100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Sociale Psychologie samenvatting Roos Vonk, HST 1 tm 6, 8 tm 11, snel lezen versie 2024 $8.02   Add to cart

Summary

Sociale Psychologie samenvatting Roos Vonk, HST 1 tm 6, 8 tm 11, snel lezen versie 2024

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is de samenvatting van Social Psychologie van Vonk uit 2022. Alleen de belangrijkste hoofdstukken voor het tentamen zijn samengevat 1 tm 6 en 8 tm 11.

Preview 4 out of 63  pages

  • No
  • 1 tm 6, 8 tm 11
  • October 18, 2024
  • 63
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
, Hoofdstuk 1 – Sociale Psychologie

1.1 Sociale invloed

1.1.3 Kuddedieren

 Need to belong: bij de groepen blijven, zich aanpassen aan elkaar,
belangrijk vinden om erbij te horen
 Social tuning: onbewust op elkaar afstemmen van gedrag, gedachten en
gevoelens
 Kameleon-effect: sociale band met anderen versterken
 Spiegelneuronen: b.v. iemand handlopen zien activeert in je eigen brein
dezelfde cellen  basis van empathie
 Hindsight bias: ‘ik heb het altijd al geweten’-effect
 Self-fulfilling prophecy: een voorspelling die zichzelf werkelijkheid maakt 
als je iemand op een bepaalde manier behandelt, beïnvloed je zijn gedrag 
als je aardig doet, doet hij ook aardig terug  bv. telefoongesprek  mannen die
een beeld van hun gesprekpartner zien  de enen een mooie vrouw en de
anderen een lelijke vrouw
 Fysiek aantrekkelijkheid: van aantrekkelijke mensen wordt verwacht dat ze
aardig zijn
 Brainstormen: liever eerst alleen werken en dan samen bespreken 
mensen in een groep doen soms minder goed hun best
 Slijmen: mensen die slijmen verkopen twee keer zo veel lootjes
 Hard to get: mensen worden hierdoor alleen nog aantrekkelijker als je hij/zij al
aantrekkelijk vond!


1.2 Het sociaal-psychologisch perspectief

1.2.1 De kracht van de situatie

 Het omstander/bijstander effect: hoe meer andere mensen er aanwezih zijn
bij een noodgeval, des te kleiner is de kans dat iemand gaat helpen des te
langer duurt het voordat mensen in actie komen  mensen voelen zich niet
persoonlijk verantwoordelijk
 Gehoorzaamheid: onderzoek elektrische schokken ‘Befehl ist Befehl’
(Milgram 1963)
- Mensen willen een autoriteit vooral gehoorzamen als ze het idee hebben
dat hij precies weet wat hij doet.
- Veer weg van het slachtoffer en niet dichtbij
- Het experiment begint onschuldig met kleine schokjes en niet meteen met
450 volt


1.2.2 De interpretatie van de situatie

 Sociale cognitie: een term die verwijst naar ons denken (cognitie) over de
sociale omgeving  er kan een grote discrepantie zijn tussen de werkelijkheid
zoals deze “echt” is en zoals deze wordt waargenomen

, 1. Mensen geven een betekenis in wat ze zien  ze zoeken een samenhang 
bv. wanneer we een man zien huilen bij een sentimentele film, heeft dat een
andere betekenis dan wanneer een vrouw precies hetzelfde doet

 2. Mensen gebruiken hun cognitieve capaciteit efficiënt
o cognitieve capaciteit: hun aandacht en denkwerk zo efficiënt mogelijk
gebruiken  omdat we niet alles onthouden kunnen wat we elke dag
zien

 3. Motieven en belangen kleuren de waarneming:
o behoefte aan een positief zelfbeeld: goed gevoel over onszelf en dat
anderen gunstig over ons denken  wij geven bv. na een scheiding
liever de ex de schuld
o behoeft aan controle: z.B. Lose ziehen und dabei hoffen, dass man
das richtige Los zieht  hilft nicht, aber man hofft es
o Automatische reacties: Het grootste deel van wat mensen doen is
onbewust. Je kunt dit vergelijken met een ijsberg: het topje dat je boven
water ziet uitsteken is bewust, maar het grootste deel van de berg zit
onder water: het onbewuste.
o Expliciet geheugen: kennis waarvan we weten dat we ze hebben 
bewust
o Impliciet geheugen: bevat kennis en ervaring waarvan we onbewust
gebruik van maken. Het is kennis die ons denken en handelen
beïnvloedt, zonder dat we kunnen aangeven waardoor dat komt.
 onbewust

