Samenvatting Belangrijkste boekingen van Vennootschapsboekhouden (prof: Jan Verhoeye)
4 views 0 purchase
Course
Vennootschapsboekhouden (F710105A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit document bevat alle belangrijke boekingen van elk hoofdstuk. Ze zijn geordend per hooefdstuk, met telkens als titel voor wat de boeking hoort. Dit is een handig document om als extra te hebben voor het leren van de boekingen nodig voor het examen.
H2: Inbreng
Inbreng in bijkantoren:
1. Actief + en passief “verbintenisrekening”
2. Kred. naar verbintenisrekening (kapitaalverhoging)
3. Verbintenisrekening aan kred. (kapitaalvermindering)
Private uitgifte: oprichting door inbreng in geld:
1. Voorbereiding (financieel plan ontwikkelen en statuten opmaken)
2. Storting op geblokkeerde rekening (aandeelhouders storten)
3. NV heeft minimum kapitaal (61 500, min. 25% volstort)
4. Oprichting (authentieke akte) (na opmaak openingsakte →bankrekening deblokkeren)
5. Afwerking (verwerven van ondernemingsnummer KBO)
BV:
1. Kred D aan ontvangen voorschotten C
2. Niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar D aan geplaatste inbreng: beschikbaar C
3. Ontvangen voorschotten D aan niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar C
NV:
1. Kred D aan ontvangen voorschotten C
2. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal D aan geplaatste inbreng: kapitaal C
3. Ontvangen voorschotten D aan niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
Latere opvraging:
1. Opgevraagde, niet-gestorte inbreng D aan niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
2. Kred D aan opgevraagde, niet-gestorte inbreng C
Vervroegde storting:
1. Kred D aan gestorte, niet-opgevraagde inbreng C
2. Opgevraagde, niet-gestorte inbreng D aan niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
3. Gestorte, niet-opgevraagde inbreng D aan opgevraagde, niet-gestorte inbreng C
Kosten van oprichting:
Onmiddellijk ten laste van resultaat:
1. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng (65 rekening) D
2. Terugvorderbare btw D
3. Andere diverse schulden C
Activeren:
1. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng (20 rekening) D
2. Terugvorderbare btw D
3. Andere diverse schulden C
, 1. Afschrijvingen op oprichtingskosten D aan geboekte afschrijvingen op kosten van
oprichting en verhoging van de inbreng C
Dubieuze vennoot:
1. Dubieuze vorderingen op vennoten D
2. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C (deel dat niet opgevraagd is moet ook dubieus
worden)
3. Opgevraagde, niet-gestorte inbreng C (opgevraagde deel dat niet gestort is)
1. Dubieuze vorderingen op vennoten D aan opbrengsten uit vlottend activa C
(verwijlintresten aanrekenen)
1. Diverse vorderingen D aan dubieuze vorderingen op vennoten C (koper gevonden)
1. Kred D aan diverse vorderingen C (storting van de koper, dit is het volledige bedrag min
het niet-opgevraagde gedeelte)
1. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal D aan diverse vorderingen C (regularisatie nieuwe
koper, het niet-opgevraagde gedeelte terug op actief zetten)
1. Dubieuze vorderingen op vennoten D aan andere diverse schulden C (afrekening van
dubieuze vennoot → 23 000 - (18 750 + 300))
Private uitgifte: oprichting of inbrengverhoging door
inbreng in natura:
BV:
1. Niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar D aan geplaatste inbreng: beschikbaar
1. Actief D
2. Geboekte afschrijvingen op gebouwen: AW C
3. Kred: schulden op rekening C
4. Niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar C
NV:
1. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal D aan geplaatste inbreng: kapitaal C
1. Actief D
2. Geboekte afschrijvingen op gebouwen: AW C
3. Kred: schulden op rekening C
4. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
,Nijverheid als inbreng in natura:
1. Inbreng in nijverheid - te presteren D
2. Inbrengers in nijverheid - te presteren C
1. Inbrengers in nijverheid - te presteren D
2. Inbreng in nijverheid - te presteren C
(maandelijkse afboeking, pro rata van geleverde diensten)
Openbare uitgifte: oprichting door inbreng in geld:
1. Inschrijvers D
2. Inschrijvingen op inbreng C
1. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng D
2. Terugvorderbare btw D
3. Andere diverse schulden C
1. Afschrijvingen op oprichtingskosten D
2. Geboekte afschrijvingen op kosten van oprichting en verhoging van inbreng C
(of gwn direct in resultaat opnemen dan moet laatste 1-2 niet)
1. Kred D
2. Ontvangen voorschotten C
UITGIFTE GESLAAGD:
1. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal D
2. Geplaatste inbreng: kapitaal C
1. Ontvangen voorschotten D
2. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
3. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng C
1. Inschrijvingen op inbreng D
2. Inschrijvers C
UITGIFTE NIET VOLLEDIG GESLAAGD:
1. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal D
2. Geplaatste inbreng: kapitaal C
1. Ontvangen voorschotten D
2. Niet-opgevraagde inbreng: kapitaal C
3. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng C
, 1. Inschrijvingen op inbreng D
2. Inschrijvers C
UITGIFTE NIET GESLAAGD:
1. Inschrijvingen op inbreng D
2. Inschrijvers C
1. Ontvangen voorschotten D
2. Kred C
1. Vergoedingen aan derden D
2. Kosten van oprichting en verhoging van inbreng
Verhoging van inbreng via private inschrijving:
1. Kred D
2. Ontvangen voorschotten C
1. Niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar D
2. Niet-opgevraagde inbreng: onbeschikbaar D
3. Geplaatste inbreng: beschikbaar C
4. Geplaatste inbreng: onbeschikbaar C
(verhoging is opgesplitst in een beschikbaar en onbeschikbaar deel)
1. Ontvangen voorschotten D
2. Niet-opgevraagde inbreng: beschikbaar C
3. Niet-opgevraagde inbreng: onbeschikbaar C
Kapitaalverhoging NV, met uitgiftepremie:
Uitgiftepremie = verschil tussen de uitgifteprijs van nieuwe aandelen en de
kapitaalvertegenwoordigende waarde van de bestaande aandelen
Nieuwe en oude aandelen moeten dezelfde nominale/fractiewaarde hebben (deze waarde drukt
niet per se de reële waarde uit)
Intekenprijs = lager dan nominale/fractiewaarde → voor kapitaalverhoging “geplaaste inbreng”
verminderen om tot nieuwe nominale/fractiewaarde te komen, gelijk aan intekenprijs
Nieuwe aandelen zullen lagere kapitaalvertegenwoordigende waarde hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenaneetens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.