100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle verplichte literatuur + jurisprudentie $8.04   Add to cart

Summary

Samenvatting alle verplichte literatuur + jurisprudentie

6 reviews
 541 views  51 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting van alle verplichte literatuur jurisprudentie van het vak Privacy en gegevensbeschermingsrecht

Preview 4 out of 47  pages

  • January 25, 2020
  • 47
  • 2019/2020
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: amberdriessen • 2 year ago

review-writer-avatar

By: tomgaspersz • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lotjebeek78 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: hezenkorkmaz • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Mya01 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Bassabas • 4 year ago

avatar-seller
Privacy en Gegevensbescherming week 1

Het grondrecht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer - Overkleeft-Verburg

Algemeen
1. Art. 10 GW (persoonlijke levenssfeer) dateert van 1983
- Uitvloeisel van toenemende betekenis van vrijheid in ‘60 jaren i.v.m. nieuwe afluister-/
beeld-/geluidstechnieken, gegevensverwerking en modernisering van
overheidsadministratie (als gevolg van uitbouw verzorgingsstaat).
- Kern eerbiediging persoonlijke levenssfeer (art. 10 GW) is bescherming van
persoonlijke vrijheid en autonomie, zowel in relatie tot de overheid (afbakening prive-
en publieke sfeer) als in relatie tot rechten en vrijheden van anderen.
- Essentiele voorwaarde voor een menswaardig bestaan, en ondersteunt niet alleen
het individualisme, maar juist participatie van vrije en mondige burgers in een
democratische samenleving
2. Art. 11 GW (lichamelijke integriteit) dateert van 1983.
3. Art. 12 GW (huisrecht) dateert van 1815.
4. Art. 13 GW (briefgeheim & telefoon- en telegraafgeheim) dateren van 1848 resp. 1983.
- Kenmerk van alle privacyrechten is dat het uitlokt tot polemiek (debat en discussie) en het
recht steeds in beweging is d.m.v. maatschappelijke (technologische) veranderingen.
- Privacy in verhouding burger - overheid vloeit voort uit het eerdere legaliteitsbeginsel (geen
inmenging in privesferen door gemeenten/staat zonder bevoegdheid - Fluoridearrest,
Meerenberg arrest, Bergen op Zoom arrest).
- Privacy in verhouding burger - burger vloeit voort uit goede trouw, redelijkheid en billijkheid,
goed werkgeverschap (in arbeidsrelaties) en onrechtmatige daad. Beroepen hierop bij
privacyinbreuken is nog steeds mogelijk middels horizontale doorwerking van privacyrechten.
- Rechtbelang informationele privacyrechten (en daaraan gekoppelde informatie- en
zeggenschapsrechten) is toegenomen, en informationele privacyrechten krijgen steeds meer
een instrumentele functie om verhoudingen (zoals arts/patient) evenwichtiger te maken.

Enkele aspecten van het grondrecht op privacy
- Door ontbrekende hierarchie is botsing tussen grondrecht privacy en andere grondrechten
onvermijdelijk
- Grondrechten worden getoetst, en ontwikkeld middels jurisprudentie →
werking recht op privacy is ontwikkeld van verticaal (burger/overheid)
maar ook horizontaal (burger/burger)
- Uitoefening overheid van sociale grondwettelijke taken botst met vaak met vrijheidsdimensie
van het recht op privacy, terwijl overheid taak heeft grondwettelijke rechten van burgers te
beschermen (de botsing tussen deze vrijheidsdimensies komt meer voor bij privacy dan bij
vrijheidsdimensies van andere grondrechten).
- ‘krachtens wet’ in art. 10 GW = beperking op recht is (in)direct herleidbaar tot formele
wetgever
- ‘Eerbiediging’ in art. 10 GW = twee betekenissen.
- negatieve verplichting/ afweerecht: met rust laten
- Positieve verplichting: inbreuken strafbaar stellen, benadeelde compenseren,
naleving handhaven
- Lid 2 en 3 art. 10 GW = regelingsverplichtingen van de formele wetgever. Uitvoering in 3
wetten Wwet persoonsregistraties, Wet politieregisters, Wet gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens)
- Complentaire werking (samenhang) met andere privacy grondrechten (11 t/m 13 GW):
voorkomt afbakeningskwesties en zorgt voor brede toepassing als de maatschappij voorbij
gaat aan de formulering van het één privacy artikel.

