In dit document vind je de samenvatting van taak 5 voor pgo in blok 3. Deze samenvatting is gemaakt met behulp van de Campbell en de plaatjes in deze samenvatting zijn voornamelijk ook afkomstig daarvan, maar wel allemaal vertaald en extra verduidelijkt (met bijvoorbeeld kleuren).
TAAK 5
1 Bouw, functie en werking van dunne darm
Vertering in de dunne darm
De meeste enzymatische afbraak van macromoleculen vindt plaats in de dunne darm. De
dunne darm is erg lang, ongeveer de eerste 25 centimeter van de dunne darm bestaat uit de
twaalfvingerige darm (hier mengt het chijm van de maag zich met spijsverteringssappen
van de alvleesklier, de lever, de galblaas en van kliercellen in de darmwand).
Functie: plek waar de meeste enzymatische afbraak van macromoleculen plaats vindt en de
absorptie van voedingsstoffen.
Bouw en werking van de dunne darm:
De vertering is bijna klaar en de inhoudt van de twaalfvingerige darm worden door
peristaltische bewegingen naar de rest van de dunne darm geduwd. De samentrekking van
darmspieren heet darmperistaltiek die worden bevorderd dankzij kringspieren en
lengtespieren. Kringspieren duwen het voedsel voort, lengte spieren maken de darmen juist
wijder zodat het voedsel verder kan bewegen.
In de dunne darm vindt absorptie plaats van voedingsstoffen door de darmwand van je
dunne darm. Grote plooien in de darmwand zorgen voor een vergroot oppervlakte zodat er
nog meer voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. De vingerachtige uitsteeksels op de
darmwand heten de villi (enkelvoud villus). Microvilli op de villi zijn fijne kleinere
vingerachtige uitsteeksels van de epitheelcellen in het lumen van de dunne darm, hierdoor
wordt het oppervlak nog meer vergroot. Samen vergroten dus de plooien, villi en microvilli
de oppervlakte van de darmwand en verhoogt zo de absorptie van voedingsstoffen (bouw).
Het verschilt per nutriënt of het transport langs de epitheelcellen actief of passief is.
Voorbeeld: Passief
Het suiker fructose beweegt bijvoorbeeld door diffusie langs zijn concentratie gradiënt van
het lumen van de dunne darm in de epitheelcellen. De fructose verlaat de cel en wordt
vervolgens opgenomen in de haarvaten in de kern van elke villus.
Voorbeeld: Actief
Andere nutriënten, zoals aminozuren, kleine peptiden, vitaminen en de meeste
glucosemoleculen komen de epitheelcellen van de villus binnen doordat ze tegen hun
concentratie gradiënt in worden gepompt. Dit actieve transport zorgt ervoor dat er veel
meer absorptie is van deze nutriënten dan dat passieve diffusie waar zou kunnen maken.
De haarvaten en aderen die nutriënten rijk bloed weg van de villi transporteren komen
samen in de leverpoortader. Dit is een grote ader dat voedselrijk bloed van de dunne darm
naar de lever vervoert. De lever regelt de voedingsspiegel van het bloed, en bloed stroomt
van de lever naar andere delen van het lichaam zoals het hart.
Dit systeem vervult twee belangrijke functies:
Het stelt de lever in staat om de verdeling van voedingsstoffen naar de rest van het lichaam
te reguleren.
Het systeem stelt ook de lever in staat om giftige stoffen te verwijderen voordat deze zich
kunnen uitspreiden, denk hierbij aan drugs en alcohol.
,Opname van vetten door de darmcellen
Veel nutriënten verlaten de dunne darm via de bloedstroom, en gaan naar de lever voor het
verwerken ervan. Maar sommige producten van vetvertering (zoals triglyceride) volgen een
ander pad. (zie onderstaand figuur).
Afbraak van vet door lipase in de dunne darm produceert vetzuren en monoglyceride. Deze
producten worden geabsorbeerd door epitheelcellen en samengevoegd tot triglycerides.
Deze zijn omgeven met fosfolipiden, cholesterol en eiwitten, die chylomicronen vormen.
Chylomicron is een lipidetransporterend bolletje dat is samengesteld uit vetten gemengd
met cholesterol en omkleed met eiwitten.
Chylomicronen komen eerst binnen in een haarvat die in de kern van een villus zit. Deze
haarvaten maken onderdeel uit van het lymfestelsel, een netwerk van vaten gevuld met een
vloeistof, genaamd lymfe. Van de haarvaten in de villus passeert de lymfe met de
chylomicronen naar de grotere vaten van het lymfestelsel, en uiteindelijk in grote aderen
die het bloed naar het hart brengen.
, 2 Hoe neemt het lichaam essentiële voedingstoffen op? (hoe gaan stoffen
cellen in en uit?)
Passief transport
Diffusie
Lipide (een soort vet) kunnen oplossen in de lipide dubbellaag (hydrofoob en hydrofiel
celmembraan weet je wel). Ze bewegen langs hun concentratie gradiënt van een hoge
concentratie naar een lage concentratie (voorbeeld van diffusie). Diffusie is een vorm van
passieve transport, het heeft geen energie nodig van de cel.
Gefaciliteerde diffusie
De meeste moleculen kunnen celmembranen niet passeren (de dubbele lipide laag). Het
suiker fructose beweegt de cellen in door middel van gefaciliteerde diffusie. Fructose
beweegt ook langs zijn concentratie gradiënt door een transporteiwit. Gefaciliteerde
diffusie heeft ook geen energie nodig van de cel, dus dit is ook een vorm van passief
transport.
Osmose
Water passeert het celmembraan door middel van gefaciliteerde diffusie of door het direct
diffunderen door het celmembraan. De diffusie van water door het membraan heet osmose.
Actief transport
De natrium-kaliumpomp (een specifiek geval van actief transport)
De natrium-kaliumpomp beweegt ionen tegen hun concentratie gradiënt in van een lage
naar een hoge concentratie. De cel heeft energie nodig en dit is dus actieve transport.
Energie van ATP wordt gebruikt om natrium ionen uit de cel te bewegen en kalium ionen
erin.
Cotransport
Cotransport is de koppeling van ‘bergafwaartse’ diffusie van de ene stof met het
‘bergopwaartse’ transport van een andere tegen de concentratiegradient ervan in. Het is
dus eigenlijk actieve transport aangedreven door een concentratiegradient. Een drager,
zoals de H+/sucrose cotransporter in een plantencel kan de diffusie ‘bergafwaarts’ van H+
gebruiken de cel in, om de opname van sucrose aan te drijven.
Of bij mensen dat natrium ionen en glucose tegelijk de cel in bewegen door een cotransport
eiwit.
Natrium ionen bewegen langs hun concentratie gradiënt dat gecreëerd is door de natrium-
kaliumpomp en glucose beweegt tegen zijn concentratie gradiënt in.
Exocytose en endocytose
Exocytose
Stoffen kunnen getransporteerd worden in blaasjes die kunnen oplossen in het membraan.
De blaasjes geven hun inhoudt (dus die stoffen) af buiten de cel. Dit proces heet exocytose.
Endocytose
Het celmembraan wordt afgesnoerd die een blaasje vormt met stoffen die van buiten de cel
komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jeskebrekveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.