100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting bewegen en beïnvloeden $6.11   Add to cart

Summary

samenvatting bewegen en beïnvloeden

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting bewegen en beïnvloeden met alles wat je moet leren voor het tentamen op basis van de reader en colleges.

Preview 3 out of 18  pages

  • October 21, 2024
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Bewegen en beïnvloeden (omgeving en activiteit)

Herhaling bewegen en leerprocessen (persoon)
- OPA-model -> omgeving, persoon, activiteit
- Verschillende fases in een leerproces (leercyclus) -> belang van ervaring
 Ervaring -> terugblikken (reflecteren) -> belangrijke informatie selecteren
(conceptualiseren) -> proberen en verder gaan (experimenteren) -> geleerde dingen
toepassen in nieuwe situatie (ervaring)
- Mindset -> wil/drang van een persoon om nieuwe vaardigheden eigen te maken of nieuwe
vaardigheden te leren
 Fixed mindset -> niet alles is meer leuk om te leren, sommige dingen zijn veel te moeilijk,
leervermogen staat vast (ontstaat vaak als het vaak mislukt)
 Growth mindset -> met inspanning en doorzettingsvermogen kun je bijna alles leren
- Attitude -> houding die iemand heeft ten opzichte van iets
 Bepaalt of een persoon gaat leren
 Cognitieve dissonanties -> tegenstrijdige handelingen/gedachtes/gevoelens
 Mensen zijn vaak geneigd om deze op te heffen
- Motivatie -> beweegreden om iets wel of niet te leren
 Basisbehoeften om te leren -> iets willen kunnen (competentie), waardering en
erkenning krijgen (relatie), zelf invloed uitoefenen (autonomie)
 Zelfontplooiing -> jezelf uitdagen om beter te worden en nieuwe uitdagingen te vinden
 Als iemand verwacht dat iets haalbaar en belangrijk is, zal diegene waarschijnlijk meer
gemotiveerd zijn om te leren
 Intrinsieke motivatie -> iets willen leren voor jezelf
 Extrinsieke motivatie -> iets willen leren omdat het van buitenaf aangestuurd wordt
- Stress -> draaglast is groter dan draagkracht
 Freeze/fight/flight reactie
 Stressor -> veroorzaker van stress
- Coping -> manieren om stress te verminderen, omgaan met stress (verschillende stijlen)
 Probleem-georiënteerde coping -> stressbron aanpakken
 Cognitiegeoriënteerdecoping -> goed nadenken wat je geleerd hebt en hoe je het het
beste kunt aanpakken
 Emotiegeoriënteerde coping -> frustratie uiten, fantaseren over doel, focussen
- Perceptie -> waarneming (observeren) en interpretatie (betekenis geven) van informatie
 Hoe een persoon ergens tegen aankijkt is bepalend voor het deelnamegedrag en
daarmee ook op het leerproces (perceptie is heel persoonlijk)
- Brein -> cognitieve proces van het leren (denken)
 Sensorisch register -> waarnemen
 Kortetermijngeheugen -> beperkte opslag
 Lange termijn geheugen -> relevante informatie die al hebt activeren
 Metacognitie -> leeractiviteiten analyseren

Processen die gedrag tot stand brengen -> invloed op leerproces
- Vanuit persoon -> uiterlijk en niet uiterlijk waarneembaar gedrag/gedachten/gevoelens
- Vanuit omgeving -> context waarin leren plaatsvindt
 Wisselwerking tussen persoon (denken/voelen/doen) en omgeving
 Fysieke (locatie, materiaal) en sociale (mensen, sfeer) omgevingsfactoren




1

,Sociale omgeving -> de ander(en) in de omgeving waarin je aan het
leren bent
- Heeft invloed op de wijze waarop je verder gaat leren (leerproces)
- Sociale invloed -> je wordt in een leerproces door de aanwezigheid van anderen beïnvloed
- Directe sociale beïnvloeding -> duidelijk waarneembaar (overhalen, uitdagen)
- Indirecte sociale beïnvloeding -> niet bewust zo bedoelt (aanpassing door opmerking)

