100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 1 en 4 - Anatomie en Fysiologie $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 1 en 4 - Anatomie en Fysiologie

 45 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In hoofdstuk 1 en 4 van Anatomie en Fysiologie worden de basis begrippen en de basis kennis gegeven over wat er komen gaat in de volgende hoofdstukken. Het is handig om bepaalde begrippen te weten wil je de rest makkelijker doornemen.

Preview 2 out of 7  pages

  • Yes
  • January 25, 2020
  • 7
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 Terreinverkenning
Inleiding
1.1 doelstelling en plaatsbepaling
- doelstelling en de plaatsbepaling van het vak anatomie en fysiologie:
je hebt een zodanige kennis van en inzicht in de gezonde bouw en functie van het menselijk lichaam,
dat je voor je eigen vakgebied in de gezondheidszorg of de sport en beweging rekening kunt houden
met de mogelijkheden en beperkingen va de menselijke lichaam
- het is een steunvak: anatomie en fysiologie bieden een belangrijke basis voor de specifieke
beroepsgerichte competenties (vaardigheden/talenten)
1.2 anatomie + fysiologie = functionele anatomie
anatomie = ontleedkunde, houdt zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam.
Fysiologie = het meten van de functies van het levende lichaam. Voorbeelden: bloeddruk,
zuurstofverbruik, ademfrequentie, samenstelling van de urine, spierkracht en hersenactiviteit.
Worden nog steeds apparaten uitgevonden en bestaande technieken verfijnd om metingen van de
lichaamsfuncties te verrichten.
1.2.1 functionele anatomie
functionele anatomie = anatomie en fysiologie worden vaak als één vakgebied gezien, omdat je
beide grootheden wel van elkaar kan onderscheiden, maar nooit van elkaar kan scheiden. Bouw van
lichaamsdeel of orgaan hangt samen met de functie ervan.
1.2.2 Onderzoeksmethoden
Inspectie = observeer je systematisch (volgens een bepaald systeem) de buitenkant van het lichaam.
Palpatie = tast je met de handen en vingers het lichaamsoppervlak op zo’n manier af dat je iets te
weten komt over dieper gelegen structuren.
Percussie = klop je aan de buitenkant op een deel van het lichaam om uit de hoogte van de toon een
indruk te krijgen over de toestand van het onderliggende weefsel.
Auscultatie = luister je met een stethoscoop naar geluiden die door het lichaam geproduceerd
worden.
Laboratoriumonderzoek = worden weefsels en vloeistoffen, zoals bloed, speeksel en urine,
onderzocht.
Röntgenstraling = (X-straling), met röntgenapparaat opnamen maken van de botten in het lichaam.
Kalkhoudende botten absorberen straling niet, in tegenstelling tot de omringende zachtere weefsels.
Daardoor zijn botten op de röntgenfoto’s wit.
Computertomografie (CT) = komt ook röntgenstraling bij te pas. Kunnen ook zachtere weefsels
zichtbaar worden gemaakt. CT-scan maakt doorsneden van hele lichaam, zijn meeste typen weefsels
herkenbaar.
Magnetic resonance imgaging (MRI) = onderzoeken persoon ligt in een tunnel die een zeer sterke
magneet bevat. Waterstofatoomkernen in lichaam draaien naar magneet toe. Radiogolven uit MRI-
tunnel zorgen ervoor dat de waterstofatoomkernen gaan meetrillen (resoneren). Als radiogolven
stoppen, geven waterstofatoomkernen de trillingsenergie af als signalen. Computer zet deze signalen
om in een doorsneden. Hoe minder water hoe minder signalen, hoe zwarter op de MRI=Scan.
Echografie/echoscopie = beeldvormig onderzoek met behulp van ultrageluidstrillingen.
Hoogfrequente geluidsgolven lichaam ingezonden en de organen/weefselstructuren weerkaatsen de
golven, deze worden geregistreerd. Weerkaatste golven  beeld
Doppleronderzoek = gebruik gemaakt van hoogfrequente geluidsgolven . stroomrichting en
stroomsnelheid van het bloed in bloedvaten geregistreerd.

, Endoscopie = de verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt van een
optische sonde (flexibele staaf, met een minicamera). Kunnen holle organen en de grote gewichten
van binnen worden bekeken.
Elektrische signalen van lichaam kunnen worden opgevangen en weergegeven worden op een
beeldscherm. Vb: ECG (elektrocardiogram) gegevens over hartactiviteit, EEG (elektro-encefalogram)
over hersenactiviteit, EMG (elektromyogram) gegevens over spieractiviteit.
1.3 structuur van het boek
Deel 1: Fundament, Deel 2: Orgaanstelsel, Deel 3 Levensloop
1.4 bestuderen van de leerstof
deel 1 op volgorde de hoofdstukken lezen. Deel 2 en 3 kun je hoofdstuk los van elkaar leren.
1.4.1 enkele handreikingen bij het studeren
- vetgedrukte woorden staan achter in het boek (nieuwe term/begrip)
- staan teksten die ‘extra info’ heten. Hierin worden onderwerpen behandeld waarvan je de
kennis misschien niet (meer) paraat hebt.
- bij ‘Dus’ die voorgaande teksten/schema’s kort samenvatten
- einde van elk hoofdstuk staan een samenvatting, bij grote hoofdstukken is soms tussentijds
een schematische samenvattingen van leerstof weergegeven (‘Studiehulp’)
- achter in boek vind je verklarende woordenlijsten.
1.4.2 de terminologia anatomica
Terminologia anatomica = grotendeels gebaseerd op het latijn, maar er zijn ook vrij veel invloeden
uit het Oudgrieks.
1.4.3 Afkortingen
De meest gebruikte afkortingen en hun betekenis:
- a. = arteria (slagader)
- v. = vena (ader)
- n. = nervus (zenuw), voor (aftakkingen van ruggenmergzenuwen)
- N. = nervus (zenuw), voor hersenzenuwen
- m. = musculus (spier)
1.4.4 standaardisatie
deze maten gelden voor een specifieke gedefinieerd persoon: standaardmens.
Kenmerken van standaardmens:
- mannelijk;
- 25 jaar oud;
- 1.75 m lang
- 70 kg zwaar
- Gemiddelde lichaamsbouw
- gezond
1.4.5 studieondersteuning door de website
www.anatomieenfysiologievandemens.nl
1.5 de mens is meer dan de som der delen
analyse = ontleding in bestanddelen. Analyse maakt bespreking en bestudering mogelijk.
Je kunt de functie van onderdelen/organen van het lichaam moeilijk achterhalen als het het lichaam
uit is gehaald (zit geen leven meer in). Komen er gegevens vrij uit een analyse moeten deze steeds
gerelateerd worden aan het functioneren van een intacte levende lichaam.
Kenmerken van ‘leven’ in vergelijking met ‘dood of ‘levenloos’:
- levende organismen nemen voedingsstoffen op en een levend organismen heeft drang tot
zelfhandhaving
- levend organismen hebben drang tot voorplating (soort handhaving)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yaar00. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
Add to cart
Added