100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie DEEL 1! $9.63
Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie DEEL 1!

1 review
 63 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle hoorcolleges, boek informatie (wat je nodig hebt qua toetsstof) en begrippenlijst zit in de samenvatting. Hiervoor heb je dus niets nodig, alleen je brein om het te lezen en te herhalen, herhalen, herhalen! Betrouwbaar: ik zelf heb een 9 gehaald, door de samenvatting te herhalen. Succes met ...

[Show more]

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • January 25, 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: laurastrijker1 • 4 year ago

reply-writer-avatar

By: arianahx • 4 year ago

Translated by Google

Thank you Laura!

avatar-seller
ontwikkelingspsychologie

Eerste deeltoets hoorcollege 1 t/m 6: Amsterdam Zuid: station Holendrecht.

Hoorcollege 1, Hoofstuk 1

Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en
stabiliteit van conceptie tot ouderdom. (dezelfde persoon/karakter blijven houden naarmate
je ouder wordt)
Onderzoekers houden zich het meeste bezig met de periode van de geboorte tot aan de
adolescentie, waarin veranderingen elkaar het snelst opvolgen.
Gaat over de gezonde ontwikkeling van het kind. Orthopedagogiek en psychiatrie gaan
meer naar de niet gezonde ontwikkeling mee.
Ontwikkelingspsychologie voor pedagogen: Je leert vanuit andere verschillende
invalshoeken naar gedrag te kijken. Dat je je ook kunt inleven en dat je weet waar je naar
moet kijken (observatie). De observaties voer je objectief uit: zonder oordelen.
Fases en stadia en mijlpalen: hoort bij ontwikkelingspsychologie
Piaget, Freud en Erikson zijn allemaal voorbeelden van (stadiamodellen) fasemodellen van
ontwikkeling.
Baby, dreumes, peuter, kleuter, basisschoolleeftijd, puber, adolescent,
jongvolwassene, volwassene zijn indelingen in leeftijdsgroepen
Normatiefs: de jaren naar ouderdom: 10 dat zijn de kinderjaren, 20 ben je bezig met sparen,
30 ben je al getrouwd, 40 ben je daarvoor al te oud, 50 krijg je ongemakken. De tijd en
generatie hebben ook invloed naar wat normaal is bij de ontwikkeling van de fase van het
kind.
Ontwikkeling speelt zich af in interactie met omgevingen:
Microsysteem; kleine wereld om het kind heen (ouders, zussen, broers, etc.)
meso-systeem; school, de buurt om het kind heen, religie.
Exosysteem; overheid, media, industrie, etc.
Macrosysteem; dominante overtuigingen en ideologieën
De vier thematische gebieden, of te wel hoofdthema’s:
Oriëntatie Thema’s Voorbeelden van
vraagstukken
Fysieke ontwikkeling Kijkt naar de invloed van de Wat bepaald de sekse van een
hersenen, het zenuwstelsel, de kind?
spieren, de zintuigen en de Wat zijn de
behoefte aan eten, drinken en langetermijngevolgen van en
slaap op ons gedrag. premature geboorte?
Wat zijn de voordelen van
borstvoeding?
Wat zijn de consequenties van
vroege of late seksuele
rijpheid?
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele Wat zijn de vroegste
vermogens, waaronder leren, herinneringen die we van onze
geheugen, het oplossen van babytijd kunnen hebben?

