Alleen notities van de les staan hierin, ook de dingen die zeker worden gevraagd op het exaam. Ik slaagde van de eerste keer met deze samenvatting. Het vak werd gegeven door prof. Martinet en prof. Aerts.
• Ieder levend, gewerveld dier (inclusief vrij levende en/of zich voortplantende larvale vormen)
dat wordt gebruikt of voorbestemd is voor proefdoeleinden
• Herkomst van proefdieren
o Gekweekt bij een erkende fokker of leverancier
o In het wild gevangen dieren, zwerfdieren, verloren, achtergelaten of verwilderde
dieren zijn GEEN proefdieren
• Niet-menselijke primaten enkel toegelaten binnen bepaalde toepassingsgebieden
• Uitzonderingen mogelijk op basis van grondige ww motivatie (vragen bij éthisch comité)
Welke proefdieren?
Tabel welke proefdieren er nog gebruikt worden
Bv. Knaagdieren, konijnen, katten, vogels, … → grootste deel zoogdieren
Aantal proefdieren?
Jaarlijks vele miljoenen proefdieren in Europa voor onderzoek/educatie + > 12 miljoen dieren
opgeofferd wegens kweekoverdracht
Wat is een dierproef? DEFINITIE
• Het aanwenden van een proefdier voor experimentele en andere wetenschappelijke
doeleinden waarbij het dier ongerief kan ondervinden
• Iedere handeling die leidt tot ontwikkeling van een genetisch gemodificeerde lijn
• Behoud van genetische gemodificeerde lijn waarvan het fenotype pijnlijk is of leidt tot een
ongemak
Geen dierproeven:
- Observeren dieren in natuur is geen dierproef
- Dier doden is geen dierproef
- Proeven uitvoeren op doden gewervelde dieren is geen dierproef
- Dierproef op ongewervelde dieren
o ! uitzondering octopus wel gezien als proefdier
Ongerief:
• Minimale pijndrempel = de prik van een naald
• Stres kan ook pijn zijn
• Dieren alleen in een kooi zetten
• Dieren ziek maken door te besmetten bv
• Speciale voeding
- ongerief schaal:
o P1: beperkt lijden
o P2: matig lijden (bv. katheter iets inplanten, ziek maken)
o P3: ernstig lijden (hartinfarct/beroerte veroorzaken, verlammen)
o P4: terminaal lijden (eerst in slaap doen, onder narcose → dan experiment pas doen,
zal experiment niet bewust ervaren van begin tot einde )
Laagste graad proeven, ongerief zoveel mogelijk beperken
, Proefdierkunde
Waarom dierproeven?
➔ Om aan wetenschappelijk onderzoek te doen
/ fundamenteel wwo: kennis vergaren van hoe de mens en dier in elkaar zitten (bv. Nieuw virus
eerste testen op muis wat het gaat doen om te zien wat het zal doen bij de mens)
\ toegepast wwo: koppelen van toepassing aan een onderzoek bv. Vaccin toedienen aan een dier,
zien of het werkt tegen dat virus of niet
Reglementaire en routineproductie: testen van veiligheid geneesmiddelen
Onderwijs of bepaalde opleidingen: bv. Uittesten van nieuwe technieken op proefdier door
geneeskundestudneten
Onderhouden van kolonies: Bv. Proefdieren die genetisch gemodificeerd zijn en genotype
produceren die voor ongemak zorgen
H1 Proefdieren in farma-industrie
Algemene toxicologie
Studies met Enkelvoudige dosis:
• Aan versch. dieren telkens een andere dosis van geneesmiddel → kijken tot welke dosering
ze kunnen gaan tot wnr begint het toxisch te worden voor het proefdier
= MTD = maximum tolerated dose
• Minstens 2 versch. toedieningsvormen gebruiken
• minstens 2 versch dieren (vaak knaagdieren en niet knaagdier)
studies Meervoudige dosis:
• dagen of maanden
wat word opgevolgd?
• is er mortaliteit?
• (Sub)chronische toxiciteit: kijkt of het na een tijd niet dood gaat
• Klinische observaties: gedrag bekijken, bv beweegt het anders dan ervoor …
• Lichaamsgewicht : 10% afname in gewicht = toxisch effect
Safety pharmacology
Zijn er effecten op?