De bescherming van het recht op privacy in internationaal verband
- Moederbepaling privacyrecht is art. 23 UVRM. Art. 8 EVRM en art. 17 IVBPR zijn hieruit
afgeleid.
- O.g.v. art. 93, 94 GW, 60 EVRM, 5 lid 2 IVPBR werken de artikelen 8 EVRM e 17 IVBPR
rechtstreeks door in nationale rechtsorde.

, - Overlappende betekenis: in GW zijn rechten op lichamelijke integriteit en telefoon- en
telegraafgeheim, recht op persoonlijke levenssfeer aparte rechten, en in art. 17 IVPR
expliciteren deze rechten uit recht op gezinsleven en recht op goede naam.
- Art. 8 EVRM heeft overwegende betekenis door:
- jurisprudentie, waardoor art. 8 IVBPR vaak niet relevant is in toetsingskader. 8 EVRM
includeert alle elementen: privé leven, familie- en gezinsleven, woning en
correspondentie.
- Doorbreking toetsingsverbod art. 120 GW (8 EVRM mag wel getoetst worden i.t.t.
GW).
- Beperkingsclausule (geeft ruimte aan rechter voor interpretatie en actieve
rechtsvorming).
- Grondrechten (EVRM en GW) zijn ook van toepassing op rechtspersonen.

Art. 8 EVRM als privacy-grondrecht
- Hof hanteert het concept van positieve verplichtingen om:
- horizontale werking af te dwingen
- Harmonisatie van rechtsontwikkeling lidstaten
- Opmerkelijk bij positieve verplichtingen: hof stelt steeds meer formele en
bestuursrechtelijke procedurele waarborgen
- Verschil voorwaarden voor beperking van recht op privacy art. 8 EVRM en GW
- Bij GW: indien krachtens wettelijke bepalingen → formele wetgever
- Bij EVRM: indien 1) in accordance with law, 2) necessary in democratic society en 3)
legitamte aim
- ‘In accordance with Law’
- materieel nationale recht, beleidsregels, jurisprudentie
(common law) → breder dan art. 10 GW.
- Wel moet voldaan zijn aan ‘rule of law’ criteria:
kenbaarheids- en voorzienbaarheidsvereiste
(rechtszekerheid). → strenger dan art. 10 GW.
- ‘Necessary in democratic society’
- Noodzakelijkheidsbeginsel (pressing social need)
- Evenredigheidsbeginsel → bepaalde mate van beleidsvrijheid
onder supervisie van EHRM
- Subsidiariteit (ander middel bereiktzelfde doel)
- Proportionaliteit (minder ingrijpend middel bereikt hetzelfde
doel)

- ‘Legitamite aim’ (zoals bijv. Bescherming rechten en vrijheden van anderen).
- Betrekking op elk handelen van staat: regelgeving, feitelijk
- handelen, of rechtshandelingen.

Jurisprudentie van EHRM
- Art. 8 EVRM elementen: prive leven, familie- en gezinsleven, woning en correspondentie, zijn
in jurisprudentie verbijzonderd:
- Recht op voeren van een naam als persoonlijke ID en van horen bij familie
- Recht op eer en goede naam (bescherming ook door beperkingsclausule recht op
vrije meningsuiting art. 10 EVRM)
- Public figure criterium: grenzen aanvaardbare beperkingen zijn ruimer voor
publieke persoonlijkheden
- Bescherming van individuele vrijheidssfeer tegen huiszoeking/inbeslagname,
aftapping, observatie, noteren van persoonlijke gegevens en fotograferen.
- Gebaseerd op recht op priveleven, huisrecht en briefgeheim.
- Strekt zich ook uit op werkplekken (voor zover ‘reasonalble expectation of
privacy)
- Het recht op vrije correspondentie (briefgeheim)
- Het recht op lichamelijke en geestelijke/morele integriteit m.i.v. seksualiteit.
- Het recht op woning, privé leven en familieleven beschermd ook tegen zware
milieuvervuiling.

