7.1 De lichamelijke ontwikkeling
Het moment van ‘volwassen worden’ is cultuurafhankelijk, er zijn culturen waarin
lichamelijke en de maatschappelijke volwassenheid gelijk opgaan. Echter, loopt de
veroudering niet synchroon. Alle lichamelijke functies kennen hun eigen unieke
ontwikkelingsverloop. Ook neemt de sensorische capaciteit af, vaak al na het 20e levensjaar.
Met name de geluiden met hoge frequenties worden minder duidelijk hoorbaar. Ook de
gezichtsscherpte, reactietijd en de sensomotorische vaardigheid nemen af.
Genetische aanleg bepaalt samen met levensstijl en de leefomgeving dat er grote onderlinge
verschillen zijn. Over oorzaken van veroudering zijn diverse theorieën, bijv. de wear and
tear- theorie (gebruik van lichamelijke functies leidt tot slijtage) en de use it or lose it-
theorie (gebruik van lichamelijke functies leidt tot het behoud ervan).
Opgebrand
Een burn-out is een groot probleem waar veel ambitieuze jongvolwassenen tegenaan lopen.
Dit is een verschijnsel waarbij mensen emotioneel en lichamelijk uitgeput zijn, een afkeer
van het werk hebben en gevoelens van verminderede competentie. Een burn-out begint
vaak met lichtelijke vermoeidheid, niet lekker in je vel zitten, lichte afkeer van het werk en
een terugtrekking uit sociale contacten. Herstel hiervan vergt aanpassingen van de
levensstijl.
Keuzestress
Het ‘dertigersdilemma’ is een identiteitscrisis bij westerse en hoogopgeleide mensen tussen
de 25-30 jaar. Je bent dan klaar met studeren en moet keuzes gaan maken. Maar er zijn heel
wat opties waar je uit kan kiezen, bijv. op het gebied van relaties, huisvesting en
carrièremogelijkheden.
7.2 Cognitieve veranderingen
De opgedane kennis wordt op allerlei manieren toegepast en worden aangevuld door meet
subjectievere en emotionele denkvormen. Ook wordt de effectiviteit van het denken sterk
verbeterd, de top wordt bereikt in de periode van de rijpere volwassenen. Er wordt
onderscheid gemaakt in 2 soorten intelligentie:
Gekristalliseerde intelligentie: dit heeft betrekking op de denkhandelingen die
iemand kan uitvoeren vanwege het gevolgde onderwijs en ervaring. De volgende
aspecten spelen hierbij een rol: woordenschat, goed gebruik van synoniemen,
numerieke vaardigheden, vermogen tot logisch redeneren etc. Deze vorm van
intelligentie geeft de mate aan waarin iemand zich de collectieve intelligentie van zijn
cultuur heeft eigen gemaakt voor persoonlijk gebruik.
, Vloeiende intelligentie: deze vorm is ervaringsafhankelijk en hangt samen met de
waarneming en de verwerking van informatie. Deze vorm van intelligentie verwijst
naar de capaciteit om verbanden af te leiden en het zien van relaties.
Piaget en Schaie:
Volgens Piaget treden er geen kwalitatieve veranderingen op in de cognitieve mogelijkheden
van de jongvolwassene t.o.v. de adolescent. Alleen is er sprake van stabiliteit in het niveau
van denken (assimilatie). Schaie vindt dit ook, en voegt eraan toe dat er een veel grotere
diversiteit aan situaties beschikbaar is in deze levensfase. Deze diversiteit biedt de
mogelijkheid de opgedane kennis in veel verschillende situaties toe te passen (transfer).
Schaie beschrijft hoe deze toepassing in diverse levensfasen plaatsvindt:
In kinder- en adolescentiefase zie je vooral kennisverwerving.
De jongvolwassene is vooral bezig met het toepassen van de kennis op het werk, in
een relatie, of in de opvoeding van kinderen.
De verantwoordelijkheidsfase treedt op in de rijpere volwassenheid (40-60 jaar), de
kennis wordt nu gebruikt ten gunste van anderen.
Bij de oudere volwassenen (60-75 jaar) spreek je van de reïntegratieve periode. De
oudere ziet welke zaken voor hem belangrijk zijn, en besteedt zijn energie
selectiever.