Conformisme
- Toegeven aan een bepaalde norm van anderen zonder dat zij daarom vragen
 Soms bestaat die norm niet daadwerkelijk maar kun je denken dat dat de norm is
- Aanpassen als gevolg van de invloed van andere mensen
 De ander beïnvloedt jou niet bewust, jij kunt je bewust of onbewust laten beïnvloeden
 Waarneembaar gedrag aanpassen, maar niet altijd echt in handeling geloven/het menen
- Voordelen -> makkelijker sociaal contact, geeft zekerheid en helpt bij maken van beslissingen
omdat je anderen gebruikt bij het maken van keuzes (anderen als voorbeeld gebruiken)
- Nadeel-> dingen gaan zeggen en doen die tegen eigen normen of gevoelens in gaan
- Conformisme vindt plaats omdat we soms niet goed nadenken of omdat we maar beperkte
zelfkennis of zelfbewustzijn hebben
- Conformisme is een gedragsbeïnvloeding zonder attitudeverandering, je gaat niet standaard
mee in het gedrag van de groep omdat je ook een eigen mening hebt
- Informationele en normatieve invloed

Informationele sociale invloed
- De informatie van anderen kan ons beïnvloeden en richting geven in wat we zouden moeten
denken, voelen en doen
- Als niet helemaal duidelijk is wat er verwacht wordt doordat er niet genoeg informatie
aanwezig is halen we vaak informatie bij anderen (verbaal en non-verbaal) deze informatie is
voor ons meestal doorslaggevend in de totstandkoming van ons gedrag
- De invloed van anderen zorgt ervoor dat wij conformeren, omdat we hen als bron van
informatie gebruiken
- Mensen zijn eerder geneigd om te conformeren aan informationele invloed als de situatie
onduidelijk is of als anderen deskundiger zijn
- Als je niet zeker bent van iets, zal je je meer openstellen voor de invloed van anderen

Normatieve sociale invloed
- De invloed van anderen zorgt ervoor dat we ons conformeren aan bepaalde sociale normen
om geaccepteerd en aardig te worden gevonden
- Sociale normen -> regels die een groep hanteert voor wat acceptabel is
 Als je deze niet volgt is er een kans om buitengesloten te worden of het gevoel te
hebben dat je er niet bij hoort (en de mens wil dat van nature niet)
- Mens is van nature sociaal -> behoefte aan relatie (normatieve invloed)
- Vooral mensen en groepen die we belangrijk vinden hebben invloed op ons
denken/voelen/doen, we zijn bij hen eerder geneigd om ons te conformeren
 Mensen waarmee we ons identificeren of waartoe we ons aangetrokken voelen hebben
meer normatieve invloed




2

, Groepsprocessen
- Sociale omgeving -> ander(en) in de omgeving (bewuste en onbewuste invloed)
- Groepsprocessen -> sociale omgeving in de vorm van groepen en de wijze waarop personen zich
bewegen in groepen
- Groepssocialisatie -> continue uitwisseling van gedachten, wensen en gevoelens (wederzijdse
invloed)
- Virtuele netwerkgroepen -> sociale media

Groepskenmerken
- Iedereen maakt deel uit van verschillende groeperingen of verzamelingen mensen
- Sociale categorieën -> bepaalde kenmerken gemeen hebben met anderen uit groepen (iedereen
is in hetzelfde hokje te plaatsen)
 Vaak grote groepen, geen directe interactie met elkaar, geen groepsontwikkeling
- Togetherness -> groepen waar je een poosje samen mee bent, sprake van interactie
 Gezamenlijke betrokkenheid aanwezig maar niet erg sterk, (nog) geen sprake van
groepsontwikkeling (groep waarmee je uitgaat, groep in een wachtkamer)
- Referentiegroep -> onderlinge persoonlijke betrokkenheid van groepsleden en invloed van
groepsleden op elkaar is groot
 Voorziet in het vervullen van belangrijke (sociale) behoeften -> veiligheid, zekerheid, sociaal
contact, erkenning, zelfontplooiing (piramide van Maslow)
 Oefent veel invloed uit op hoe je je voelt en gedraagt (vergelijkingspunt voor het vormen van
bepaalde of algemene specifieke waarden, attitudes of gedragingen)
 Maakt duidelijk wie we (willen) zijn of wat we willen bereiken

Kenmerken groep
 Meer dan twee mensen
 Gezamenlijke kenmerken
 Directe interactie
 Netwerk van relaties tussen groepsleden (groepsstructuur)
 Gezamenlijke waarden, doelen en normen (groepscultuur)
- Groepsleden zijn onderling afhankelijk van elkaar omdat ze door hun behoeften en doelstellingen
invloed hebben op elkaar (directe wisselwerking, feedback)

Indeling groepen (vaak beide kenmerken in een groep)
- Formele groepen -> duidelijk wat er verwacht wordt van de groepsleden, belangrijkste zaken
expliciet vastgelegd (doelen, structuur)
- Informele groepen -> ontstaan spontaner door gemeenschappelijke interesses of interacties




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iremdj04. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82956 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.11
  • (0)
  Add to cart