Dit document bevat een overzicht van alle woorden die je moet leren voor woordenschat hoofdstuk 2 'Woordenschat eindexamen' uit het boek Nieuw Nederlands 5/6 VWO leerboek (5e editie).
Woordenschat
Opdracht 1
1 Apathisch Zonder gevoel of hartstocht
2 Aristocratie Heerschappij van adellijke of voorname families
3 Canon Lijst met werken die als goed en maatgevend beschouwd worden
4 Demonisering Het doelbewust afschilderen als zeer slecht
5 Egocentrisch Zichzelf tot middelpunt makend
6 Euthanasie Zachte, pijnloze dood
7 Filantroop Mensenvriend
8 Fysisch Natuurkundig
9 Hypothetisch Denkbeeldig
10 Kosmopoliet Wereldburger
11 Latent Verborgen
12 Lectuur Leesvoer
13 Liquideren Doden
14 Metamorfose Gedaanteverandering
15 Narcistisch Met een ziekelijke bewondering of liefde voor zichzelf
16 Nihilisme Filosofisch standpunt waarbij geen enkele grondwaarheid wordt
aangenomen
17 Pandemonium Hels lawaai
18 Pantheon Een aan alle goden gewijd heiligdom; (ook:) uitgave van belangrijke
(letterkundige) werken
19 Paradoxaal (Schijnbaar) tegenstrijdig
20 Psychosomatisch Wat betrekking heeft op de relatie tussen het geestelijke (psychische)
en het lichamelijke
21 Radicaal Helemaal; grondig
22 Utopisch Als ideaal gefantaseerd en onbereikbaar
23 Versus Tegen; tegenover
24 Vice versa Heen en weer
25 Vitaliseren Levenskracht geven
Opdracht 3
1 A priori Vooraf aangenomen als vaststaand feit
2 Ad hoc Voor dit speciale geval
3 Alea iacta est De teerling is geworpen
4 Carpe diem Pluk de dag
5 Casu quo (c.q.) In welk geval; in het zich voordoende geval
6 Conditio sine qua non Noodzakelijke, absolute voorwaarde met de zijnen
7 Cum suis (c.s.) Met de zijnen
8 Errare humanum est Vergissen in menselijk
9 In vino veritas Dronken mensen spreken de waarheid
10 In-vitro In (het) glas; in een reageerbuis
11 Mutatis mutandis Met de veranderingen die nodig zijn bij toepassing in een
andere situatie
12 Nomen est omen Een naam is een voorteken
13 Primus inter pares De eerste onder zijns gelijken
14 Quod erat demonstrandum Wat aangetoond moest worden
15 Quod non Wat niet het geval is
16 Sub rosa Vertrouwelijk; in vertrouwen
17 Tabula rasa Schone lei; onbeschreven blad
18 Terra incognita Onbekend land; zaak waarvan men niets weet
FSneek
, 19 Veni, vidi, vici Ik kwam, ik zag, ik overwon
20 Verba volant, scripta manent Woorden vervliegen; het geschrevene
Opdracht 5
1 Imago Beeld dat mensen van iets of iemand hebben
2 Verkeren Zich bewegen (in); regelmatig omgaan (met)
3 Gemanipuleerd Iets ongeoorloofd veranderd; vervalst; verzonnen
4 Significantie Statisch overtuigend; veel betekend
5 Gefundeerde Gegronde; goed onderbouwde
6 Ondermijnen Verzwakken; aantasten; beschadigen
7 In essentie Wezenlijk; in diepste wezen
8 Onmiskenbaar Heel duidelijk; waarbij geen vergissing mogelijk is
9 Speculaties Vermoedens; veronderstellingen
10 Corresponderen met Overeenkomen met
11 Dilemma Lastige beslissing waarbij je tussen twee ongunstige mogelijkheden
moet kiezen
12 Cynisme Sterke vorm van sarcasme
13 Relevantie Belang; waarde en nut van iets in een gegeven contex
14 Validiteit Geldigheid
15 Kanttekeningen Opmerkingen; commentaar
16 Academische Wetenschappelijk
17 Discipline Tak van wetenschap
18 Gedijen Voorspoedig; rijkelijk groeien
19 Geijkte Gangbaar; gebruikelijk
20 Behaviorisme Richting in de psychologie die alleen waarneembaar gedrag
bestudeert
21 Gedetermineerd Bepaald
22 Cognitieve Wat betrekking heeft op kennis en mentale processen
23 Vervreemding Geestelijke toestand waarin je je niet meer vertrouwd voelt bij je
directe omgeving of bij de samenleving.
24 Polarisatie Verscherping van politieke en maatschappelijke tegenstellingen
25 Empirisch Proefondervindelijk; gebaseerd op waarneming en ervaring
Opdracht 6
1 Concept Wijsgering begrip; idee
2 Dogma Regel in een leer of geloof waarover niet te discussiëren valt
3 Domein Gebied
4 Entiteit Wezenlijkheid; eenheid; geheel
5 Falsifiëren Aantonen dat een vooronderstelling onjuist is
6 Idealisme Opvatting dat alleen ideeën de ware werkelijkheid zijn
7 Idee-fixe Dwangmatige gedachte; dwangvoorstelling
8 Impliceren (stilzwijgend) ook inhouden dat
9 Moreel Overeenstemmend met wat met als goed en netjes beschouwt; zedelijk
10 Notie Besef; denkbeeld; ook: vaag idee van iets; benul
11 Pavlovreactie Onwillekeurig respons op een bepaalde prikkel
12 Percipiëren Waarnemen
13 Perverteren Verdorven maken; bederven
14 Postmodernisme Cultuurstroming die een principieel eclecticisme nastreeft
15 Rationalisme Manier van denken waarbij je alleen aanvaardt wat met de rede te
achterhalen is
16 Reflecteren Overdenken
FSneek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleursneek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.