, - Het recht op informationele privacy m.b.t. medische-, politie registratiegegevens,
geslachtsaanduidingen vallen onder alle elementen in lid 1, afhankelijk van aard
gegevens.
- Verwijdering gegevens over transseksuelen is volgens hof geen inbreuk
- Negatieve behandelingen als gevolg van bekendheid van die gegevens is
wel inbreuk, die niet gerechtvaardigd is.
- Het recht op familie leven is i.p.v. apart recht, een verbijzonderd recht van het recht
op privé leven , dat relationele privacy in algemeen (ook buiten familie leven)
beschermd.
Art. 8 EVRM in Nederlandse jurisprudentie
- Bespiede Bijstandsmoeder arrest:
- HR stelt grenzen aan ambtelijke observatie
- HR stelt dat art. 8 EVRM horizontale werking heeft.
- Sinds herziening art. 10 GW (meer vereisten voor uitzondering) is betekenis art. 8 EVRM niet
afgenomen: alle elementen van privacy van uitspraken liggen besoten in art. 8 EVRM
- Uitzonderingen (dus elementen die wel blijken uit uitspraken, maar niet expliciet
genoemd zijn in art. 8 EVRM): zware milieuvervuiling, ruimtelijk besuursrecht en
relationele privacy buiten gezins- en familieleven.
- NL jurisprudentie gebruikt art. 8 EVRM als rechtsbron in vreemdelingenrecht, strafrecht,
personen- en familierecht, en persoonsgegevensverwerking (relationele privacy).
- Bij relationele privacy (gegevensverwerking) is veel casuistische inslag
(toetsing van belangen in specifieke omstandigheden van geval) → doet af
aan precedentwerking van rechterlijke uitspraken
- Sterk ‘hier- en nu’ karakter (maatschappij veranderd) → jurisprudentie wordt
omezet in wetgeving, later wordt die wetgeving ontkracht door jurisprudentie →
doet af aan precedentwerking van rechterlijke uitspraken.
- Kenmerk NL jurisprudentie omtrent privacy: vaak conflicterende rechtspraak (botsing met
andere grondrechten).
- Valkenhorst arrest: afstammingsinformatie erkend als apart algemeen
persoonlijkheidsrecht (dus apart recht naast recht op privacy/vrije
godsdienst/meningsuiting, etc.) → voordeel: opening voor nieuwe aanspraken,
nadeel: NL en EHRM jurisprudentie gaat veel uiteenlopen.

Het Europees Dataverdrag 1981
- Intergouvermentele overeenkomst tussen EG lidstaten (onder supervisie van Raad van
Europa) omtrent geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.
- Verplichting tot implementatie beginselen in verdrag → positieve verplichting in
uitwerking van art. 8 EVRM) → deze beginselen hebben daardoor via art. 93, 94
GW rechtstreekse doorwerking NL rechtsorde.
- Basis van institutionele samenwerking
- Zoekt balans in ‘free flow of information’ en gegevensbescherming.

Grondrechtenbescherming in EG-verband
- Fundamentele rechten = grondbeginsel van commaunutaire rechtsorde
- Fundamentele rechten = integrerend deel van algemene rechtsbeginselen van
gemeenschapsrecht. Algemee beginselen zijn namelijk gebaseerd op tradities en menselijke
verdragen (waaronder dus ook EVRM grondrechten).
- Beperking van grondrechten (de uitsluitingsclausule) kan o.b.v. art. 6 EU-verdrag
- voornamelijk betrekking op onderzoeks- en verificatiebevoegdheden van de
Commissie.
- Voorbeeld: art. 8 EVRM heeft betrekking op huisrecht, niet op
ondernemingen (EU mocht onderneming dus doorzoeken).
- EG-verdrag
- Economische grondrechten (vrij verkeer en gelijke behandeling).
- Privacybescherming (geheimhoudingsplicht ambtenaren, toezicht en controle
op informationele privacy)
- Vaak analogische toepassing van art. 8 EVRM bij handhavingsgemeenschapsrecht zoals
mededingingsrecht, subsidieverlening.

