1 INLEIDING (p2)
1.1 Risico’s in de Buitenlandse Handel
1.1.1 Commercieel risico
Commercieel risico = het risico dat één van de betrokken partijen zijn contractuele verplichting(en)
niet nakomt en/of er zich aan onttrekt zonder wettige reden (gedurende de ganse levensduur van
het contract).
Soorten:
• Resiliatierisico (voor levering): de importeur verbreekt het contract vooraleer de goederen
zijn geleverd of de exporteur vervult niet de voorwaarden die nodig zijn voor de uitvoering
van het contract.
o = soort contractbreuk
• Betalingsrisico (na levering): na levering loopt de exporteur het risico dat de goederen niet
betaald worden.
• Transportrisico
o Zie incoterms en transportverzekering
Wie draagt welk risico?
• Importeur: transportrisico + resiliatierisico
• Exporteur: transportrisico + resiliatierisico + betalingsrisico
Hoe kunnen we die risico’s beperken? Zie bijlage I/1 Murphy’s law
1.1.2 Politiek (landen)risico
Politiek risico = het risico dat importeur of exporteur, ten gevolge van gebeurtenissen waarover zij
géén controle hebben, hun verplichtingen niet kunnen nakomen.
Voorbeelden:
• Politieke gebeurtenissen: oorlogen, terrorisme, oproer, …
• Natuurrampen: aardbeving, orkanen, …
• Economische moeilijkheden: deviezenschaarste, transferbeperkingen, import- en
exportembargo’s, …
• Willekeurige overheidsmaatregelen: onteigeningen, nationalisaties, …
• Gebrekkige overheid: corruptie, …
Hiervoor indekken?
Credendo = een Europese openbare kredietverzekeraar om internationale economische
betrekkingen te bevorderen.
• Dekt commercieel en politiek risico
• Dekt meer dan 40% van de Belgische export met de grootste risicolanden
• AA- rating
• Doelgroep:
o Exporteurs (KMO’s en grote bedrijven)
o Investeerders (transferrisico geïnvesteerde sommen, borgstelling bij bank)
o Banken (risico delen bij toekenning van een krediet)
Laura Cooreman -2-
,Samenvatting Risk- en bankmanagement
1.1.3 Wisselkoersrisico (WK-risico)
Wisselrisico = risico ten gevolge van wisselkoersschommelingen van de gebruikte valuta’s bij
buitenlandse handelstransacties. Dit wisselkoersrisico komt voor tijdens de offerte periode, de
uitvoeringsperiode én op het tijdstip van betaling.
Je kan een onderscheid maken tussen een rechtsreeks en een onrechtstreeks WK-risico
• Rechtstreeks: stijging of daling munt (ontstaat bij betaling in andere munt)
• Onrechtstreeks: bij indekking en niet-betaling
1.1.3.1 Tijdens offerteperiode
Stel: Belgische exporteur, ontvangt betaling
in USD. Offerteperiode is 3 weken, USD
kan/zal schommelen.
Exporteur: loopt het rechtstreekse
wisselkoersrisico, nl. dat het risico dat de
waarde van de vreemd munt ↓ t.o.v. € tussen het opmaken van de offerte en de datum van het in
voege treden van het contract.
Importeur: als de munt van de offerte afwijkt van de eigen munt is dit gunstig voor de importeur en
loopt hij geen enkel wisselkoersrisico, hij heeft immers nog geen enkele verbintenis aangegaan.
1.1.3.2 Tijdens uitvoeringsperiode
De exporteur krijgt beter zicht op het
tijdsschema en verloop WK-risico.
Stel: Belgische exporteur, contract in USD.
Exporteur: risico van appreciatie van vreemde munt t.o.v. € tussen ogenblik van afsluiten
termijncontracten en het moment waarop hij deviezen op de contantenmarkt moet aankopen.
Bij afgewerkte producten: gemakkelijk om juiste tijdstip van levering in te schatten.
Importeur: risico dat exporteur leveringsverplichting niet of laattijdig nakomt. Indekking via
termijncontract: bij niet-nakoming exporteur.
1.1.3.3 Tijdstip van betaling
Stel: Belgische exporteur, contract in USD
Exporteur:
• Ingedekt via termijncontract: enkel
WK-risico wanneer koper niet of
laattijdig betaalt.
• Indien geen indekking: kans dat munt deprecieert.
Importeur:
• Niet ingedekt: risico dat munt waarin moet betaald worden ↑
• Wel ingedekt: enkel WK-risico wanneer verkoper niet of laattijdig levert
Laura Cooreman -3-
, Samenvatting Risk- en bankmanagement
1.2 Documenten
6 groepen documenten: handelsfactuur, transportdocument, document voor inklaring van goederen,
document voor divers gebruik, verzekeringsdocument en financieel document.
1.2.2 Handelsfactuur
Handelsfactuur = een gedetailleerde nota van de verkochte goederen (geeft waarde goederen weer).
Ze worden uitgeschreven door de exporteur en aan de importeur aangeboden.
• Is bewijs dat de verkoop heeft plaatsgevonden
• Ook een aantal verplichte vermeldingen:
o Plaats en datum van uitschrijving, naam en adres van de exporteur en importeur,
datum en wijze van verzending, eventueel nummer en datum van bestelbon of
contract, verkoopsvoorwaarden, wijze van betaling, …
• Proformafactuur: houdt geen enkele verbintenis in vanwege de exporteur en dus geen
juridische waarde (soort voorbeeld, geen officieel document)
1.2.3 Transportdocumenten
Transportdocumenten = het bewijs van een vervoersovereenkomst, ook vaak belangrijk voor
betalingen.
De partijen:
• Inlader of verscheper: die opdracht geeft tot het vervoer (‘shipper’)
• Vervoerder: die het vervoer verricht (‘carrier’)
• Geadresseerde: aan wie de goederen afgeleverd moeten worden (‘consignee’)
2 groepen:
• Verhandelbare: zeevaartcognossement (voorziet een overdracht van bezitsrecht)
• Niet-verhandelbare: vrachtbrieven (voorziet GEEN overdracht van bezitsrecht)
Laura Cooreman -4-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauracooreman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.25. You're not tied to anything after your purchase.