Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Anatomie en Fysiologie een inleiding Week 1 2024 compleet / Hogeschool Utrecht, compleet met alle leerdoelen $8.51   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Anatomie en Fysiologie een inleiding Week 1 2024 compleet / Hogeschool Utrecht, compleet met alle leerdoelen

 1 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is alles dat je in week 1 krijgt van de HVU Anatomie en Fysiologie 2024. Alles op basis van het boek van Frederic H. Martini Edwin F. Bartholomew. Met alle leerdoelen zodat je niets kunt vergeten.

Aperçu 4 sur 39  pages

  • Non
  • Alles uit week 1 van hogeschool utrecht obv van dit boek
  • 22 octobre 2024
  • 39
  • 2024/2025
  • Resume
avatar-seller
,Leerdoelen week 1

De student kan de basale functies levende organismen beschrijven

Reactievermogen: Organismen reageren op veranderingen in hun
onmiddellijke omgeving, dit heet prikkelbaarheid. Ze maken ook
langduriger veranderingen door wanneer hun omgeving verandert.
Bijvoorbeeld, een dikkere vacht bij dieren. Dat heet
aanpassingsvermogen.
Groei: Organismen nemen toe in omvang door celdeling. Cellen
specialiseren zich, zodat ze een bepaalde functie kunnen vervullen,
differentiatie
Voortplanting: Organismen planten zich voort
Beweging: Organismen zijn in staat tot beweging. Inwendig, transport van
voedingsstoffen etc. Of uitwendig, voortbewegen door de omgeving
Stofwisseling: Voor al het bovenstaande zijn complexe chemische reacties
nodig om energie te leveren. Er worden ook complexe chemische stoffen
gemaakt, zoals eiwitten. Onder metabolisme worden alle chemische
reacties in het lichaam verstaan. Voor normale stofwisselingsreacties is
het nodig om stoffen uit de omgeving op te nemen. Om op efficiënte wijze
energie vrij te maken hebben cellen verschillende voedingsstoffen,
nutriënten, nodig die in voedsel aanwezig zijn. Daarnaast hebben ze
zuurstof, een gas, nodig. De opname, het vervoer en het gebruik van
zuurstof door cellen wordt respiratie genoemd. Bij stofwisselingsreacties
ontstaan vaak schadelijke afvalstoffen die via het proces van
uitscheiding/excretie uit het lichaam worden verwijderd.

De student kan definitie geven van de begrippen anatomie,
fysiologie en pathologie en het verband tussen deze begrippen
aangeven.

Anatomie is hoe je lichaam in elkaar zit, hoe het er uit ziet, fysiologie is
hoe je lichaam werkt en pathologie is ziekteleer, hoe werken ziektes.
Het verband: Anatomie en fysiologie hebben een verband, omdat alle
specifieke functies door specifieke structuren worden aangevuld. Door te
kijken naar hoe het lichaam in elkaar zit en hoe het werkt, kun je kijken
hoe ziektes werken en weer verholpen kunnen worden.

• Anatomie
– Bouw van het aangedane orgaan/orgaanstelsel
(macroscopische anatomie)
– Bouw van het aangedane orgaan op cel- en weefselniveau
(microscopische anatomie)
• Fysiologie
– Functie van het aangedane orgaan (orgaanniveau en cel- en
weefselniveau)
• Pathofysiologie
– Wat gaat er mis in de anatomie/fysiologie waardoor de ziekte
ontstaat?

De student kan de belangrijkste organisatieniveaus in levende
organismen herkennen

Chemisch of moleculair niveau Atomen, de kleinste stabiele bouwstenen

,van de materie verbinden zich met elkaar tot moleculen met een complexe
vorm.
Celniveau: Verschillende moleculen hebben interactie, zodat grotere
structuren ontstaan. Elke structuur heeft een eigen functie in een cel.
Weefselniveau: Weefsel bestaat uit gelijke cellen die samenwerken om
een specifieke functie uit te voeren.
Orgaanniveau: Een orgaan bestaat uit twee of meerdere weefsels die
samenwerken om een specifieke functie uit te voeren.
Orgaanstelselniveau: Organen werken samen in een orgaanstelsel
Organismeniveau: Alle orgaanstelsels werken samen om het lichaam om
het leven en de gezondheid in stand te houden.


