Hoorcollege 4: De ervaring van chronische ziekte & handicap 13 - 16
Hoorcollege 5: Disability studies 16 - 20
Hoorcollege 6: Gezondheidsverschillen 20 - 25
Hoorcollege 7: Klimaatcrisis en gezondheid 25 - 27
Hoorcollege 8: Sociologische perspectieven op technologie 27 - 31
Hoorcollege 9: Patiëntenrechten en bijzondere doelgroepen 31 - 34
Hoorcollege 10: Hulpverleningsrelatie in juridisch perspectief 34 - 37
Hoorcollege 11: ‘Arts’ patiëntrelaties, de patiënt de baas? 37 - 41
Hoorcollege 12: De sociologie van het lichaam 41 - 44
Samenvattend college + tentamentips 44 - 45
,HC 1: Introductie
Verschuiving van ziektebeelden. Kanker en hart- en vaatletsel incidentie neemt toe. Net als
psychische stoornissen, stijgen heel hard.
Defenitie burn-out = outputting als gevolg van werk. (Maslach 1981)
Dreumesen van één of twee jaar zouden al moeten worden getest op stress. Want kinderen
die in hun eerste levensjaren last hebben van chronische stress, ehbben op latere leeftijd
grotere kans op gezondheidsklachten, zoals een burn-out. We leven op een tijdbom, stelt
het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
Stress → weerbaarheid afname, niet bereiken geluk, stress is onderdeel van gezonde
ontwikkeling, goede opleiding. Stress brengt je tot beoogde prestatie. Maar dan is de grote
vraag wanneer is stress gezond en wanneer wordt het ongezond? Stress kan leiden tot
klachten.
Stress kan leiden tot internaliserende emotionele problemen gerelateerd aan psychische
stoornissen: angst, depressie, burn out. Stress kan ook leiden tot externaliserende
gedragsproblemen gerelateerd aan gedragsstoornissen: ADHD.
→ Schooluitval etc.
Stress en burn-out klachten kunnen verschillende uitingen hebben voor mannen en
vrouwen.
Stress : heeft invloed op welbevinden en gezondheid.
Depressie : stoornis (SM)
Burn-out : staat niet in de DSM, gaat om gezonde mensen, minder taboe op omdat als je
burn-out krijgt komt het door hard werken, dus heb je in ieder geval hard gewerkt.
→ het maakt dus uit welk ziektebeeld je hebt. Mensen staan positiever tegenover burn-out
dan tegenover depressie.
Risicofactoren:
● Vrouw zijn.
● Erfelijkheid.
1
, ● Persoonlijkheidsfactoren (weerbaarheid).
● Fysieke gezonhdied.
● Omgevingsfactoren:
○ Kinderen uit niet volledige gezinnen. 1 op de 6 kinderen groeit op in
eenoudergezin, waarvan 89% bij moeder.
○ Laag welvaartsniveau.
○ Ouders met psychische problemen.
● Regionale verschillen; verschilt per regio hoe de samenleving daar in elkaar zit.
Technologie, de oorzaak en/of de oplossing?
- Is stress meetbaar? Wat ‘meet’ je dan?
- Is social media gevaar of de oplossing?
- Biedt technologie de oplossing?
Huisvrouwen krijgen nu apparaten dus huisvrouw zijn wordt makkelijker gemaakt, maar
vroeger hoefde die vrouwen niet helemaal fijn gepureerde sappen te maken, tegenwoordig
wel. Dus met nieuwe apparaten komen ook nieuwe verwachtingen → niet bepaald
makkelijker altijd.
Sommige bedrijven zijn hun medewerkers gaan beschermen. Deze bedrijven zijn gaan
nadenken over wat doet technologie met ons lichaam. ‘Recht op niet meer werken in het
weekend, en s’avonds’.
Het (maakbare) lichaam. Elke keer nieuwe trends, selfiecultuur, wittere tanden, beugels. We
gaan steeds meer op elkaar lijken, er is behoefte aan om eruit te zien als de rest. Wanneer
dit niet lukt kan dit zorgen voor stress.
