100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
JCJB - Samenvatting ALLES!! (Boek, Hoorcolleges & Artikelen!) $7.78   Add to cart

Summary

JCJB - Samenvatting ALLES!! (Boek, Hoorcolleges & Artikelen!)

 265 views  26 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staat alles wat je nodig hebt voor het tentamen! Alle verplichte hoofdstukken, artikelen en hoorcolleges staan erin! Zoveel mogelijk is samengevoegd zodat je niks dubbel aan het leren bent! Daardoor lijkt het soms alsof hoorcolleges er niet helemaal in staan, maar alleen de din...

[Show more]

Preview 4 out of 64  pages

  • No
  • Alle verplichte hoofdstukken (h1 t/m h6, h8 t/m h11, h13, h15, h29, h31, h32, h37)
  • October 20, 2024
  • 64
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
JCJB – Samenvatting

Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor strafbaar gedrag van minderjarigen.
- Het is in strijd met het strafrecht
- Het is een sociale constructie  wat op dit moment strafbaar is, was het vroeger niet/kan later
niet zo zijn. Het is dus afhankelijk van de sociale normen op dat moment.
- Er is sprake van een wisselende taxatie  andere landen hebben andere regels/opvattingen over
wat strafbaar is.

Profielen van jeugdige delinquenten:
- Experimenteerder  één keer iets doen en dan nooit meer.
- Risicojongere  aantal keer iets gedaan.
- Veelpleger  voortdurend in aanraking met het justitiële systeem.
- Zeer actieve veelpleger  verantwoordelijk voor de maatschappelijke onrust waar het steeds
over gaat.

Weijers H1: Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
Jeugdcriminaliteit neemt af, maar toch blijft het idee dat het de verkeerde kant op gaat met de jeugd.
Er is een wisselwerking tussen politiek en media  media en politiek creëren het idee dat de jeugd
de verkeerde kant opgaat, waardoor het publiek denkt dat jeugdcriminaliteit actueel is. Dit is echter
niet waar  hoewel jeugdcriminaliteit daalt, nemen de berichten in de media toe. Ook wordt er veel
aandacht gegeven aan high impact crimes, terwijl deze juist heel erg zijn afgenomen. Een derde bias
betreft de associatie tussen Marokkaanse jeugd en ‘straatterreur’.

Bronnen over de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit:
- Politiecijfers:
o Zeggen weinig over de vraag of er sprake is van een toename.
o Beïnvloeding door meldingsbereidheid en beleidsprioriteiten.
o Dark number is hoog  een groot deel van de delicten kan niet worden opgehelderd.
- Zelfrapportages
o Kunnen een goed beeld geven van de meest voorkomende jeugddelicten.
o Maken ook kenmerkende aspecten van ‘gezonde’ jeugddelinquentie zichtbaar  het
merendeel ervan wordt samen met anderen gepleegd en alcohol en drugs spelen hier
nauwelijks een rol bij.
o Kunnen een verband tussen jeugdcriminaliteit, etniciteit en cultuur aan het licht brengen
 nauwelijks verschil allochtone en autochtone jongeren.
o Slechts een beperkt aantal delicten kan in een enquête worden opgenomen.
o Sommige daders moeilijker te bereiken.
o Geven geen goed beeld van de ernst van de delicten (minst betrouwbaar bij
geweldsdelicten)
o Onderrapportage (vooral bij etnische groepen en ernstige delicten)
- Slachtofferenquêtes
o Goede indruk van de ontwikkeling van het aantal slachtoffers van misdrijven.
o Geven geen uitsluitsel over de leeftijd van daders.
o Stijging en daling worden voor een deel veroorzaakt door toe- of afname van
meldingsbereidheid bij het publiek.
o En die worden ook veroorzaakt door de bereidheid van de politie om een proces-verbaal
op te maken.
o Moord en doodslag, slachtofferloze en seksuele delicten zijn niet of slecht
vertegenwoordigd
Geen van deze bronnen biedt op zichzelf voldoende betrouwbare informatie!

,Pendelbewegingen in de criminologie
- Na de Tweede Wereldoorlog  jeugdcriminaliteit ontstaat vanuit een verstoord
aanpassingsproces aan de heersende waarden en cultuur.
- De kritische of radicale criminologie van de jaren zestig/zeventig  kritiek op bovenstaand  De
bronnen waarop het onderzoek steunde bleken vertekend door selectiemechanismen en
stereotypen.
- Eind jaren zeventig  kritiek op het beschermingsmodel van een conservatieve stroming in de
criminologie die de meeste interventies als verspilde moeite voorstelde.
- In internationale teksten werd juist aanbevolen in interventies met een opvoedend karakter te
voorzien, rekening houdend met de persoonlijkheid en de specifieke noden van jeugdigen.
- Eind jaren negentig  enerzijds kregen een aantal incidenten veel media aandacht, anderzijds
wezen politiegegevens op een stijging van de (jeugd)criminaliteit. Er werd om een effectievere
aanpak gevraagd.

