Complete toetsstof leerjaar 1 OWE 1 uitgewerkt in vragen antwoorden.
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Alle leerstof m.b.t. communicatieve vaardigen uit het boek Communicatie voor verpleegkundigen uitgewerkt in vragen met antwoorden. Op deze manier heb je een soort zelftoets en weet je dat je de leerstof onder de knie hebt, wanneer je de vragen kunt beantwoorden. Handige manier om iemand anders je o...
Complete toetsstof leerjaar 1 OWE 1 uitgewerkt in vragen antwoorden.
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
mereltepas
Reviews received
Content preview
Oefenvragen communicatieve vaardigheden OWE1:
1. Wat is communicatie?
Uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich bewust
zijn van elkaar aanwezigheid. De informatie wordt deels bewust, deels
onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
2. Wat is symbolische informatie?
Dat is de verbale + non-verbale communicatie.
3. Wat bedoelen we met ‘verbale’ communicatie en wat met ‘non-verbale’
communicatie?
Verbaal: ‘wat’ iemand zegt. Non-verbaal: ‘hoe’ iemand iets zegt >
lichaamstaal.
4. Wat wil professionele communicatie zeggen?
Communicatie is gericht op een specifiek doel, afgebakende
communicatie.
5. Wat bedoelen we met het referentiekader?
Alle regels, normen en waarden die bepalen hoe je iets bekijkt.
6. Wanneer spreken we van vriendschappelijke communicatie?
Als de communicatie niet gericht is op een bepaald doel, maar de
gevoelens voor elkaar centraal staan.
7. Wat verstaan we onder een waarde m.b.t. communicatie?
Wat belangrijk is voor iemand, persoonlijke ervaringen + opvoeding.
8. Wat verstaan we onder een norm m.b.t. communicatie?
Regel, maatstaf, wat wel hoort en wat niet.
9. Optimale communicatie verlangt als attitude:
Maximale nabijheid, met behoud van afstand.
10. Geef de definitie van overdracht:
Het overbrengen van gevoelens en verwachtingen op anderen.
11. Geef de definitie van tegenoverdracht:
Als de verpleegkundige verwachtingen en gevoelens overbrengt.
12. Wanneer spreken we van stereotiep gedrag? Hoe wordt dit ook wel genoemd?
Wanneer mensen op basis van een overeenkomst in een hokje worden
gestopt, zonder dat daarbij gekeken wordt naar de individuele
eigenschappen. Generaliseren.
13. Wat betekent een Ad – Hoc – Hypothese?
Op basis van 1 waarneming een heel verhaal omtrent de patiënt
verzinnen.
14. Wat betekent Halo- Horn effect?
Halo = Positief beeld van iemand.
Horn = Antipathie tegen iemand.
15. Noem 4 problemen m.b.t. het aansluiten bij het referentiekader van de
patiënt?
Cultuurverschillen.
Onervarenheid van de patiënt (nieuw, vreemd en eng).
Ervarenheid van de patiënt (hospitalisatie).
Andere werkelijkheidsbeleving.
16. Wat betekent hospitalisatie?
Aangepast gedrag vertonen dat weinig tot niet overeenkomt met de
innerlijke gesteldheid.
17. Wat wordt er bedoeld met een afdelingscultuur?
De normen en waarden binnen een team.
18. Elk gesprek bevat 3 niveaus van communiceren, welke?
Procedureniveau, inhoudsniveau en betrekkings- of procesniveau.
19. Wat verstaan we kort onder het procedureniveau, inhoudsniveau en
betrekkingsniveau?
Procedureniveau = Structuur + opbouw.
Inhoudsniveau = verbale communicatie, de letterlijke boodschap.
, Procesniveau = Non-verbaal, uiting van emoties.
20. Wat zijn de 5 axioma’s van Watzlawick?
Het is onmogelijk om niet te communiceren.
Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
Alle communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsniveau.
De aard van de betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de
interactie tussen de communiceren personen.
Communicatie tussen mensen is symmetrisch of complementair.
21. Wanneer communiceren we vooral op inhoudsniveau?
Informatie verstrekken, angst reduceren of veiligheid vergroten.
22. Wat is een valkuil bij verbale communicatie?
Je moet beide goed begrijpen ‘wat’ er wordt gezegd, soms gaat dit ten
koste van het gevoelsniveau.
23. Het betrekkings- of procesniveau kunnen we opdelen in 3 delen, welke?
Gevoelsniveau, relationeel niveau en appellerend niveau.
24. Wat verstaan we onder het gevoelsniveau?
De patiënt geeft dan aan hoe hij de situatie in emotioneel opzicht
beleefd.
25. Wanneer spreken we van angst?
Emotie die wordt opgeroepen als zich een verandering voordoet die als
bedreigend/gevaarlijk voor het eigen welzijn wordt waargenomen.
26. Definitie afweer:
Het vervormen of vertekenen van de emotionele werkelijkheid om de
daarmee samenhangende angst te verminderen.
27. We kennen 2 soorten afweer welke?
Rationeel vlak en emotioneel vlak.
28. Afweer op rationeel vlak, kunnen we ook weer opdelen in 2 delen. Welke en
wat verstaan we hieronder:
Loochening: Bedreigende/onacceptabele gevoelens, ervaringen of
gedachten worden volledig buiten bewustzijn gehouden.
Ontkenning: zelfde als verloochening, maar kun je wel langzaam
binnendringen. Kunnen we weer opdelen in: bagatelliseren, relativeren
en benadrukken van positieve aspecten.
29. Afweer op emotioneel kunnen we ook weer opdelen in 2 delen. Welke en wat
verstaan we hieronder:
Affectisolatie: Herinnert zich de gebeurtenis maar laat de gevoelens
niet toe.
Intellectualiseren: Emotioneel afstand nemen.
30. Wat is verdriet?
Reactie op het ervaren of in de toekomst gaan ervaren van verlies van
zaken die voor de patiënt belangrijk zijn.
31. Waar heeft boosheid mee te maken?
Met gevoel van onrecht. Neiging om schuldigen te willen aanwijzen.
32. Wat is relationeel niveau?
Manieren waarop je zinnen formuleert, hoe je praat, mimiek en
gebaren.
33. Wanneer spreek je van respect:
Als je de patiënt ziet als een volwaardig persoon.
34. Wat is een valkuil als je kijkt naar het communiceren op relationeel niveau?
Bevoogden: adviseren, instrueren, voorlichten de les willen lezen.
35. Appellerend niveau wat houdt dat in en wat is appèl?
Veel mee te maken vanwege het pieperssysteem.
Appèl wil zeggen: Alle uitspraken waarbij de één iets vraagt of eist van
de ander.
36. Appellerend niveau kunnen we opdelen in:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mereltepas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.