H24 uit Campbell (11de editie). Deze samenvatting bevat alles wat je moet weten over soortvorming. Het bevat afbeelding uit Campbell en door de dikgedrukte woorden kun je in één oogopslag zien wat de kern van het hoofdstuk is. Ideaal als je snel aan de slag wilt met dit hoofdstuk!
Samenvatting Hoofdstuk 12 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 8 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 7 van Biology a Global Apprach 11th edition
All for this textbook (58)
Written for
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Docent biologie 2de graads
Erfelijkheid, Evolutie en Systematiek
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
daphne_1508
Reviews received
Content preview
H24 soorten en soortvorming
Darwin was zeer geïnteresseerd in soortvorming.
Het evolutionaire proces waarin een soort zich splitst
in twee of meer soorten. Wanneer dit gebeurt,
hebben de nieuwe verschillende soorten veel
overeenkomsten, omdat ze een gemeenschappelijke
voorouder hebben.
o Micro-evolutie is het veranderen van
allelfrequenties in een populatie over
verschillende generaties.
o Macro-evolutie gaat over evolutie op een
schaal dat boven de soorten uitstijgt. Macro-
evolutie omvat veranderingen die plaatsvinden op geologische tijdschalen.
Soort (biologisch soortenconcept)
Een soort is een groep populaties waarvan de leden het vermogen hebben om zich
in de natuur onderling voort te planten en vruchtbare nakomelingen te produceren.
Ze kunnen geen vruchtbare nakomelingen produceren met leden van andere
dergelijke groepen.
Reproductieve isolatie weerhoudt leden van twee soorten ervan om levensvatbare,
vruchtbare nakomelingen te produceren. Als er nageslacht ontstaat van twee leden
van twee soorten of van twee leden van twee zuivere rassen, zijn dit hybride
nakomelingen.
Barrières voorkomen het ontstaan van hybride nakomelingen. Dit kan op twee
manieren:
1. Prezygotische barrières: Voorkomen van paring of voorkomen van
bevruchting
a) Habitat isolatie; de twee soorten zijn niet in staat om bij elkaar te komen,
doordat ze in andere habitats leven
b) Tijdelijke isolatie; de soorten hebben tegenovergestelde vruchtbare periodes
of hebben andere broedgewoontes waardoor voortplanten niet mogelijk is
c) Gedragsmatige isolatie; de paringsrituelen wijken teveel af
d) Mechanische isolatie; morfologische verschillen maken het onmogelijk om
voor te planten
e) Gametische isolatie: de gameten zijn niet in staat om samen voor nageslacht
te zorgen
2. Postzygotische barrières: Voorkomen dat hybride nakomeling
levensvatbaar is
a) Verminderde hybride levensvatbaarheid; een lager potentieel om te overleven
b) Verminderde hybride vruchtbaarheid; nageslacht wordt steriel geboren
c) Hybride afbraak; de eerste generatie is gezond, maar bij reproductie blijkt de
tweede generatie niet in staat tot voortplanting.
, De biologische soortconcept van de definitie van een soort kijkt vooral naar hoe
soorten zich van elkaar onderscheiden. Andere benaderingen kijken meer naar hoe
soorten samenhangen.
Het morfologisch soortconcept kijkt naar meetbare anatomische criteria en
deelt aan de hand daarvan soorten in. Dit kan voor alle soorten gebruikt
worden, of ze zich nou seksueel of aseksueel voortplanten. Het concept kan
gebruikt worden ook al vindt er gene flow plaats. Anatomische criteria zijn
subjectieve criteria. Wetenschappers kunnen het oneens zijn met elkaar.
Het ecologisch soortconcept kijkt naar ecologische niches. Dit is het totaal
van de manier waarop leden van de soort in wisselwerking staan met de
levende en niet-levende onderdelen van de omgeving.
Het fylogenetisch soortconcept ziet een soort als de kleinste groep
individuen die een gemeenschappelijke voorouder delen en zo een tak aan de
boom van het leven vormen
Soortvorming kan ontstaan met of zonder
geografische afscheiding.
Allopatrische soortvorming is de vorming
van nieuwe soorten in populaties die
geografisch van elkaar gescheiden zijn.
Sympatrische soortvorming: is de
vorming van nieuwe soorten in populaties
die niet geografisch van elkaar gescheiden
zijn.
Hoe zo’n geografische scheiding eruit moet zien om deze soortvorming in gang te
zetten, is afhankelijk van hoe individuen (of hun gameten) van deze soort zich
verplaatsen (vliegen, zwemmen, wel of niet een rivier kunnen oversteken, etc.). Op
het moment dat een geografische scheiding plaatsvindt, kan de genenpool zich gaan
veranderen. Mutaties vinden plaats, natuurlijke selectie en genetische drift
veranderen de allelfrequenties.
Allopatrische soortvorming is een theorie die onderbouwd wordt door veel
wetenschappelijk onderzoek. Deze theorie wordt ook onderbouwd door het feit dat
regio’s die geïsoleerd zijn, gemiddeld meer verschillende soorten bevatten.
Sympatrische soortvorming komt minder voor dan allopatrische soortvorming.
Sympatrische soortvorming kan op verschillende manieren plaatsvinden:
1. Polyploïde: een chromosomale verandering waarbij het organisme meer dan
twee complete chromosoomsets bezit. Het is een resultaat van een fout bij de
celdeling. Dit gebeurt vaker bij planten dan bij dieren. Er zijn twee
verschillende vormen van polyploïde bij planten:
a. Autopolyploïde: een individu met meer dan twee chromosomsets die
alle van een enkele soort afstammen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphne_1508. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.