Oefentoets Waarnemen en Bewegen Bewegingswetenschappen RUG
Eigengemaakte oefentoets op basis van de 2 benodigde boeken:
Goldstein, E. B. & Cacciamani, L., “Sensation and Perception” (11th ed.).
Blau J. J. C. & Wagman, J. B., Introduction to Ecological Psychology: A lawful approach to perceiv...
Exam (elaborations) psychology Sensation and Perception
Samenvatting Sensation and Perception - UvA Psychology Selectie
Test Bank - for Sensation and Perception 11th Edition by E. Goldstein, Laura Cacciamani, All Chapters |Complete Guide A+
All for this textbook (17)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bewegingswetenschappen
Waarnemen en bewegen (BWB218)
All documents for this subject (13)
Seller
Follow
elinepeij
Content preview
Oefentoets Waarnemen en Bewegen
Bewegingswetenschappen 2024-2025
Antwoorden helemaal onderaan
1. Affordances heeft betrekking op 2 belangrijke interacterende concepten. Deze zijn
a. Het soort organisme en de capabilities die het organisme heeft
b. Het soort organisme en de omgeving waar deze zich in bevindt
c. De omgeving waar het organisme zich in bevindt en de capabilities die het organisme heeft
d. De mate waarin het organisme de omgeving kan ‘scannen’ en de omgeving waar het
organisme zich in bevindt
2. Wat is de het belangrijkste kenmerk van ecological optics in de ecologische psychologie?
a. Visuele perceptie ontstaat door mentale verwerking van beelden op het netvlies
b. Door samenwerking van fotoreceptoren zijn wij in staat diepte en grootte waar te nemen.
Met deze informatie kunnen we acties uitvoeren
c. Visuele perceptie is afhankelijk van aangeboren neurale processen in de hersenen
d. Lichtstructuren geven ons informatie door het ontstaan van een optic array in de ruimte
3. De afbeelding hiernaast is een voorbeeld van wel type illusionaire beweging?
a. Induced motion
b. Motion aftereffects
c. Implied motion
d. Representational momentum
4. Welke optie is waar voor de Reichard detectoren
a. Ze werken voor meerder richtingen maar voor maar 1 snelheid
b. De delay is bij elke detector hetzelfde
c. Signaal B wordt delayd
d. De detectoren bevinden zich op je retina
5. Er is een onderzoek gedaan naar apen en stippen die in bepaalde richtingen bewogen (zie
afbeelding) welke optie is waar voor dit onderzoek?
a. De neuronen gevoelig voor richtingen zitten in de Middle Temporal Area (MT)
b. De betrokkenheid van deze neuronen kan worden aangetoond door middel van laesies of
transcranial magnetic stimulation. Toen microstimulatie werd getest gaf dit de
betrokkkenheid niet aan.
c. Dit onderzoek geeft de relatie aan tussen gedrag en stimulus
d. Hoe groter de coherentie hoe slechter de richting kon worden aangegeven
6. Je wil de sensitiviteit van het oog meten. Hoe kun je de sensitiviteit van zowel de kegeltjes
als de staafjes testen?
a. Laat het lichtpuntje op de fovea vallen
b. Maak gebruik van monochromate mensen
c. Dit kan niet samen, je kunt alleen afzonderlijk testen
d. Laat het lichtpuntje naast het fixatiepunt vallen.
, 7. In de afbeelding hiernaast zien we:
a. Laterale inhibitie
b. Edge enhancement
c. Centrer-surround receptieve velden
d. Tiling
8. Je hebt een patiënt, hij kan je wel vertellen wat bepaalde objecten zijn maar hij is niet in
staat de juiste locatie te bepalen. Wat is er aan de hand?
a. De ventrale baan is uitgeschakeld en de dorsale baan is intact
b. De ventrale en dorsale banen zijn uitgeschakeld
c. De dorsale baan is uitgeschakeld en de ventrale is intact
d. De craniale baan is uitgeschakeld en de dorsale baan is intact
9. Wat is NIET waar over feature detectors?
a. Deze kunnen getest worden met selectieve adaptation
b. Ze geven de rol aan tussen gedrag en fysiologie
c. Ze kunnen getest worden door selective rearing
d. De tuning curve lijkt niet op die van simple cortical cells
10. Wat is waar over familiar size?
a. Dit is een binoculaire cue waar dingen in werkelijkheid dezelfde grootte hebben
b. Dit is een oculomotor cue waar dingen in werkelijkheid niet dezelfde grootte hebben
c. Dit is een monoculaire cue waar dingen in wekelijkheid niet dezelfde grootte hebben
d. Dit is een monoculaire cue waar dingen in werkelijkheid dezelfde grootte hebben
11. De situatie is als volgt (zie ogen). Rode lijn = fixatie punt boom en blauwe lijn is
de lijn van waar Bill staat. Wat geldt?
a. Bill staat op dezelfde horopter als de boom
b. Er is hier sprake van corresponderende punten bij Bill
c. Er is hier sprake van een absolute dispariteit
d. (algemeen) hoe groter de afstand tot de waarnemer, hoe kleiner de dispariteit
12. De situatie is als volgt: Er is een aap, er ligt een stukje banaan op 5 meter afstand. Wat
geldt NIET?
a. Als de binocular depth cell voor 3 meter wordt gemicrosttimuleerd zal de aap zeggen dat het
3 meter is ondanks dat het 5 meter is
b. Als de aap naar de banaan kijkt zal in zijn brein de binocular depth cell voor 5 meter oplichten
want de aap kan met zicht wel een goede inschatting maken van de afstand
c. Als de binocular dept cell voor 3 meter wordt gemicrostimuleerd zal de aap nogsteeds zeggen
dat het 5 meter is.
d. Dit onderzoek toont het verband aan tussen psychologie en perceptie
13. Het oblique effect experiment is een voorbeeld van een experiment waar de relatie wordt
getest van
a. Fysiologie en gedrag
b. Fysiologie en stimulus
c. Gedrag en stimulus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinepeij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.