100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding in de pedagogiek voorbereidingsopdracht 4.1 $4.86   Add to cart

Other

Inleiding in de pedagogiek voorbereidingsopdracht 4.1

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit keer een pittig thema. We zoomen in op de geschiedenis van het onderwijs. Dit doen we als volgt: - H3 over de methodiek van onderwijswetenschappen - H8 over het doen van experimenten - H28 over ontwikkelingspsychologie en de ontwikkeling van de moraal (redeneren). Verder duik je in de g...

[Show more]

Preview 2 out of 5  pages

  • October 21, 2024
  • 5
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Inleiding WG 4.1

A. Hoofdstuk 3 gaat over onderwijsgeschiedenis: methoden en bronnen. Geef van de
volgende kernbegrippen een korte samenvatting:

 Ego documenten De vertellende benadering (oog voor binnenkant van het
onderwijs met persoonlijke ups en downs) maakt gebruik van egodocumenten.
Dit zijn bronnen waaruit persoonlijke ervaringen, motieven en opvattingen
naar voren komen. Bijvoorbeeld dagboeken, schoolagenda's, briefkaarten en
correspondenties. (Dekker, 1995).
 Culturele filters Het is moeilijk om dagboeken als bron te gebruiken. Iedereen
heeft verschillende interesses en geeft zijn of haar individuele kleur daaraan.
De makers van deze bronnen zijn zich dan ook vaak niet bewust van de plaats-
en tijd gebondenheid van hun sociale context. Dagboeken worden
tegenwoordig met andere bedoeling geschreven en betekenis van begrippen,
stijl van schrijven en de onderwerpen waarover wel en niet geschreven mag
worden, verschillen. Egodocumenten zijn interessant, maar moeilijk te
interpreteren. Zo zijn de bewaarde egodocumenten uit de 17e en 18e eeuw
voor 90% geschreven door doorgeleerde mannen.
 Veronderstelde benadering baseert haar keuze voor bronnen en de wijze
waaruit deze bestudeerd worden op vooraf uitgewerkte theoretische
uitgangspunten en daaruit afgeleide hypothesen.
 Cultuur-historische invalshoek De geschiedenis van opvoeding en onderwijs
wordt recentelijk vanuit hier bestudeerd. Het accent ligt op
mentaliteitsgeschiedenis en door het bestuderen van literaire bronnen en
beeldcultuur worden leidende opvattingen uit een bepaalde periode over
opvoeding en onderwijs gereconstrueerd.
 Cultuuroverdracht Belangrijke functie van opvoeding en onderwijs.
Bijvoorbeeld de 19e eeuwse schoolstrijd, waarbij het wettelijk vastleggen van
de vrijheid van onderwijs (1848) het resultaat was. Overheid en kerk streden
om het opvoedings- en scholingsrecht van kinderen.

B. Lees hoofdstuk 8 en maak een korte samenvatting van de volgende kernbegrippen:
 Randomized controlled trial De groep wordt op willekeurige wijzen in tweeën
verdeeld, waarna je een controle en een experimentele groep hebt. De
experimentele groep onderwerp je aan de interventie.
 Hawthorne-effect Effecten van de interventie worden veroorzaakt door de
aandacht van de onderzoeker. Dit wordt vaak opgelost met een
nepinterventie, waarbij we veronderstellen dat die niet of nauwelijks werkt.
Dit kan een brochure of een telefoongesprek zijn.
 Rousseau Was tegen het bakeren (inwikkelen van baby's) en pleitte daarvoor
in zijn Emile (1762). Hij beriep zich op de natuurlijke gang van zaken bij niet
westerse volkeren. Geen van de kinderen die zich als zuigeling vrijelijk kunnen
bewegen, verwondt en verminkt zichzelf.

,  Cultuurhistorische benadering Voornaamste bron van kennis over opvoeding.
Leidt tot veel experimenten. Geeft een breedte aan waarin een
opvoedingsverschijnsel kan variëren en stelt ons in staat om dit verschijnsel in
perspectief te plaatsen en beter te begrijpen.



C. Lees hoofdstuk 28 en maak een korte samenvatting van de volgende
kernbegrippen:

Piaget (ont psych) en socioloog Durkheim vormen de basis voor Kohlbergstheorie
over de ontwikkeling van het individuele moreel besef en het morele klimaat van de
opvoedingsomgeving. Een moreel oordeel is een uitspraak over de juistheid van een
handeling.

 Heteronome moraal Dwang, ongelijkheid van sociale relaties en de daaruit
vloeiende plicht om te doen wat autoriteiten zeggen, ongeacht de
omstandigheden. Hierbij worden de intenties niet meegenomen, maar
uitsluitend de gevolgen van de handeling. Een kind die per ongeluk tien kopjes
breekt tijdens de afwas is dus slechter dan een kind dat één koekje zou stelen.
Regels moeten letterlijk geïnterpreteerd worden. Gegrond op de relatie van
het kind met de opvoeders (autoriteit).
 Autonome moraal Nadruk op intentie van de handeling. Regels moeten niet
letterlijk genomen worden, maar zoals ze zijn bedoeld. Naarmate het kind
ouder wordt is er meer nadruk op deze moreel. Gebaseerd op de
samenwerkingsrelatie met leeftijdsgenoten.
 Rechtvaardigheid als moreel principe Gelijke gevallen moeten gelijk behandeld
worden en ongelijke gevallen ongelijk. Zo wordt een rijke patiënt niet
voorgelaten aan een arme patiënt op de eerste hulp. Iemand moet de
behandeling krijgen die op dat moment wenselijk en nodig is. Patiënten met
acute klachten krijgen voorrang op een patiënt zonder acute klachten.
Geslacht, ras, geloof of geaardheid speelt geen rol. (Rechtvaardigheid, 2017)
 Stadia van moreel redeneren: Hoe iemand redeneert. Piaget beschreef de
ontwikkeling van het moreel oordelen voor kinderen van 5 tot en met 12 jaar.
Kohlberg voegde hier nog de adolescentie en volwassenheid aan toe. De
morele ontwikkeling bestaat uit zes stadia en kan door culturele of sociale
omstandigheden worden versneld, vertraagd of stopgezet. De volgorde blijft
ongewijzigd en terugval wordt normalitair uitgesloten. Hypothetische
dilemma's worden gebruikt om het niveau vast te stellen.
Preconventioneel niveau Kinderen tot 10 jaar en deliquenten redeneren op dit
niveau. Angst voor straf als bron van gehoorzaamheid. 'Als je je ouders niet helpt,
krijg je straf', 'Wat schiet je ermee op om je ouders te helpen?' En (concrete
wederkerigheid) 'Als jij je ouders niet helpt, dan doen ze ook niks voor jou'. Bestaat uit
het vermijden van straf (1) en het eigen belang (2).
Conventioneel niveau Aanpassen van afspraken, verwachtingen en maatschappelijke
conventies. Ideale wederkerigheid: behandel anderen, zoals jij ook behandeld wil

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aversteegh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86
  • (0)
  Add to cart