Levensloop
- Jongeren zijn langer afhankelijk (leerplicht  hierdoor geen inkomen) en jongeren worden veel
serieuzer genomen.
- Meer besef ontstaan van de betekenis van historische gebeurtenissen op macroniveau. Ook de
invloed van school, familie en vrienden worden meer meegenomen.
- De ‘levensstijl’ van jongeren en de wisselwerking tussen levensstijlen en individuele
karakterkenmerken zijn scherper in beeld gekomen. Eén van de belangrijkste gevolgtrekkingen
van de levensloopcriminologie is dat de gedachte dat er een algemene oorzaak voor het
ontstaan van criminaliteit zou kunnen worden gevonden, verworpen moet worden.
- Ontwikkelingspsychopathologie  focust zich op condities waaronder stoornissen in de
ontwikkeling kunnen optreden, voortduren of weer verdwijnen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Weijers H3: Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de 21 e eeuw
In de Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC) worden de ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit gemeten op
basis van
- zelfrapportage van daderschap;
- verdachten van een misdrijf volgens de politie;
- strafrechtelijke daders waarbij het OM of de rechter een jongere schuldig heeft bevonden.

12-18-jarigen in 2000  ruim 1.1 miljoen. 2013 ruim 1.2 miljoen. Blijft in de jaren erna redelijk
stabiel.

Leeftijd en criminaliteit
Onder minderjarigen (12-18) en jongvolwassenen (18-25) bevinden zich naar verhouding meer
verdachten en strafrechtelijke daders dan in oudere leeftijdsgroepen. Het aantal jeugdigen dat
wegens het plegen van een delict met de politie in aanraking komt neemt vanaf het 12e jaar toe, met
een piek rond het 18e-20e levensjaar en daarna een afname  age-crime-curve.

Bronnen om criminaliteit te meten
Zelfrapportage
- Nadeel  gaat om een steekproef, onderrapportage, overrapportage.
Politiestatistieken  het aantal aangehouden verdachten van een misdrijf (proces-verbaal)
- Nadeel: niet alles bekend of opgehelderd, afhankelijk van inspanning, verandering in taken, meer
aandacht voor bepaalde delicten over tijd.
Justitiële statistieken  het aantal strafrechtelijke daders van een misdrijf
- Nadeel: filtering van delicten, afhankelijk van inspanning.

,Zelfgerapporteerd daderschap
De Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit (MZJ) is de enige landelijke dekkende monitor die
nog met enige regelmaat wordt uitgevoerd. In totaal zijn er 27 delicten gemeten die zijn onder te
verdelen in geweld (7), vermogen (11), openbare orde en vernieling (5), drugs (3) en wapenbezit.
Geweld is de grootste vorm in 2010. Jongens plegen vaker delicten dan meisjes.

Jeugdige verdachten
Het absolute aantal jeugdige verdachten van 12 tot 25 jaar is in de periode 2000-2012 gestegen van
ruim 49.000 tot bijna 59.000. Het verschil in absolute getallen heeft voor een deel te maken met het
feit dat de groep van 18-25 simpelweg groter is in de populatie. Wanneer met de omvang van de
betreffende leeftijdsgroepen rekening wordt gehouden, blijken 18- tot 25-jarigen nog steeds relatief
vaker te worden aangehouden.
Het aandeel per 1000 wordt wel minder  dus relatief wel minder!

Bij zowel minderjarige als jongvolwassen verdachten (jongens én meisjes) is er sprake van een
halvering van het aantal dat is aangehouden. De daling treedt op bij alle grote herkomstgroepen en
alle typen misdrijven.

Strafrechtelijke daders
Strafrechtelijke jeugdige daders zijn de jongeren jegens wie door het OM of de rechter een strafzaak
is afgedaan. De meeste daders zitten in de groep van 18- tot 23-jarigen. De aantallen dalen sinds
2007/2008.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hendriks: Hoofdstuk 2

Internationale visie op rechten van kinderen
Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK)  verplicht ouders te ondersteunen in
de verzorging en opvoeding van hun kind. In extreme gevallen  mogelijke uithuisplaatsing.
Wanneer ouders en het kind niet instemmen met een opname kunnen bevoegde autoriteiten
beslissen dat dit toch noodzakelijk is in het belang van de jeugdige  ultimum remedium.

Jeugdwet
Vanaf 1 januari 2015 is de Jeugdwet geïntroduceerd  gemeenten verantwoordelijk voor jeugdzorg:
- Gesloten jeugdhulp
- Zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking
- Forensische zorg = jeugdbescherming + jeugdreclassering
o Jeugdbescherming  als problematiek dusdanig ernstig is dat de kindveiligheid en
kindontwikkeling ernstig bedreigd worden, waardoor justitieel ingrijpen noodzakelijk is of
dreigt.