Feldman zegt dat jongvolwassenen door alle ups en downs van het volwassenleven minder
rigide (minde streng) gaan denken over de wereld dan volwassenen.
Gestalt:
Er wordt in de persoonlijkheidspsychologie een onderscheid gemaakt tussen twee
verschillende manieren om met kennis om te gaan. Ten eerste: mensen die de wereld niet
aan hun hand willen zetten, maar zich conformeren (adaptors), ten tweede: mensen die
proberen grip te krijgen op de wereld door zelf dingen te veranderen en oplossingen voor
ervaren problemen te bedenken (innovators).
Het denken van de volwassenen kun je beschouwen als een verandering van het
hypothetisch-deductieve naar het meer pragmatische, ofwel het denken wordt meer
subjectief en emotioneel. Ook kan je spreken van een ontwikkeling van het formeel-logische
denken naar het postformele denken, ofwel kennis wordt als absoluut en
onveranderbaar beschouwt. Het postformele denkstadium heeft de kenmerken van
het formele denken, maar wordt aangevuld met intuïtieve en subjectieve
denkvormen.
De mix van formeel. Intuïtief en subjectief denken wordt gezien als een Gestalt. Deze
kan beïnvloed worden door interesses en persoonlijkheid maar ook je stemming is hierbij
betrokken.
, Het geheugen
Het secundaire geheugen of LTG is nauwelijks gerelateerd aan de leeftijd. Het primaire of
KTG gaat wel achteruit, alleen hebben jongvolwassenen hier meestal minder last van.
Geheugenstoornissen kunnen op alle leeftijden ontstaan, als dit door een ongelijk of trauma
gebeurt zodat je informatie uit een korte periode zijn verdwenen, heet dit retrograde
amnesie.
Blijvende schade waarbij je geen nieuwe info kan opslaan heet anterograde amnesie. Ook
zijn er mensen met een zware verstandelijke beperking die tegelijkertijd een uitzonderlijk
goed geheugen hebben: idiots savants.
7.3 Het zelfbeeld en de autonomie
Erikson noemt de fase van de jongvolwassene de fase van de intimiteit vs het isolement.
Volgens Erikson moet je de volgende taken vervullen als je niet in een isolement wil raken:
1. Het uitzoeken van een vaste levenspartner;
2. Liefde en gehechtheid, intiem en persoonlijk contact aangaan voor zover jij dat wil;
3. Starten van gezin;
4. Opvoeden van kinderen;
5. Uitoefenen van beroep;
6. Nemen van burgerlijke verantwoordelijkheid;
7. Vinden van een verwante sociale groep.
8. (Het voeren van een huishouden) – volgens Havighurst
Jongvolwassenen streven naar meer autonomie, hierbij hoort wel het aanpassen
(conformeren) en het hanteren van eigen stijl binnen die aanpassing.
Autonomie
De jongvolwassene wordt steeds mondiger (in de maatschappij) en probeert zich te
bevrijden van de ouderlijke macht. Hij gaat zijn eigen waarden en normen opstellen, ofwel
hij wordt autonoom. Identiteit is hier in evenwicht zijn met jezelf. Het zelfbeeld is hierin
belangrijk, dit geeft aan hoe iemand over zichzelf denkt en hoe hij zichzelf beleefd. De
externe representatie is of hij door anderen wordt geaccepteerd.
Idiografische en idiosyncratische ontwikkeling
Een idiografische ontwikkeling is een meer persoonlijke stijl van ontwikkeling, de
interindividuele verschillen tussen mensen in hun omgeving staan centraal.
De idiosyncratische ontwikkeling is dat iemand in staat is een eigen draai te geven aan zijn
leven en duidelijk eigen keuzes (beroep, kinderen, wonen etc.) durft te maken.
Emancipatie
Dit is het proces waarin mensen zich tijdens hun ontwikkeling, samen met wie ze in die
situatie zijn, leren verwezenlijken als gelijkwaardige in de groep. Bijv. vrouwenemancipatie,
vrouwen hebben nog steeds vaak het gevoel dat de mannen voer hen heen lopen. Ook
hebben migranten soms emancipatieproblemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller norah98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.