging het om het nemen van een nieuw (intrekkings-, wijzigings-, of vervangings)besluit tijdens
de bezwaarschriftprocedure of tijdens beroep in eerste aanleg.

Er kan voor een bestuursorgaan ook een verplichting zijn om een nieuw besluit te nemen op grond van
een rechterlijke uitspraak, terwijl de (hoger) beroepsprocedure nog aanhangig is. De vraag is of artikel
6:19 Awb dan ook toepassing vindt.

Stel de werkloosheidsuitkering van Klaas wordt met terugwerkende kracht voor de duur van een half jaar
ingetrokken en teruggevorderd omdat hij volgens het UWV inkomsten had uit een illegale
hennepplantage in zijn schuur (het gaat om een bedrag van € 14.589,00). Veronderstel verder dat de
bestuursrechter van de rechtbank het intrekkings- en terugvorderingsbesluit onrechtmatig acht omdat
Klaas volgens hem heeft aangetoond dan hij geen inkomsten uit hennepkweek heeft gehad. Hij was net
begonnen, had alleen in materiaal geïnvesteerd, maar nog niet geoogst toen de kwekerij ontmanteld
werd. Op grond daarvan komt de rechter tot het oordeel dat het intrekkings- en terugvorderingsbesluit
vernietigd moeten worden. Omdat hij de handelswijze van Klaas erg laakbaar vindt, vindt hij wel dat een
gedeeltelijke intrekking en terugvordering mogelijk is. Na vernietiging van het besluit door de
bestuursrechter van de rechtbank zal het bestuursorgaan nu een nieuw besluit moeten nemen met
inachtneming van de uitspraak. Dat geldt ook als het bestuursorgaan tegen de uitspraak hoger beroep
instelt omdat het het niet eens is met de uitspraak van de rechtbank. Het instellen van hoger beroep
schorst namelijk de werking van die uitspraak niet (zie art. 6:16 Awb jo. 8:106 Awb). Als nu het
bestuursorgaan ter uitvoering van de uitspraak beslist de uitkering met terugwerkende kracht voor 50%
in te trekken gedurende zes maanden onder terugvordering van € 7.294,50,- wordt dit besluit
aangemerkt als een gewijzigd besluit dat overeenkomstig artikel 6:19, eerste lid, Awb mede onder het
hoger beroep valt (op grond van art. 6:24 Awb is art. 6:19 Awb immers van overeenkomstige toepassing
in hoger beroep).

Als Klaas hoger beroep heeft ingesteld (omdat hij vindt dat zijn uitkering helemaal niet ingetrokken en
teruggevorderd had mogen worden), dan is het logisch dat in het hoger beroep meteen ook een oordeel


Pagina 4 van 43

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demeta. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.14
  • (0)
  Add to cart