Vitaliteit en Management van publieke organisaties
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
robbertkriek
Content preview
HC 2
Traditional (Old) Public Administration
De overheid moet ‘roeien’ en bepaald welke richting we opgaan.
Succescriteria:
- Eerlijk gelijke gevallen gelijk behandelen
- Competent van medewerkers vakkennis, loyaal, betrouwbaar, precies, etc.
- Efficiënt problematisch normatief bezien. Is heel subjectief
New Public Management
Het op een bedrijfsmatige wijze invullen van de overheid. Dit door decentralisering, het
creëren van competitie en het creëren van economische prikkels.
- Public Choice theory: mensen handelen vanuit eigen belang. Dit moet je als
organisatie omarmen en juist inzetten om het publieke belang te dienen. De overheid
moet worden gezien als een bedrijf dat gerund moet worden.
- Eerlijk problematisch empirisch bezien. Je kunt niet garanderen dat gelijke
gevallen gelijk behandelt worden
- Competentie van medewerkers resultaatgericht, klanttevredenheid
- Efficiënt (veel bereiken) zo goedkoop mogelijk. Is het uitgangspunt
New Public Service
In plaats van dat je dingen voor mensen doet, moet je het samen met mensen gaan doen. Is
bottom up door als overheid als faciliterend te zijn. Sturen op maatschappelijke zelfsturing.
- Vergelijkbaar met NPG
- Eerlijk samen tot een oplossing komen, waarin de belangen eerlijk zijn
meegenomen
- Competentie van medewerkers samenwerking, verbinden, regie-voeren, etc.
- Efficiënt problematisch normatief bezien. Komt doordat je niet iets zo snel mogelijk
wil doen, maar het juist samen doen. Dit is niet efficiënt.
Kenmerken NPS en overeenkomsten met OPM en NPM
- Dienen in plaats van sturen
- Het algemeen belang is het doel, niet het bijproduct
- Denk strategisch, handel democratisch
- Bedien burgers, geen klanten
- Verantwoording afleggen is niet eenvoudig
- Waardeer mensen, niet alleen productiviteit
- Waarder burgerschap en openbare dienstverlening boven ondernemerschap
,Bureaucratie (heeft samenhang met NPM)
Weber:
- Arbeidsdeling
- Hiërarchische aansturing
- Formele regels en procedures
Merton
- Gaat over of ambtenaren van zichzelf dom zijn, of dat zij dom zijn door het
bureaucratische systeem
- Goal displacement je doet dingen niet meer om het doel dat ze hebben, maar om
het goed uitvoeren van de taken
- Bedoelde en onbedoelde effecten van bureaucratische organisaties
- Burgers eisen een efficiënte en betrouwbare overheid. Dit door:
o Bureaucratische structuur
Procedures instellen (wie doet wat en wanneer)
o Esprit de corps (teamspirit/socialisatie/cultuur/identiteit/beroepstrots/loyaliteit)
- Maar:
o Disciplinering slaat door
o Burgers eisen dat de overheid rekening houdt met het individu
o Problemen tussen ambtenaren en burgers over hun eigen plaats en hoe
belangrijk ze zijn
Mogelijkheden om de bureaucratie te doorbreken:
- Kijken naar de werving, selectie en esprit de corps van nieuwe werknemers
- Doorbreken van de monopolie die ze hebben
, HC 3
Neo-institutionalisme
Houdt zich bezig met hoe instituties ontstaan, veranderen of verdwijnen. Het kijkt naar hoe
deze van invloed zijn op individuen en andere instituties.
De ijzeren kooi
Bestaat volgens Weber, DiMaggio & Powell uit:
- Instituties van de bureaucratie (mensen zitten vast binnen de regels)
- De ontwikkeling van bureaucratische organisaties en wat hierin mogelijk is
Mensen zijn opzoek naar legitimiteit, dat ze ertoe doen.
Vormen van isomorfisme:
- Dwingend door druk vanuit andere organisaties en bepaalde verwachtingen
- Imitatie onzekerheid dat leidt tot het nadoen van organisaties die als legitiem
worden gezien
- Normatief vanuit professionaliseringsdruk
Contingentietheorie
Organisatie past zich aan de omgeving aan en houdt rekening met de factoren die daar zijn.
Je moet weten hoe de omgeving eruit ziet, zodat je daar iets mee kan.
- Contingentietheorie (macro)
o Je bent succesvol als je voldoet aan de omgevingskenmerken en je jezelf
hierop kunt aanpassen.
- Configuratietheorie (macro)
o Gaat over de externe fit en interne fit. Bij een fit van beide, is de organisatie
succesvol. Dit heet congruentie.
- Complementarity (macro en micro)
o De verschillende aspecten hangen zo samen dat als je de een veranderd, is
de winst marginaal. De invloed op andere aspecten is daarentegen groot.
Voorbeeld: iedereen zijn titel professor afnemen voor gelijkheid. Vervolgens
moet je heel goed HRM beleid voeren.
- Complexity (macro)
o Niet alleen de fit en misfit, maar ook aanpassingen.
o Er zijn meerdere optima.
- Creativtiy (mirco wordt meegenomen)
o Oog voor het menselijke aspect
o Kijkt naar hoe mensen flexibel in een organisatie kunnen werken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robbertkriek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.