Jeugdrecht: civiel- en strafrecht
In het civiele kader kan de minderjarige te maken krijgen met een uithuisplaatsing (UHP) en
ondertoezichtstelling (OTS). Aan de machtiging voor een UHP dient in beginsel een indicatiebesluit
ten grondslag te liggen. De rechter kan ook een machtiging tot gesloten plaatsing afgeven.
- In een gesloten jeugdhulpinstelling kunnen vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet 
alleen als ze in hulpverleningsplan zijn opgenomen + noodzakelijk voor veiligheid van de jeugdige
of anderen.
- De rechter kan de toepassing van dwangmiddelen en dwangmaatregelen toetsen aan de
beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid.
- Vanuit gesloten plaatsing zal weer gewerkt worden naar terugplaatsing naar huis of een meer
open instelling.

, Uit de evaluatie van de Jeugdwet volgt dat de in de praktijk ontwikkelde (dus niet wettelijke!) drang,
die tussen vrijwillige jeugdhulp en het gedwongen jeugdhulpkader kan worden geplaatst (ook wel
preventie jeugdbescherming genoemd), belangrijke vragen oproept over de rechtspositie van de
betrokkenen die hiermee te maken krijgen.

Adolescentenstrafrecht
Adolescentenstrafrecht  poging tot flexibele toepassing van het jeugd- en volwassenstrafrecht
rond de leeftijd van 18 jaar. Onder bepaalde condities kan de rechter besluiten om een 18- tot 23-
jarige volgens het jeugdstrafrecht te sanctioneren. De gedachte achter het adolescentenstrafrecht is
dat sommige jongvolwassenen beter af zijn volgens het jeugdstrafrecht, vanwege diens ontwikkeling.

Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) vs. de Belgische vertrouwenspersoon
Het vertrouwenswerk draagt bij aan het versterken van de (rechts)positie van jeugdigen en
ouders/verzorgers  recht om gehoord te worden.
- In België mogen jeugdigen die hulp ontvangen een vertrouwenspersoon uit eigen omgeving
aanwijzen.
- In Nederland wordt dit door een onafhankelijke vertrouwenspersoon gedaan van het AKJ.
Op dit moment lijkt de mening van de kinderen onvoldoende meegewogen te worden in Nederland
en er bestaat onder medewerkers geen consensus over wat vrijheidsbeperkende maatregelen precies
zijn en welke maatregelen hieronder vallen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hendriks: Hoofdstuk 29
Residentiële jeugdhulp  jeugdhulp waar bij jongeren (0-23) dag en nacht (tijdelijk) buiten hun
eigen omgeving verblijven. Doel is een veilige basis creëren voor jeugdigen en te werken aan hun
terugkeer naar huis of zelfstandigheid. Afhankelijk van de problematiek en zorgvraag  specifieke
interventies  ook in een justitiële jeugdinrichting (JJI).
Residentiële jeugdhulp is niet vrij toegankelijk en dient alleen in het uiterste geval te worden
toegepast.
- In het geval van een open plaatsing wordt deze door en in samenwerking met de ouders
aangevraagd.
- In het gesloten kader kan er sprake zijn van een:
o Civielrechtelijke maatregel  een gecertificeerde instelling vraagt de plaatsing aan en er
is sprake van een ondertoezichtstelling of voogdijregeling. Een plaatsing in een gesloten
jeugdzorg voorziening kan zowel in gedwongen als vrijwillig kader plaatsvinden.
o Strafrechtelijke maatregel  hierbij wordt een jongere door de rechter geplaatst na het
plegen van een delict.

Historische ontwikkelingen
- Ontstaan: eerste weeshuis in 1491. In de loop van de 16e eeuw kreeg elke stad zo’n instelling.
1833  eerste jeugdgevangenis. Voorheen werden jongeren in volwassen gevangenissen
geplaatst.
- In 1905  Kinderwetten  stellen belang kind voorop. Hiermee kreeg heropvoeding voorrang
op vergelding in het jeugdstrafrecht. Personeel grotendeels vrijwilligers en ongediplomeerde
betaalde krachten.
- Na de Tweede Wereldoorlog werd de jeugdhulp geprofessionaliseerd met orthopedagogen en
brancheorganisaties. Ook de pedagogische benadering won steeds meer terrein, waarbij er een
wetenschappelijke basis voor jeugdhulp ontstond.
- De jaren zestig en zeventig  keerpunt residentiële jeugdhulp. Toenemende afkeer van
disciplinerende maatregelen en een andere inschatting van de risico’s van jeugdcriminaliteit.
Vanuit het beschermingsmodel werden jongeren meer gezien als slachtoffer van hun opgroei- en
opvoedingsomstandigheden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller doriendeboer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.78  26x  sold
  • (0)
  Add to cart