• Psychologie: de wetenschap van gedrag en geestelijke processen. Het gaat zowel om de interne
geestelijke processen (denken, voelen en begrijpen) als externe waarneembare gedragingen
(praten, lopen en lachen). Grieken geloofden dat de geest los stond van het fysieke lichaam.
Psyche = geest | Ologie = studie van de geest
• Experimentele psychologie: onderzoek psychologen. Deze psychologie zorgt voor nieuwe
psychologische kennis. Zij doen onderzoek naar elementaire psychologische processen om nieuwe
kennis op te doen.
• Toegepaste psychologie: de kennis die bij de experimentele psychologie is opgedaan, wordt
gebruikt om de problemen van mensen op te lossen door middel van trainingen. De kennis wordt
in de toegepaste psychologie toegepast.
6 perspectieven die we kunnen gebruiken bij het analyseren van geestelijke processen:
• Biologisch perspectief: gedrag en geestelijke processen analyseren aan de hand van het geestelijk
lichaam, zoals erfelijkheid, het zenuwstelsel en het hormoonstelsel, drugs bv. Dit zijn allemaal
tastbare elementen. Het biologisch perspectief gaat er om wat letterlijk in het lichaam zit.
• Cognitief perspectief: de manier waarop je lichaam informatie verwerkt. Dit gebeurt allemaal in
het brein, zoals waarnemingen, interpretaties, verwachtingen en herinneringen.
• Behavioristisch perspectief: de invloed die de directe omgeving op iemand heeft. Het is de
wetenschap van het gedrag en van de meetbare omstandigheden in de omgeving die die gedrag
beïnvloeden. Het is de manier waarop ons handelen wordt gevormd door de consequenties ervan
(die worden gegeven vanuit de omgeving). Bv. Hoe lichter de omgeving is, hoe braver mensen zijn.
• Whole person: perspectieven vanuit de gehele persoon: de motivatie of de wil vanuit de persoon
zelf (= onbewust!). Het is een globaal inzicht in de persoonlijkheid. Er zijn drie dimensies:
persoonlijkheid (hoe je bent), psychodynamica (onbewuste verlangens, emoties, gedachten etc) en
humanistisch (legt de nadruk op de mogelijkheden, groei, potentie en de vrije wil van de mens).
• Ontwikkelingsgericht perspectief: geestelijke processen worden verklaard aan de hand van
opvoeding (invloed van omgeving) en ontwikkelingsfasen (erfelijke eigenschappen). De directe
omgeving heeft invloed hierop.
• Cultureel perspectief: gedrag verklaren aan de hand van de cultuur waarin je zit. De brede
omgeving (bijvoorbeeld het land of de tradities) hebben invloed.
• Bio-psychologie: specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de
omgeving bestudeert = gedragspsychologie/neurowetenschap.
• Evolutie: het geleidelijke proces van biologische veranderingen van een soort doordat die zich
succesvol aanpast aan zijn omgeving. Als je in de zon gaat liggen, word je bruiner omdat je lichaam
zich aanpast aan de omgeving.
• Natuurlijke selectie: de omgeving selecteert de best aangepaste organismen die kunnen
voortleven. Het is de drijvende kracht achter de evolutie. Wordt ook wel survival of the fittest
genoemd. Als we iemand moeten sturen naar de woestijn, zullen we iemand sturen met een
donkere huid aangezien deze persoon zich al aangepast heeft aan de omgeving (veel zon).
Je krijgt cellen mee van beiden ouders. Eén cel bevat 23 chromosoomparen.
Deze chromosomen bevat het DNA (lang, complex molecuul dat informatie
bevat over alle genetische eigenschappen). Het DNA is opgebouwd uit genen
waarin de (erfelijke) lichamelijke en psychische eigenschappen zijn opgeslagen.
Sommige eigenschappen zijn erfelijk en zijn gecodeerd in de genetische blauwdruk die we van onze
ouders hebben geërfd. Toch betekent het niet dat al deze eigenschappen tot uiting komen op dezelfde
manier als bij onze ouders.
• Genotype: alle informatie (erfelijke informatie in DNA) die je van je ouders hebt meegekregen. Je
krijgt willekeurige combinaties aan kenmerken waardoor ieder mens uniek is (DNA/blauwdruk).
• Fenotype: alle lichamelijke kenmerken zoals je lengte en haarkleur, maar ook het gedrag. Wordt
deels door het DNA en de omgeving bepaald. Deze eigenschappelijk zijn letterlijk zichtbaar.
Interne communicatie van het lichaam (twee systemen die de boodschap in je lichaam doorgeven):
• Zenuwstelsel: netwerk van neuronen.
o Centrale zenuwstelsel: omvat de hersenen en het ruggenmerg. Werkt als het hoofdkwartier van
het lichaam. De hersenen nemen (complexe) beslissingen en sturen ons lichaam aan.
Ruggenmerg verbindt de hersenen met het perifere zenuwstelsel (aftakkingen).
o Perifere zenuwstelsel: speelt een ondersteunende rol en verbindt het centrale zenuwstelsel
met het lichaam, zoals de zintuigen, de inwendige organen en de spieren. Het perifere
zenuwstelsel is de koerierdienst voor en van het centrale zenuwstelsel. Het perifere
zenuwstelsel registreert informatie, verstuurt het naar de hersenen en na besluit van de
hersenen in het centrale zenuwstelsel, stuurt het perifere zenuwstelsel het lichaam aan. Het
aansturen van je lichaam vindt plaats via twee onderdelen:
▪ Somatische zenuwstelsel: bestuurt vrijwillige bewegingen van de spieren.
▪ Autonome zenuwstelsel: bestuurt de zelfregulerende functies van organen. Dit gaat
automatisch, dus je hoeft hier niks voor te doen. Voorbeeld: het ritme van je hart. Het
autonome zenuwstelsel is op te delen in twee onderdelen:
• Sympatische zenuwstelsel: stimuleert hart, longen en anderen organen in stressvolle-
of noodsituaties. Het is een fight-or-flight systeem = het lichaam geeft
gas/onderneemt actie.
• Parasympatische zenuwstelsel: brengt het lichaam terug in rust wanneer het
sympathische zenuwstelsel werd geactiveerd = het remt het lichaam af.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkes97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.