“Orders backed by threats”, oftewel een bevel die onderbouwd is door
dreigingen en dwangmiddelen
Recht:
o Afdwingbaar
o Uiterlijke gedraging
Moraal:
o Niet afdwingbaar
o Innerlijke houding (Heeft te maken met je gedachten en
overtuigingen)
Legisme: Alle rechtsregels zijn op de wet gebaseerd en de rechter hoeft
alleen de wet toe te passen
Kritiek: onduidelijkheden in de wet en vage bepalingen kunnen voor
problemen zorgen
Een wet is een geschreven rechtsregel
Normatieve rechtsregels: regels die het gedrag van burgers en de
overheid sturen of reguleren
Gebodsbepaling: verplichting om iets te doen (bijv.
schadevergoeding betalen)
Verbodsbepaling: wat je juist niet mag doen (bijv. diefstal)
Bevoegdheidsgevende bepaling (Verlof): wat je wel mag doen
(bijv. een vergunning)
Niet-normatieve rechtsregels: regels die niet bedoeld zijn om gedrag
te sturen
Kwalificatieregels (of defenitiebepalingen): een rechtsregel
die een omschrijving bevat van begrippen zodat normatieve regels
correct worden toegepast (gericht naar toepasser)
Verwijzingsregels: bepalingen die overeenkomstige artikelen
verklaren op een ander onderwerp van de wet
Ficties: bepalingen waarin verschillende samenhangende
verschijnselen samen worden gebracht in een fictieve situatie (Bijv.
bij een zwangere vrouw doe je alsof het kind al geboren is voor
rechtvaardigheid)
,BEGRIPPEN:
Ius positivum (of ium constitutum): positief recht, wat
geconstitueerd is
Ius constituendum: Het ideale recht zoals wij zouden willen dat
het is, wat geconstitueerd kan worden
o Geconstitueerd: rechtmatige vorm gegeven aan schriftelijke
overeenkomst
Positief recht: Het werkelijk recht dat vastgesteld of erkend is
o Publiekrecht: overheid neemt initiatief tot handhaving
(verticale relatie, overheid boven handhaving boven burgers)
Staats- en bestuursrecht
Strafrecht
Internationaal en Europees recht
Belastingrecht
o Privaatrecht: initiatief tot handhaving ligt bij burgers zelf
(horizontale relatie, burger tot burger)
Vermogensrecht
Personen- en familierecht
Natuurrecht: Hoger recht, rationaliteit, wetten moeten aan
natuurrecht worden getoetst (gebaseerd op normen en waarden)
Staat tegenover positiefrecht
Objectief recht: geheel van rechtsregels
Subjectief recht: individuele bevoegdheden die de drager
(gerechtigde) heeft tegenover een bepaald persoon of groep
afgeleid van objectief recht
Materieel recht: Regelingen met betrekking tot gedrag van
mensen of instellingen (hoe ze zich tegenover elkaar moeten
gedragen)
o “Materieel” in recht betekent inhoudelijk, geldt voor alle
wetten die algemeen bindende voorschriften bevatten
Formeel recht (procesrecht): Wijze waarop materieel recht wordt
gehandhaafd (procesrecht)
o Er zijn heel weinig wetten alleen in formele zin (bijv. een
huwelijk goedgekeurd door de koning)
o Staten-Generaal: Eerste en Tweede Kamer
Wet in materiële zin: algemeen voorschrift voor alle burgers
(Gaat over een individuele wetsregel, geen wetboek)
o Te onderscheiden van individuele beschikkingen (zoals
vergunning of subsidie voor een specifieke situatie)
, o Gericht op inhoud (moet algemeen verbindend voorschrift
bevatten)
Wet in formele zin: regeling die tot stand wordt gebracht door
regering (Koning en ministers) en Staten-generaal (Eerste en
Tweede kamer) via grondwettelijke wetgevingsprocedure
o Er zijn heel weinig wetten alleen in formele zin (bijv. een
huwelijk goedgekeurd door de koning)
o Als het een wet in formele zin is staat er een inleiding bij (bijv.
eerste blz van strafwet)
RECHTSFEITEN EN -GEVOLGEN
Rechtsfeiten: feitelijke handelingen en gebeurtenissen in een
rechtszaak die relevant zijn (moeten aan voorwaarden in wet
voldoen om bijv. strafbaar te zijn)
Rechtsgevolgen: de gevolgen van de wet wanneer de
rechtsfeiten aan de voorwaarden voldoen(Als… dan… structuur in
wetboek)
o Enkelvoudige voorwaarden: er is maar 1 voorwaarde waar
de feiten aan moeten voldoen
o Cumulatieve voorwaarden: er zijn meerdere voorwaarden
waar de feiten aan moeten voldoen voordat de
rechtsgevolgen plaats kunnen vinden
o Alternatieve voorwaarden: de feiten moeten voldoen aan 1
van deze voorwaarden voordat de rechtsgevolgen plaats
kunnen vinden
o Soms is er sprake van verschillende rechtsgevolgen bij
verschillende voorwaarden, bijv. als een kind onder de 12 is
ligt de straf hoger dan bij een ouder kind
Gekwalificeerde versie van een wet: een wet die een extra
voorwaarde en daarbij een extra gevolg geeft bij een andere wet
Dwingend recht: een wet waar je nooit vanaf mag wijken
Aanvullend recht: vult een leegte op die niet door de partijen is
voorzien, hierbij mogen de partijen afwijken
Rechtsbronnen: Identificatiemiddelen voor geldend recht (vorm waarin
rechtsregels zich voordoen)
De wet (belangrijkste rechtsbron)
, Jurisprudentie: geheel van uitspraken van rechters
(Internationale) verdragen
Gewoontes en gebruiken
HIËRARCHIE IN WETGEVING (HOOG NAAR LAAG)
1. Internationale verdragen
2. Statuut van Koninkrijk der Nederlanden
3. Grondwet
4. Wetten door nationale wetgever (wet in formele zin)
5. Wetten door lagere overheden (wet in materiële zin)
Rechter mag niet oordelen over grondwettigheid van rechten en
verdragen (wetten zijn onschendbaar, geldt alleen voor formele zin)
Toetsingverbod omdat regering en Staten-Generaal deze gemaakt
hebben, en alleen zij mogen daar iets over te zeggen hebben
Mogen wel getoetst worden aan art. 93 en 94 uit grondwet
Benodigdheden voor een casus:
1. Zoeken naar juridische grondslag: heeft de casus een basis in
de wet of rechtspraak?
2. Toetsing van feiten aan rechtsregel: voldoen de feiten aan de
voorwaarden van de rechtsregel?
Verschillende prioriteiten voor:
Verschillende denkers
Verschillende tijdperken
Nieuw statensysteem sinds 1648, sindsdien is de wereld
opgedeeld in nationale staten
Territoriale jurisdinctie (wet geldt voor het land waarin deze in
werking is)
Verschillende landen
Verwijzing naar wetsartikel:
Basisvorm: art. [nummer] [(afkorting) naam wet]
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisezieverink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.73. You're not tied to anything after your purchase.