Vastgoedmanagement samenvatting
Week 1 inleiding en geschiedenis huisvesting
Nederland:
Sociale huursector moet je maximaal iets verdienen. Bij vrije huur is er een minimum wat je moet
verdienen. Probleem van tegenwoordig = mensen horen niet in sociale huur en vrije huur dus
moeten kopen. Maar er zijn geen woningen te koop want te veel vraag en weinig aanbod, er is
vroeger te weinig gebouwd in de crisis. Overheid geeft hypotheekrenteaftrek en bij de huur de
huurtoeslag.
Deelmarkten
Hoofdindeling:
Markt voor koopwoningen
Markt voor huurwoningen
Per deelmarkt is er weer een nadere onderverdeling te maken, zogenoemde niches:
Nieuwbouw
Bestaande bouw
Of
Hoekwoningen
Vrijstaande woningen
Appartementen
Et cetera
Kenmerken woningen
Onmisbaarheid -> functie: veilig, droog en warm = primaire levensbehoefte
Lange bestaansduur
Fixatie van de plaats = Tiny houses kan je verplaatsen.
Kosten huisvesting beslaat aanzienlijk deel van inkomen personen
Zouden elk jaar 75.000 woningen moeten maken, maar gebeurd niet dus groot te kort op de
woningmarkt.
Huisvesting (= het huisvesten van bevolking) raakt iedereen!
“In de huisvesting gaan miljarden euro’s om, er zijn miljoenen huizen en bewoners. Elke beslissing
over eisen aan de bouw, over criteria voor woonruimteverdeling, over de hoogte van huren,
toeslagen, hypotheekeisen en belastingen heeft grote gevolgen voor de mensen die er (gaan) wonen.
Volkshuisvesting is een heel belangrijk onderwerp, in de politiek en in de levens van mensen.” (Van
der Werf, 2018)
Essentie VM II: woningmarkt→ huisvesting en woningcorporaties!
,Leerdoel vandaag:
De student kan:
Het ontstaan van volkshuisvesting en de woningcorporaties in de 19e eeuw en de daaropvolgende
ontwikkelingen gedurende de 20ste en begin 21ste eeuw benoemen en uitleggen
Geschiedenis volkshuisvesting in Nederland
Opkomst volkshuisvesting (tot 1945)
De glorietijd van de sociale woningbouw (1970-1995)
Van huren naar kopen (vanaf 1995)
Tevens opbouw van dit college
Opkomst volkshuisvesting (tot 1945)
Periode 1850-1900: Hoe het begon:
Industrialisatie→ trek van platteland naar stad. Door komst stoommachine een opmars van
de economie.
Nachtwakersstaat → overheid moest zich zo min mogelijk met de burgers bemoeien en was
er voornamelijk voor het verzorgen van de veiligheid en (in mindere mate) de
(volks)gezondheid van de burgers. Zorg voor huisvesting werd niet als overheidstaak gezien
(zo waren er geen bouweisen). Zorg voor huisvesting (zoals bouwen) werd overgelaten aan
de particuliere markt.
Te weinig goedkope woningen waren beschikbaar om de groei van arbeiders op te vangen.
Huurprijzen in de steden stegen sterk in deze periode en dit werkte speculatie met vastgoed
door particuliere beleggers in de hand.
Gevolg: “revolutiebouw “in deze periode → met inferieure bouwmaterialen werden in een hoog
tempo hele woonwijken gebouwd. Woningen waren van slechte kwaliteit door slecht materiaal,
slecht geschoolde arbeiders en bouwfraude. Verder werden bestaande (kleine) woningen gesplitst
met als gevolg sociale misstanden (onvoldoende hygiëne, besmettelijke ziektes, (drank)misbruik etc.)
Periode 1850-1900
Een deel van de gegoede burgerij (o.a. artsen, ingenieurs en juristen) kon de slechte
leefomstandigheden van de arbeidsklasse niet langer aanzien en nam het initiatief tot ingrijpen. Ook
fabrikanten zagen in dat arbeiders beter konden werken als ze beter woonden!
Het begin van de aanzwellende stroom initiatieven voor het huisvesten van de arbeidersklasse was
het oprichten van de eerste coöperatieve bouwvereniging in 1852, was particulier initiatief. In 1899
was dit gestegen tot een aantal van 112 verenigingen (met gemiddeld 70 woningen in bezit).
, Door de “verzuiling” kende men verschillende woningbouwverenigingen voor verschillende delen
van de bevolking.
De vereniging ten Behoeve der Arbeidersklasse was de eerste coöperatieve bouwvereniging
Particulieren leenden, tegen lage rente, het kapitaal aan de woningbouw-vereniging zodat deze
kwalitatief redelijke en goedkope woningen konden bouwen.
Periode 1850 – 1900
Toch werden op deze wijze te weinig woningen gebouwd om het grote probleem op te lossen. De
particuliere markt bleef belangrijk in het voorzien aan de woningbehoefte (al dan niet door
revolutiebouw!).
Enig paternalisme (bepalen voor anderen wat goed voor hen is) kwam er overigens ook kijken bij het
ingrijpen van een deel van de gegoede burgerij: Men stelde zelfs woningopzichteressen aan die de
bewoners moesten opvoeden tot beschaafde burgers. belt aan: wel gewassen en keuken schoon?
Enschede:
Textiel is laaggeschoolde arbeid.
De Krim en Sebastopol
Enschede kende ook echte arbeiderswijken. Tevens ontstonden hier ook bouwverenigingen. Zo werd
in 1861 door de Enschedese Bouwvereniging 33 arbeiderswoningen gebouwd.
Nog altijd wonen er in Enschede oude Krimfamilies, onder andere op Velve- Lindenhof, de Laares en
het plaatselijke woonwagenkamp. (Enschede-stad, 2013).
Motieven om te interveniëren (om in te grijpen):
Sociale bewogenheid van deel van gegoede burgerij;
Eigen belang van fabrikanten (gezonde werknemers kunnen harder werken!);
Politieke verschuivingen; arbeidersverenigingen begonnen druk uit te oefenen voor betere
huisvesting;
Angst voor revolutie;
Risico’s volksgezondheid.
Als gevolg van aanhoudende maatschappelijke druk blijft de overheid niet langer aan de zijlijn
toekijken→ De Woningwet 1901 werd ingevoerd!
Doel → De kwaliteit van de woningen verbeteren en slechte woningen tegengaan.
Hoe? → Door in de wet een aantal zaken te regelen:
1. Opstellen bouwvoorschriften (bouwverordening) door gemeenten waarin wordt vermeld aan
welke eisen nieuwe en bestaande woningen moeten voldoen.
2. Invoering van een bouwvergunning waardoor er zonder toestemming van de gemeente niks
meer kon worden gebouwd en verbouwd. Hierdoor controle of aan bouwverordening wordt
voldaan.
3. Gemeenten kregen ook een controlerende taak bij bestaande bouw (“Bouw- en
woningtoezicht”). Zij konden eigenaren verplichten tot onderhoud of het doen van
verbeteringen. Tevens mogelijkheid gemeente tot onbewoonbaarverklaring, ontruiming en
onteigening in de ergere gevallen.
4. Gemeenten moesten bestemmingsplannen gaan opstellen voor de stad. (Huurdersvereniging
Amsterdam, z.d.)
5. Financiële steun voor (sociale) woningbouw voor daartoe aangewezen partijen; Dit waren
partijen die specifiek in het belang van de volkshuisvesting werkzaam waren, te weten:
Gemeentelijke woningbedrijven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenniferkleinbleumink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.