• Centraal zenuwstelsel
o Testen van sensorische functies en reflexen:
▪ Visual placing reflex: bij staart nemen net boven rooster kooi → normaal voorpoten
strekken om rooster te grijpen, niet: is er iets mis
▪ Eye blink reflex: oogbol zacht raken en zien of die knippert → niet = iets mis met CZ
▪ Pinch reflex: (ook om te zien of het in slaap is) ergens knijpen → terug trekken ➔ niet: iets mis
met CZ
▪ Hindlimb extension reflex: houd proefdier bij staart, normaal armpjes spreiden anders is er iets
mis
, Proefdierkunde
o Testen van spierkracht
▪ Kracht op dier → dier bij staart nemen en dier heeft rooster vast → dier steeds meer naar
achter trekken → dier steviger vastgrijpen → grijpkracht meten
▪ Wire suspension test: Dier bij staart vast en moet zich vasthouden aan touw → meten hoelang
het blijft hangen
o Testen motorcoördinatie, evenwicht, ataxie, behendigheid
▪ rotarod: Proefdieren op buis → buis draait rond → moeten erop blijven zitten → meten
hoelang ze erop kunnen blijven zitten en hoe vaak ze eraf vallen binnen tijdseenheid
▪ accelerating rotarod = kan versnellen soms, sneller en sneller
▪ stationary beam test: vaste dunne staaf, ene kant van de staaf en andere kant klein donker
holetje → instinctmatig zich verstoppen ergens → trigger om over de buis te lopen → meten
om van startpunt naar donker holetje te lopen → valpartijen word ook gemeten als er iets mis
is
▪ Treadmill: soort loopband → zien of ze goed bewegen of niet (trucje om ze te doen lopen:
vanachter een rooster dat onder stroom staat)
▪ Stap analyse: pootjes doppen in inkt , over strook papier → afdrukjes analyseren
▪ Catwalk: glazen plaat onder afdrukken pootjes
o Testen van cognitieve functies (denkproces, geheugen)
▪ Testen= leerprocessen gebaseerd op
• Positieve versterking: beloning
• Negatieve versterking: als het niet doet wat er verlangt word van het dier
bv elektrische schok, wel doen: wegnemen van negatieve prikkel
▪ Skinner box → geheugen dier testen
• Stimulus: geluid/lichtsignaal
• Dier in kooi met luidspreker en lampjes, dier leren dat als het iets hoort of
ziet → op hendel duwen → voedsel of drinken (positieve versterking) ,
vloer onder stroom (negatieve versterking) → zo zou hij het volgende keer
wel doen
▪ Avoidance learning:
• passive: plaats muis in lichte kamer → wilt vluchten naar donker kamer maar vloer
onder stroom
• active: beide verlicht, start in links → lichtsignaal op een moment → signaal voor
die muis om zich zo snel mogelijk te verplaatsen naar rechtse kamer anders krijgt
het een shock (als het geheugen is aangetast door geneesmiddel zal hij niet weten
dat hij zich moet verplaatsen)
▪ morris water maze: grote kuip gevuld met water, maar is trouble kunt er niet doorkijken →
willen zo snel mogelijk uit water dus gaan random beginnen rond zwemmen → botsen op
platform en zijn dan uit water → na aantal keer zullen ze het platform meteen vinden
▪ barnes maze: ronde schijf met allemaal gaten → wilt zich verstoppen dus gaat iets zoeken →
gaat overal zoeken naar het holletje → na paar keer herhaling zal het het gat meteen vinden
▪ novel object recognition test: dier in kooi, in kooi 2 identieke voorwerpen → muizen gaan ze
heel uitgebreid besnuffelen → na een uur zelfde dier in andere kooi met eenzelfde object en
een ander, als geheugen intact is zal het meteen naar het nieuwe object gaan
o testen van angst
▪ elevated plus maze: een deel met muren om zich te verstoppen, hier zit hij het liefst →
geneesmiddel waar angsten worden onderdrukt zal hij meer naar de open zones gaan → meet
tijd in open en afgeslote ruimtes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FarmaE123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.60. You're not tied to anything after your purchase.