Hadadi: voor art. 3 lid 1 sub b Brussel II-ter (bevoegdheid rechter van gemeenschappelijke
nationaliteit echtgenoten) geldt dat nominale nationaliteit voldoende is, hoeft niet te gaan om een
‘’effectieve’’ nationaliteit. Oftewel, hiervoor is niet vereist dat beiden echtgenoten ook echt een
werkelijke band hebben met dit land. (nr. 48-52 en 58)
Erkenning Marokkaanse khoel: met betrekking tot erkenning van ontbinding van een huwelijk.
Verschil tussen art. 10:57 en 10:58 BW. De Marokkaanse khoel valt niet onder artikel 10:57. Voor
dit artikel is een beslissing van een rechter of andere autoriteit nodig. De Marokkaanse khoel gaat
weliswaar ten overstaan van twee adouls, echter is hun taak beperkt tot het registeren van de
verstoting. Om te voldoen aan artikel 10:57 is vereist dat sprake is geweest van een procedure
waar plaats is geweest voor hoor en wederhoor. De Marokkaanse khoel voldoet niet aan deze
vereisten. Voor erkenning moet dit beoordeeld worden naar artikel 10:58, niet 10:57 BW. (3.4.2)
KP/LO: art. 4 lid 2 Haags alimentatieprotocol: De termen ‘geen levensonderhoud (..) kan
verkrijgen’ in art. 4 lid 2 van het Haags Protocol moeten worden uitgelegd dat zij ook zien op de
situatie waarin de schuldeiser op grond van het recht van de staat van zijn vorige gewone
verblijfplaats geen levensonderhoud kan verkrijgen omdat hij niet aan bepaalde door dat recht
gestelde voorwaarden voldoet. (nr. 51)
Mölk/Mölk: art. 4 lid 3 Haags alimentatieprotocol: volgens dit lid geldt lex fori (het recht van het
forum is van toepassing) bij het vaststellen van de alimentatie. Maar, indien de alimentatieplichtige
later een verzoek doet om de alimentatie te verlagen, dan gelden hiervoor de regels van het land
waar die persoon woont en niet de regels van het forum dat eerder de alimentatie vaststelde (nr.
42) + in lid 3 wordt gesproken van ‘’ indien de onderhoudsgerechtigde de zaak aanhangig maakt’’.
Indien de alimentatieplichtige zelf een zaak aanbrengt (bijvoorbeeld voor verlaging van de
alimentatie) dan valt dit niet onder het begrip van ‘’de zaak aanbrengen’’ genoemd in lid 3, ook niet
indien de alimentatiegerechtigde de bevoegdheid van het gerecht heeft aanvaard. (nr. 51)
Week 2
Afstamming en bigamie: een in het buitenland gesloten huwelijk wordt niet erkend in Nederland
indien dit onverenigbaar is met de openbare orde. Dit is in ieder geval het geval indien een der
echtgenoten reeds gehuwd was (10:32 sub a BW). In onderhavige zaak was sprake van een kind
dat geboren is uit een polygaam huwelijk. Nu is de vraag of het kind uitsluitend op grond van zijn
afstamming van de Nederlandse vader of moeder van rechtswege het Nederlanderschap heeft
verkregen. Zie art. 10:100 en 10:101 BW. De Hoge Raad oordeelde: de familierechtelijke
betrekking tussen vader en kind kan niet worden erkend omdat dit in strijd is met de Nederlandse
openbare orde. Dat leidt ertoe dat het kind niet de Nederlandse nationaliteit kan krijgen via de
Nederlandse vader, omdat het kind ten tijde van de geboorte juridisch beschouwd niet het kind is
van de Nederlander. De familierechtelijke relatie kan wel worden erkend vanaf het moment dat de
polygame situatie is geëindigd, maar dat heeft geen invloed op het verkrijgen van de Nederlandse
nationaliteit omdat deze geen terugwerkende kracht heeft. Oplossing = het kind kan wel worden
erkend door de vader/ouderschap gerechtelijk laten vaststellen. Dit heeft tot gevolg dat het kind
alsnog de Nederlandse nationaliteit verkrijgt. (3.10.4 en 3.10.6)
Mercredi: m.b.t. art. 7 en 8 Brussel II ter. Art. 7 Brussel II-ter: rechter gewone verblijfplaats kind
is bevoegd. Art. 8 Brussel II-ter: wanneer een kind legaal naar een andere lidstaat verhuisd en
daar een nieuwe gewone verblijfplaats verkrijgt, behoudt het gerecht van de lidstaat van de vorige
gewone verblijfplaats gedurende 3 maanden na verhuizing zijn bevoegdheid.
In casu was sprake van een moeder die haar zuigeling rechtmatig overbracht naar een andere
lidstaat dan die van zijn gewone verblijfplaats en daar slechts sinds enkele dagen verblijft wanneer
de zaak aanhangig wordt gemaakt bij het gerecht van de lidstaat van vertrek. nr. 47-55: Bij een
zuigeling ligt het meer voor de hand om naar de context te kijken, aangezien een baby nog geen
centrum van belangen heeft. Er moet onder andere worden gekeken naar de bedoeling van de
ouder. context meenemen bij bepalen gewone verblijfplaats.
