Geschiedenis Samenvatting Hs.4 Tijd van Steden en Staten VWO5+6
5 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Geschiedenis Samenvatting Hs.4 Tijd van steden en staten VWO5+6. Een goede en duidelijke samenvatting die alle stof omvat van hoofdstuk 4 tijd van steden en staten van het boek Werkplaats 3e editie.
4.1 De opkomst van steden
KA: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van
een agrarisch-urbane samenleving.
Vanaf 11e eeuw: Steden kwamen in Europa opnieuw op.
Er ontstond opnieuw een landbouwstedelijke samenleving = agrarisch-urbane.
Groeikernen ontstonden binnen de oude muren van vervallen Romeinse steden. Maar de
meeste steden waren nieuw: Dordrecht (1e stad van Holland) en Hamburg.
De urbanisatie (= verstedelijking) was een langdurig proces dat ook na de middeleeuwen
plaatsvond.
Steden kregen meestal enkele honderden tot duizenden inwoners.
Dus niet zo groot qua inwoneraantal als Rome in de tijd van de Romeinen.
Totaal ontstonden er in West- en Midden Europa zo’n 4000 steden.
Ontstaan van steden doordat:
● Er een eind kwam aan invasies en plundertochten van o.a. Vikingen.
→ De handel kwam tot bloei en de nederzettingen konden groeien.
→ Handelaren en ambachtslieden waren de eerste inwoners van deze steden.
● Boeren meer gingen produceren, overschotten, ontstond er een aanbod, dit werd
verkocht aan steden waar vraag was naar vlees, graan en andere landbouwproducten.
Zo ontstonden markten, waar vraag en aanbod bij elkaar gebracht werd.
● Steden aantrekkelijk waren door hun welvaart en vrijheid; je kon er ontsnappen aan de
verplichtingen van je heer. Mensen trokken er voortdurend naar toe. Ondanks dat er meer
mensen in steden dood gingen dan dat er geboren werden. Door de trek naar de stad
nam het inwoneraantal van de steden toch toe.
● De Europese bevolking verdubbelde in de jaren 1000-1300. Ondanks de kap van de
bossen, droogleggen van moerassen om de plattelandsbevolking van landbouwgrond te
voorzien, was dit niet voldoende voor de inwoners van het platteland. Hierdoor trokken
ook velen naar de stad in de hoop dat het daar beter was.
Handel en nijverheid
Sommige producten werden over grote afstand verhandeld: wijn, ijzer, natuursteen,
Aziatische luxe producten (zijde, parfums, specerijen).
Italiaanse kooplieden kochten deze van de Arabieren in het Midden-Oosten en verkochten
o.a. hout, ijzer en laken aan hen.
Laken = Een wollen stof waar kleding van gemaakt wordt. Laken was het belangrijkste
Europese nijverheidsproduct voor de lange afstandshandel.
Een grote, complexe lakennijverheid ontstond in Vlaanderen. De grondstof, wol, werd
geïmporteerd vanuit Engeland. De lakenkooplieden zetten ambachtslieden en arbeiders aan
het werk. Want om een goed laken te produceren had je wel 30 verschillende bewerkingen
nodig.
Nodig had je o.a.:
- Spinners om de wol tot draden (garen) te spinnen
, - Wevers om het garen tot weefsel te weven
- Volders om het weefsel te bewerken met urine, vet en klei zodat het dicht en
waterafstotend werd
- Ververs om met plantaardige stoffen de stof te verven in de kleuren meekrap (rood)
en wede (blauw). De plantaardige stoffen kwamen uit de lokale omgeving en werden
daar verbouwd.
–> Vlaanderen met steden als Gent, Ieper en Brugge werd door deze lakenindustrie een van
de meest verstedelijkte regio’s van Europa.
Een andere, nóg rijkere regio was: Noord-Italië met steden als Venetië, Milaan en Genua.
Andere belangrijke steden voor lange afstandshandel:
Steden die aan rivieren en riviermondingen aan zee lagen.
Voorbeelden: Londen, Danzig, Dordrecht en Bazel.
Romeinse wegen waren slecht onderhouden of verdwenen –> bevaarbare waterwegen
werden dan ook belangrijker.
Maar: een centrale overheid die nieuwe wegen liet bouwen ontbrak.
Daarom: heffing van tol.
→
Steden, edelen en vorsten hieven tol bij bruggen, op wegen en bij havens om op hun deel
van de handelsroute te verdienen aan het vervoer.
Kooplieden sloten zich aan bij hanzen.
Hanzen = Handelsorganisaties die militairen inhuurden om leden op de handelsroutes te
beschermen.
Ook maakten de hanzen afspraken met de vorsten, edelen en steden, bijvoorbeeld over dat
hanze leden het recht kregen om geen tol te betalen. Of afspraken dat leden in vreemde
steden bij elkaar in een gebouw, wijk of straat kwamen te wonen.
Duitse Hanze = Grootste handelsorganisatie.
200 steden in Noord-Europa waren lid inclusief Nederlandse hanzesteden als Deventer en
Kampen.
Een geldeconomie
Belangrijkste betaalmiddel: munten
Met name Italiaanse steden sloegen zilveren en gouden munten. De gouden florijn uit
Florence werd door heel Europa gebruikt.
Ook nieuwe handels- en betaalmethoden ontstonden, waardoor muntgeld overbodig
raakte:
● De compagnie: Mensen staken samen geld in een onderneming en werden
gezamenlijk eigenaar. Sommige groeiden uit tot grote handelshuizen met vele
handelaren in dienst en verhandeling in vele producten.
● Wisselbrieven: Voor handelaren die elkaar vertrouwden. Hierin stond dat de koper geld
schuldig was aan de verkoper. Dit was voor de handelaren een stuk veiliger want ze
hoefden niet meer met munten te reizen en werden niet meer van hun munten beroofd.
● In Italië ontstonden de eerste banken. Handelaren leenden geld uit tegen rente.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoukHV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.