, problemen en intelligentie Wat zijn de consequenties van
tv-kijken?
Heeft tweetaligheid voordelen?
Bestaan er etnische verschillen
in intelligentie?
Welke invloed heeft het
egocentrisme van een
adolescent op zijn
wereldbeeld?
Sociale ontwikkeling Kijkt naar de ontwikkeling en Reageren pasgeborenen
de verandering van sociale anders op hun moeder dan op
relaties en interacties met andere mensen?
anderen Hoe kunnen we interetnische
vriendschappen bevorderen?
Persoonlijkheidsontwikkeling Kijkt naar de duurzame Wat is de beste manier om
eigenschappen die de ene kinderen op te voeden?
persoon van de andere Wanneer wordt een kind zich
onderscheiden. bewust van zijn sekse?
Wat zijn de oorzaken van
zelfmoord bij adolescenten?
*vraagstukken zijn moeilijk te binden aan alleen één hoofdthema*
Bio Psycho Sociale Ontwikkelingsmodel: Vanuit alle vier de verschillende ontwikkelingen/
perspectieven kijken naar vraagstukken en naar kinderen en naar jongeren.
Drie soorten onderzoek dat wordt gedaan binnen ontwikkelingspsychologie:
Observatie,
 experimenteel onderzoek: altijd sprake van een hypothese (onafhankelijke en
afhankelijke variabele) experimentele- *experiment aan kinderen* en gewone conditie
*normale groep kinderen.*
experimentele onderzoek levert vele kennis op over de ontwikkeling van de kinderen
en van mensen.
 longitudinaal onderzoek: longitudinaal (lange tijd) een hele lange tijd een onderzoek
doen bij kinderen *marshmallow-effect* van jong naar oud een onderzoek doen.
 Adoptieonderzoek en
 tweelingenonderzoek: elke tweeling wordt aangemeld en wordt meegenomen tot
onderzoek. Welke rol speelt erfelijkheid en omgeving bij tweelingen?
o Homozygoot: eeneiige tweelingen (hetzelfde)
o Heterozygoot: twee-eiige tweeling (verschillend)
Continue vs discontinue verandering: discontinue verandering komen wij vaker tegen in
de pedagogiek. De ontwikkeling loopt altijd niet in een vloeiende lijn naar ouderdom, soms
stopt het even en daarna is er een snelle groei. Continue en discontinue verandering spelen
beide tegelijkertijd een rol.

Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voortvloeien uit die van de vorige niveaus.

Discontinue verandering: ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en
waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia.

, Continue verandering Discontinue verandering
Verandering verloopt geleidelijk Verandering verloopt in duidelijk te
Prestaties op het ene niveau zijn een onderscheiden stappen of fasen.
vervolg op een voorgaand niveau. Gedrag en processen zijn in verschillende
Onderliggende ontwikkelingsprocessen fasen kwalitatief verschillend.
blijven tijdens iemand hele levensduur
gelijk.
Kritieke perioden Gevoelige perioden
Voor een normale ontwikkeling zijn Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli
bepaalde stimuli uit de omgeving uit de omgeving, maar de gevolgen van het
noodzakelijk. ontbreken van bepaalde stimuli zijn terug te
Vroege ontwikkelingspsychologen draaien.
leggen hier de nadruk op. Deze theorie wordt momenteel gehanteerd
door levenslooppsychologen.
Nature Nurture
De nadruk ligt op het ontdekken van De nadruk ligt op de invloed van de
erfelijke eigenschappen en vermogens omgeving op iemands ontwikkeling.


Hoofdstuk 3, begrippen:

Gameten: de geslachtscellen van de moeder en de vader, die samen een nieuwe cel
vormen tijdens de bevruchting. Een uur nadat de spermacel het ovum is binnen gegaan,
fuseren de twee gameten tot één cel, genaamd de zygote: de nieuwe cel die wordt gevormd
door het bevruchtingsproces.

Gen(en): de basiseenheid van genetische informatie. Genen spelen een hoofdrol in de
erfelijkheid, ze bevatten informatie voor alle erfelijke eigenschappen. Alle genen zijn
opgebouwd uit DNA (DNA staat voor deoxyribonucleic acid: deoxyribonucleïnezuur). De
substantie waaruit genen bestaan, die bepalend is voor de aard en de functie van elke cel in
het lichaam. DNA bestaat uit lange ketens van bepaalde chemische stoffen. Het bevat de
genetische code voor een eigenschap. De ketens zijn in een specifieke volgorde en op
specifieke locaties gerangschikt in DNA-strengen: 46 chromosomen, 23
chromosoomparen. De chromosoom is een drager van een deel van het erfelijke materiaal
(DNA) van een organisme. Het is onmogelijk om op een ander te lijken, er zijn namelijk
biljoenen mogelijke genetische combinaties. Met één uitzondering; de eeneiige tweeling.