Evaringsdeskundigen : ‘het gaat niet om wie je bent, maar om wat je bereikt dat is
geïnstutionaliseerd in de maatschappij.’
Kortom:
● Stress, burn-out kunnen niet als louter individueel psychologisch/ medisch probleem
gzien worden.
● Stress is ook een maatschappelijk fenomeen.
● Het welvaartsniveau, maatschappelijke normen en waarden, mate van taboe,
(nieuwe) technologieën, wetgeving spelen ook een rol.
Medische sociologie: hoe komt medische kennis tot stand? Hoe wordt kennis vertaald en
toegepast? Welke rol speelt sociale context, technologie, diversiteit, het lichaam, juridisch
kader?
Basis begrippen:
- Gezondheid en ziekte zijn ook maatschappelijke verschijnselen.
- Medische sociologie en recht; nut voor gezondheidswetenschappers.
- Gezondheid en ziekte zijn biopsychosociale verschijnselen.
- Kennis over eht sociale is basiskennis.
2
, Het biomedisch model:
5 aannamens:
1. Mind- body dualism. Onderscheid lichaam-geest. Lichaam en geest zijn
gescheiden.
2. Mechanische metafoor. LIchaam als machine. Uit een geheel kunnen we een
onderdeel halen. Lichaam is repareerbaar en bestaat uit verschillende onderdelen
onafhankelijk van elkaar.
3. Technologische imperatief. Dwingende effect. Met pillen, diagnostiek, (dwingend
idee van behandelen) kun je beter worden.
4. Reductionistisch; biologische uitleg. Is dat de verklaringen van ziekte gericht zijn op
biologische veranderingen in de relatieve verwaarlozing van sociale en
psychosociale factoren
5. Doctrine van specifieke etiologie. Identificeerbare ‘ziekte-entiteit’, bijvoorbeeld
bacteriën. Sprake van specifieke oorzaak. Elke ziekte wordt veroorzaakt door een
specifieke, identificeerbare bacterie of iets, dat noem je ziekte-entiteit.
6. Objectieve wetenschap, natuurverschijnselen die kunnen worden bestudeerd.
Whig history = presentatie van de geschiedenis als lineaire vooruitgang. Medische
wetenschap blijft maar toenemen.
Bio-psychosociale benaderingen afwegen:
● Interventies veelal gericht op het individu.
○ En individualisme is een culturele ideologie!
● Sociaal levert misschien wel meer op.
○ Sociotechnische interventie: plaatsing van de lift/ trap, kleinere borden?
● Zelfs als bio belangrijk is, kan psychosociaal oorzaak of oplossing zijn:
○ Genetische aanleg voor depressie.
Interventies niet meer richten op het individu maar op de omgeving. Bijvoorbeeld gedicht op
een trap zetten, zodat mensen wanneer ze omhoog lopen een gedicht lezen.
Sociale domein = de maatsschappij met haar structuren, patronen, insitiuties, normen en
regelingen:
- Beïnvloedt gedrag, wat we denken en geloven.
- Beïnvloedt gezondheid en ziekte.
- Beïnvloedt door de sociologie.
Sociologie bestudeert het samenleven van mensen in grotere of kleinere verbanden.
Thema’s zoals waarden en normen; sociale controle, macht, dwang: afwijkend gedrag,
positie, status, rollen: groepen, collectieven, netwerken; sociale structuur: sociale
ongelijkheid; cultuur(overdracht); stabiliteit en verandering.
Verschillende theorieën en posities:
- Sociologen verklaren het sociale domein niet allen op dezelfde manier: er bestaan
verschillende theorieën.
- Sociologen nemen verschillende posities in: onderzoek binnen het beleid van de
verzorgingstaat, versus kritisch denken over de vooronderstellingen van ziekte en
gezondheid.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janinevdhoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.