De EG-Richtlijn bescherming persoonsgegevens en art. 10 GW

, - Bestaat nu niet meer (vervangen door AVG).
- Maar was belangrijke startschot van grondrechtelijke bescherming van informationele privacy
(sindsdien belangrijke comunautaire dimensie)
- Verbod op grensoverschrijdend persoonsgegevensverkeer naar niet-EG landen.
- Institutionele karakter door bevoegdheden en taken Autoriteiten.
- Omzetting in NL was middels Wet bescherming persoonsgegevens
- Beperkt de werking 10 GW (door voorrang van unierecht)
- Toepassing richtlijn: staat is aansprakelijk voor anleving/implementatie, burger kan naleving
richtlijn inroepen, rechter dient richtlijn unieconform te intepreteren (effectievitietsbeginsel)

De jurisprudentie inzake art. 10 GW
- ‘Eerbiediging levenssfeer’ slaat op bescherming van: woning, communicatie, vertrouwelijke
gesprekken, sommige individuele gewoonten, gedragingen, contacten, abonnementen,
lidmaatschappen e.d., bepaalde aspecten van het gezinsleven, lichamelijke en geestelijke
integriteit en de verwerking van persoonsgegevens. (
- Art. 10 lid 1 GW: meer betrekking op art. 8 EVRM
- Art. 10 lid 2 en 3 GW: meer betrekking op Europees Dataverdrag en EG-Richtlijn
beschermingpersoonsgegevens.
- Uitspraak APV Venlo: beleidsregels moeten op formeel wettelijke basis terug te herleiden zijn.

Rapport staatscommissie Grondwet

Hoofdstuk 2
- Grondwet is juridisch-staatkundig document: regelt indeling/bevoegdheden instellingen,
onderlinge verhouding instellingen, en handelen van instellingen jegens de burger
- Kenmerk voor democratische rechtstaat: de overheid meot zich houden aan heldere, kenbare
en vooraf, door democratisch gelegitimieerde organen, vasgestelde regels. Dit houdt weer in
dat overheid fundamentele rechten en vrijheden van burgers waarborgt.
- Geregelde zaken in GW:
- Trias politica met checks and balances
- Legaliteitseis
- Onafhankelijk en onpartijdige rechter
- Democratie = passief en actief kiesrecht (burgers zijn betrokken bij totstandkoming
regels).
- Openheid nationale rechtsorde t.o.v. internationale rechtsorde (art. 93,94 GW)
- Toetsingsvebrod ex art. 120 GW
- Toename betekenis grondwet voor de burger door versterking rechtskracht en normativiteit:
- Democratische rechtstaat elementen moetten duidelijker tot uitdrukking komen
(rechtskracht)
- In Nl rechtsorde geldende, maar nog niet in GW geldende normen moeten
overgenomen (normativiteit).
- Door beide bovenstaande punten ook grotere betekenis GW in publieke
debat/vertrouwen in overheid
→ advies commissie: goede argumenten maar niet voldoende aanleiding
voor aanpassing

Hoofdstuk 4
- Kernschets van preambule (aanhaling wet die verwijst naar historische, gemeenschappelijke,
symbolische waarden die kenmerkend zijn voor de staat):
- GW is niet alleen juridisch-staatkundig document (betekenis voor de overheid) maar
ook betekenis voor de gehele bevolking
→ advies staatscommissie: geen preambule, want specifieke waarden
dragen niet bij aan normativiteit. Wel verwijzing naar democratische
rechtstaat en menselijke waardigheid in algemene bepaling.
- Uitgangspunt van democratische rechtsttaat is namelijk: inrichting
overheid, en rechtsverhouding overheid/burger is o.b.v.
fundamentele beginselen (democratie, trias politica, de legaliteitseis,
eerbiediging van grondrechten, toegang onafhankelijke rechter).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudslaghek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04  51x  sold
  • (6)
  Add to cart