 4. Veel reacties zijn onbewust en automatisch:
o Embodiment: associaties tussen lichamelijke (body) en mentale
reacties  lichamelijke reacties kunnen ons denken en voelen
beïnvloeden
o Facial feedback: De toestand van het lichaam geeft de hersenen
informatie over de gemoedstoestand. Het is een automatische
associatie tussen lichamelijke en mentale reacties. (b.v. pen in de
mond)  lachtherapie  jij wordt dus vrolijker  lachtherapie ..> jij wordt
dus vrolijker
o Warmte: het gevoel van fysieke warmte leidt tot een warmere opstelling
tegenover anderen. In een warm ruim voelen mensen zich ook meer
verwant met elkaar. Mensen die zich eenzaam voelen nemen ook
vaker een bad of een warme douche.
o Gewicht: associatie tussen gewicht en belang  bv. vragenlijst met
klembord dat ofwel licht ofwel zwaar was  bij zware klembord vonden
te het onderwerp belangrijker
o Reinheid: een schone lichaam geeft ook een gevoel van een schoon
geweten en morele reinheid  Macbeth-effect: Lady Macbeth die zich
schoon wilde wassen na de moord op King Duncan

, 1.2.3 Onderschatten van de kracht van de situatie

 Correspondentie-vertekening: de invloed van de situatie op het gedrag van
mensen te onderschatten  je neemt aan dat he gedrag van mensen
correspondeert met onderliggende persoonlijkheidseigenschappen  andere
term fundamentele attributiefout (Harris 1967)
 Induced compliance: iets als je eigen keuze ervaren maar je werd gestuurd
 Cognitieve dissonantie: b.v. jij schrijft een essay voor een verhoging van
het collegegeld, hoewel jij er eigenlijk tegen bent: je ervaart een tegenstelling
(dissonantie) tussen twee gedachten (cognities), namelijk:
1. ‘Ik ben tegen verhoging van het collegegeld’ en
2. ‘Ik schrijf uit vrije wil een betoog voor verhoging van het collegegeld.’
(omdat de docent tevoren zei dat hij nog opstellen voor een verhoging
nodig hebt.)
De toevoeging ‘uit vrije wil’ is hier van belang, want zonder zou je geen
spanning voelen. Het uiteindelijke resultaat is dan dat je iets minder tegen
een verhoging van het collegegeld bent, omdat je jezelf zeg ‘Zo erg is het ook
weer niet als het collegegeld wordt verhoogd.’ (als er geen beloning voor is)
 cognitieve dissonantie = jij kan jou gedrag aan niks toeschrijven
 egocentrische vertekening: mensen overschatten hun eigen aandeel in de
gang van zaken  bv. aannemen dat je een grotere bijdrage aan de
huishoudelijke taken levert dan jouw huisgenoot

Onderzoeksmethoden - Experiment

 vaststellen van causale relaties (oorzaak – gevolg)
 experimentele groep: hierbij verander je een variabele
 controlegroep: deze is bedoeld om het effect van de andere conditie mee te
vergelijken  hierbij laat je de variabele intact nodig
 het verschil tussen de twee groepen heet de onafhankelijke variabele  we
moeten ervoor zorgen dat de groepen vergelijkbaar zijn
 De variabele waarvan we willen weten of hij wordt beïnvloed door de
onafhankelijke variabele heet de afhankelijke variabele.
 X: oorzaakvariabele/onafhankelijke variabele = oorzaak  gemanipuleerd
 Y: effectvariabele/afhankelijke variabele = gevolg  gemeten

Beoordelen van onderzoek = validiteit

 Construct validiteit = zijn de metingen juist?  meten we wat we denken dat
we meten
o Sociale wenselijkheid
o Experimenter demand/reactiviteit van metingen
o Inzicht in eigen drijfveren en gedrag
 Interne validiteit = zijn er alternatieve verklaringen? Andere redenen
waarom je iets hebt uitgevonden
 Externe validiteit: zijn de resultaten te generaliseren?  ligt het aan de
opbouw of aan de proefpersonen
o Generaliseren naar:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Scriptiebibliotheek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
  Add to cart