, Chelouche v. Van Leer: toepasselijk recht op huwelijksvermogen indien partijen niet hebben
aangewezen aan welk recht hun vermogensrechtelijke verhouding onderworpen zou zijn:
(1) Indien de echtgenoten dezelfde vreemde nationaliteit verwerven/hebben dan wordt het
toepasselijke recht aangewezen door hun gemeenschappelijke nationaliteit. (2) Bij gebreke van
een gemeenschappelijke nationaliteit, dan wordt dit bepaald door het eerste huwelijksdomicilie. (3)
Indien ook van een eerste huwelijksdomicilie niet blijkt, is beslissend met welk land partijen de
nauwste band hebben.
Iraanse huwelijkse voorwaarden: openbare orde-exceptie; vreemd recht wordt niet toegepast
voor zover de toepassing ervan onverenigbaar is met de openbare orde (10:6 BW). Dit wordt
alleen geoordeeld als het gaat om hele fundamentele waarden, bijvoorbeeld gelijkheid man/vrouw
of andere rechten verankerd in de grondwet (3.3). Bij de beoordeling hiervan moet onderscheid
gemaakt worden tussen de inhoud van het vreemde recht en de gevolgen waartoe toepassing van
het vreemde recht in het concrete geval leidt (3.2)
In het arrest werd bepaald dat het Iraanse huwelijksvermogensregime, dat de vrouw financieel
nadelig behandelt, in strijd is met de Nederlandse openbare orde. buitengrens
- kennelijke onverenigbaarheid met de openbare orde – ziet op de inhoud (3.7)
- rechtsgevolgen van kennelijke onverenigbaarheid met openbare orde (3.8)
- Buitengrenscriterium = waarin alleen al de inhoud van het aangewezen buitenlandse recht
in strijd is met de openbare orde. (was in casu het geval)
- Binnengrenscriterium = waarin toepassing van het buitenlandse recht in het concrete geval,
mede gelet op de band van het geschil met Nederland, leidt tot een onaanvaardbare uitkomst.
kijken naar verbondenheid met NL rechtssfeer
Week 3
Tessili: Het Hof stelt dat de “plaats, waar de verbintenis is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd’
wordt vastgesteld overeenkomstig het recht dat volgens de collisieregels van de aangezochte
rechter de litigieuze verbintenis beheerst. (nr. 13) Er wordt dus geen autonome uitleg gegeven aan
het begrip “plaats van uitvoering van de verbintenis”.
Kalimijnen: voor geschillen omtrent onrechtmatige daad, kunnen twee rechters bevoegd zijn. Dat
is zowel de rechter van (1) ‘Handlungsort’: plaats waar de onrechtmatige handeling wordt
uitgevoerd als (2) ‘Erfolgsort’: plaats waar de gevolgen van de handeling zichtbaar zijn
De eiser mag kiezen. (nr. 24-25)
Shevill: Hier werd bevestigd dat rechters op verschillende locaties bevoegd kunnen zijn (volgens
Kalimijnen), maar dat de omvang van hun bevoegdheid beperkt is tot de schade in hun
rechtsgebied. (Mozaïek beginsel) Voor Handlungsort geldt dat de rechter alle vorderingen mag
behandelen. Voor Erfolgsort mag de rechter alleen de schade geleden op zijn grondgebied
behandelen. – Met betrekking tot online belediging geldt dat het gerecht van de plaats waar de
uitgever van de beledigende publicatie is gevestigd, bevoegd is kennis te nemen van de vordering
tot vergoeding van de volledige schade (nr. 25)
Marinari: afgeleide schade brengt geen nieuw Erfolgsort met zich mee. Erfolgsort wordt alleen
bepaald door de plek van de directe schade. Schade zoals vermindering van vermogen (niet-
zuivere vermogensschade) valt dus niet onder de term ‘’ingetreden schade’’. (nr. 20)
Besix: Een overeenkomst die bestaat in een verbintenis om niet te doen, zonder enige
geografische beperking, wordt gekarakteriseerd door een veelvoud van plaatsen waar zij is of
moest worden uitgevoerd. In een dergelijk geval kan de bevoegdheid enkel worden bepaald door
toepassing van het algemene bevoegdheidscriterium van (tegenwoordig) artikel 4. (nr. 48-50)
Zuid Chemie: bevoegde rechter bij productaansprakelijkheid? Wat is de plaats waar schade is
ingetreden (Erfolgsort)? HvJ: Erfolgsort = de plaats waar de initiële schade is ingetreden bij het
normale gebruik van het product voor het doel waarvoor het bestemd is. (= waar de schadelijke
uitwerking van het product zich – voor het eerst – manifesteert) (nr. 32)
Car Trim: Onderscheid tussen koop en dienstverlening (relevant voor art. 4 Rome I). Een
overeenkomst waarin goederen worden geleverd, zelfs als de koper eisen stelt met betrekking tot
verkrijging verwerking en levering, is in principe een koopovereenkomst, zolang de levering van
de goederen het hoofddoel blijft. (nr. 38 en 43)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenamariahollander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.77. You're not tied to anything after your purchase.