De student kan de verschillende orgaanstelsels van het lichaam
opnoemen

Er zijn in totaal 11 verschillende orgaanstelsels in het lichaam:

- - Het -
beenderstelsel Spijsverteringsstel
Bloedvatenstelsel sel
- - Spierstelsel - Urinaire stelsel
Ademhalingsstelsel
- Lymfestelsel - Zenuwstelsel -
Voortplantingsstel
sel
- De huid - Hormoonstelsel


De student kan het begrip homeostase in de context van het
menselijk lichaam

Homeostase is het behouden van een stabiel intern milieu. Homeostase
regulering bevat meestal uit een receptor, die gevoelig is voor een
bepaalde verandering in de omgeving, ook wel prikkel genoemd, een
besturingscentrum of integratiecentrum dat informatie van de receptor
ontvangt en verwerkt en een effector die reageert op de signalen van het
besturingscentrum en waarvan de werking de prikkel tegengaat of
versterkt.

De student kan beschrijven op welke wijze negatieve en positieve
terugkoppeling bij homeostatische regulering zijn betrokken

Bij negatieve terugkoppeling veroorzaakt een prikkel een reactie die de
oorspronkelijke prikkel teniet doet. Bij positieve terugkoppeling
veroorzaakt een prikkel een reactie die de oorspronkelijke prikkel
versterkt. Negatieve en positieve terugkoppeling zijn bij de
homeostatische regulering betrokken, omdat zij helpen bij het behouden
van een stabiel intern milieu. Positieve terugkoppeling helpt bijvoorbeeld
bij het stollen van het bloed, zodat we niet doodbloeden en negatieve
terugkoppeling helpt bij het reguleren van de lichaamswarmte, zodat we
niet oververhit of onderkoeld raken.

, De student kan de structuur van een celmembraan beschrijven

De celmembraan is de buitenste grens van de cel. Algemene functies:

Fysieke isolatie: Het onderscheidt de binnenkant van de cel tegen de
extracellulaire vloeistof van buitenaf. Omstandigheden buiten en binnen de
cel zijn erg verschillend en dienen ook verschillend te zijn om homeostase
te handhaven.
Reguleren van de uitwisseling met de omgeving: Reguleert het
binnenkomen van ionen en voedingsstoffen, het verwijderen van
afvalstoffen en het afgeven van klierproducten.
Gevoeligheid voor de omgeving: Het is het eerste deel van de cel dat
door veranderingen in de extracellulaire vloeistof wordt getroffen en heeft
veel receptoren om verschillende moleculen mee te herkennen en op hen
kan reageren
Structurele stevigheid: Door gespecialiseerde verbindingen tussen
celmembranen of tussen membranen en extracellulaire stoffen, krijgen
weefsels een stabiele structuur.

De celmembraan wordt vaak een fosfolipide dubbellaag genoemd, omdat
het bestaat uit twee lagen fosfolipiden(vetten waar fosfor aan zit). Deze
hebben een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. De koppen liggen aan
de buitenkant, omdat deze hydrofiel zijn, “niet bang voor water” en de
staarten liggen aan de binnenkant. Hydrofobe staarten zullen zich niet
met water of geladen moleculen mengen, daardoor is de celmembraan
selectief doorlatend. In vet oplosbare moleculen en stoffen zoals zuurstof
en koolstofdioxide kunnen het vet gedeelte van een plasmembraan
passeren. Ionen en in water oplosbare verbindingen niet.

Er komen verschillende eiwitten voor in het celmembraan. De meeste van
deze eiwitten worden transmembraaneiwitten genoemd, omdat ze de
breedte van het celmembraan één of enkele malen overspannen. Andere
eiwitten zijn ingebed in het celmembraan of zijn losjes verbonden aan de
binnenkant of buitenkant van het celmembraan. Membraaneiwitten kunnen
dienen als receptoren, kanalen, dragerstoffen, enzymen, verankering of als
herkenning. Celmembranen zijn niet stijf en wat betreft bouw verschilt het
binnenste oppervlak van het buitenste. Enkele ingebedde eiwitten zijn altijd
beperkt tot specifieke gedeelten van het celmembraan. Anderen drijven
weer van de ene naar de andere plaats via het oppervlak. De samenstelling
van het celmembraan verandert in de loop van de tijd, omdat er
onderdelen worden toegevoegd of verwijderd.

Koolhydraten vormen complexe moleculen met eiwitten of vetten aan de
buitenste oppervlak van de membraan. De koolhydraatgedeelten van
moleculen, zoals glycoproteïnen en glycolipiden, fungeren als
smeermiddel of kleefmiddel voor de cel, ze werken als receptor voor
extracellulaire verbindingen en maken deel uit van het
herkenningssysteem waarmee wordt voorkomen dat het immuunsysteem
de lichaamseigen cellen en weefsels aanvalt

De student kan de verschillende mechanismen beschrijven die
cellen gebruiken om stoffen door de celmembraan te vervoeren

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Scriptiebibliotheek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $8.51. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83750 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$8.51
  • (0)
  Ajouter