Conceptie vindt plaats wanneer een mannelijke voortplantingscel, een spermacel, door het
membraan van het ovum dringt, de vrouwelijke voortplantingscel. Op het moment van
conceptie, krijgen mensen 23 chromosoomparen, de ene helft van de moeder en de
andere helft van de vader. Deze chromosomen bevatten duizenden genen.



o Homozygoot: gelijke genen ervend voor een bepaalde eigenschap
o eeneiige tweelingen (hetzelfde): monozygotische tweeling: zijn tweelingen
die genetisch identiek zijn. Een cellencluster splitst zich af in de eicel binnen
de eerste twee weken na de bevruchting. Het resultaat is twee genetisch
identieke zygoten, ze zijn namelijk afkomstig van dezelfde oorspronkelijke
zygote.

, Alle verschillen in hun toekomstige ontwikkeling zijn puur het gevolg van
omgevingsfactoren, omdat ze genetisch precies gelijk zijn. (nurture)

o Heterozygoot: verschillende vormen van het gen ervend voor een bepaalde
eigenschap.
o twee-eiige tweeling (verschillend): dizygotische tweeling: tweeling die
verwerkt wordt wanneer twee afzonderlijke eicellen ongeveer tegelijkertijd
bevrucht worden door twee afzonderlijke zaadcellen. Het resultaat is twee
afzonderlijke eicel-zaadcelcombinaties, ze lijken genetisch gezien niet meer
op elkaar dan twee broers of zussen die op verschillende tijden zijn geboren.

o De kans op spontane tweelingzwangerschap neemt toe met de leeftijd van de
vrouw. Vrouwen met meerlinggeboortes hebben een groter kans op een
premature geboorte en op complicaties bij de geboorte.

Het X-chromosoom speelt niet alleen een belangrijke rol bij het bepalen van het geslacht,
het is ook de locatie van genen die bepalend zijn voor andere aspecten van ontwikkeling.

- De vrouw heeft in haar 23ste chromosoom paar grote x-vormige chromosomen, dit
heet toepasselijk XX-paar.
- De man zijn de leden van het 23 ste paar niet gelijk. Het ene lid bestaat uit een x-
vormig chromosoom, terwijl het andere een kleiner Y-vormig chromosoom is. Dit paar
is het XY-paar.
- De man draagt het lot van het geslacht van het kind. De man kan de X en Y
chromosoom aan de genen van het kind geven, de vrouw heeft altijd de X
chromosoom. Het sperma van de vader bepaald het geslacht van het kind.
- De X-gebonden genen bevindt zich alleen op het X-chromosoom. Het 23ste
chromosoom bij vrouwen een XX-paar en bij mannen een XY-paar.
o Gevolgen: mannen lopen meer kans om verschillende X-gebonden ziekten te
krijgen, omdat mannen geen tweede X-chromosoom hebben dat een
tegenwicht kan vormen voor de genetische informatie die de ziekte
veroorzaakt.
o Voorbeeld: mannen hebben een grotere kans op rood-groen
kleurenblindheid, een aandoening die veroorzaakt wordt door een aantal
genen op het X-chromosoom.
o Voorbeeld: ook hemofilie, een bloedziekte, wordt veroorzaakt door X-
gebonden genen.

Genotype: de onderliggende combinatie van genetisch materiaal dat in een organisme
aanwezig (maar uiterlijk onzichtbaar) is.
Fenotype: een waarneembaar kenmerk, een kenmerk dat daadwerkelijk te zien is.

Polygenische overerving: overerving waarbij een combinatie van meerdere genenparen
verantwoordelijk is voor de productie van een specifieke eigenschap.
De PKU-voorbeeld is eenvoudiger dan de meeste gevallen van genetische overdracht;
- Wanneer beide ouders geen PKU-dragers zijn, zijn de genenparen van de vader en
moeder dominant (P), het kind krijgt geen PKU (PP).
- Wanneer één van de ouders een recessief p-gen draagt, zal het kind de PKU
meekrijgen maar de ziekte niet zelf krijgen (Pp). De dominante gen komt tot uiting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arianahx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.63
  • (1)
Add to cart
Added