Uwe Flick; an introduction to qualitative research. 7 t h
edition.
Woordenlijst (glossary)
Begrip Betekenis
Abstract Als tegenovergestelde van concreet, betekent dit meer algemeen
en losgemaakt van de context (gedecontextualiseerd), bijvoorbeeld
een patroon dat in meerdere gevallen wordt gevonden.
Adjacency pairs Reeksen van interactie zoals vraag – antwoord. Het verwijst naar
opeenvolgende spraakhandelingen van twee sprekers, waarbij de
ene uiting de andere uitlokt of verwacht.
Analytic induction Strategie om negatieve of afwijkende gevallen te gebruiken voor
(Analytische inductie) het beoordelen en uitwerken van bevindingen, modellen of
theorieën die zijn ontwikkeld.
API’s (application programming -interfaces) API's zijn de protocollen die platforms, zoals Facebook, Twitter en
Google, in staat stellen om een beperkte en zorgvuldig
gecontroleerde set gegevens te verstrekken aan de derde partij die
hierom vraagt.
A priori Latijnse uitdrukking die "van tevoren" betekent. Bijvoorbeeld,
(voorafgaand) werken met categorieën die zijn gedefinieerd voordat men het veld
binnengaat of voordat men begint met het analyseren van
materiaal.
Asynchronous comminucation Vorm van communicatie waarin de partners niet op hetzelfde
(Asynchrone communicatie) moment interactie hebben, maar met een bepaalde vertraging,
zoals bij e-mailcommunicatie bijvoorbeeld.
Auditing Auditing verwijst doorgaans naar het systematisch beoordelen van
(controle) financiële gegevens of processen om de nauwkeurigheid en
naleving van normen te waarborgen.
Authorized starters Manieren om een formele interactie te beginnen, zoals bij
(Geautoriseerde starters) counseling.
Autoethnography Auto-etnografie is een onderzoeksbenadering binnen de sociale
(Auto-etnografie) wetenschappen die de persoonlijke ervaringen van de onderzoeker
verbindt met bredere culturele, sociale of politieke contexten. Het
is een combinatie van autobiografie en etnografie, waarbij de
onderzoeker zijn of haar eigen leven en ervaringen als bron van
data gebruikt om culturele fenomenen te onderzoeken en te
begrijpen.
Axial coding Axiaal coderen is een belangrijke stap in kwalitatieve data-analyse,
(Axiaal coderen) vooral binnen de gefundeerde theorie (grounded theory). Het
verwijst naar het proces van
het organiseren en verbinden van codes die zijn ontwikkeld tijdens
de initiële fase van open coderen.
Background theories Achtergrondtheorieën verwijzen naar de bestaande theorieën en
(Achtergrondtheorieën) concepten die als basis dienen voor een onderzoek of studie. Deze
theorieën helpen bij het begrijpen, verklaren en interpreteren van
fenomenen of gegevens binnen een bepaald onderzoeksgebied. Ze
vormen een theoretische context waarbinnen nieuw onderzoek
wordt uitgevoerd en kunnen invloed hebben op de
onderzoeksvragen, methodologie en interpretatie van resultaten.
Balancing phase De laatste stap in een narratief interview, waarin reguliere vragen
(Balanceringsfase) kunnen worden gesteld en beantwoord.
Benchmark Cut-off point voor het onderscheiden van goed / slecht of
succesvol / onsuccesvol onderzoek.
, Big data Deze term verwijst naar de enorme hoeveelheden gegevens die
(Grote hoeveelheid data / gegevens) voortkomen uit digitale communicatie, administratie en de
koppeling van verschillende netwerken.
Biographical research Studies die zich richten op levensverhalen of die een
(Biografisch onderzoek) levensverhaalperspectief hanteren.
Blogs Blogs zijn online platforms of websites waar individuen of groepen
regelmatig artikelen, berichten of content publiceren over
specifieke onderwerpen, interesses of ervaringen.
Canonization Een duidelijke definitie van methoden door normen te formuleren
over hoe deze toe te passen, wat leidt tot een consensus erover en
algemene acceptatie ervan. Bijvoorbeeld door regels vast te stellen
over hoe vragen te formuleren in een specifieke vorm van
interview.
Chicago School Een zeer invloedrijke groep onderzoekers en benaderingen in de
geschiedenis van het kwalitatief onderzoek aan de Universiteit van
Chicago, die de methodologische achtergrond heeft geleverd voor
momenteel invloedrijke benaderingen zoals grounded theory.
Closing gestalt Een specifiek formaat is voltooid. Gestalt verwijst naar het feit dat
het geheel meer is dan de som van de delen. Bijvoorbeeld, om een
verhaal te vertellen tot het einde, moet eerst de verteller
begonnen zijn met vertellen.
Coda Een signaal van de verteller dat een verhaal is afgelopen (in het
narratief interview).
Codes of ethics Reeksen van regels voor goede praktijk in onderzoek (of
(Ethische codes) interventies), opgesteld door beroepsverenigingen of door
instellingen als oriëntatie voor hun leden.
Coding Ontwikkeling van concepten in de context van grounded theory,
(coderen) bijvoorbeeld stukjes data labelen en het daaraan toewijzen van
andere stukjes data (en het label).
Coding families Een instrument in grounded theory onderzoek voor het
(codeerfamilies) ontwikkelen van relaties tussen codes en om de onderzoeker te
inspireren in welke richting hij naar categorieën moet zoeken.
Coding paradigm Een reeks basisrelaties voor het met elkaar verbinden van
(code paradigma/model) categorieën en verschijnselen in grounded theory.
Communicative validation Beoordeling van resultaten (of van gegevens) door de deelnemers
(Communicatieve validatie) om hun consensus te vragen.
Complete collection Een vorm van steekproeven die alle elementen van een vooraf
(Volledige verzameling) gedefinieerde populatie omvat.
Computer-mediated interaction Berichten worden online gecommuniceerd door het gebruik van
computers.
Constant comparative method Onderdeel van de grounded theory gericht op vergelijking om alle
(constant vergelijkende elementen in de gegevens met elkaar te verbinden. Bijvoorbeeld
methode) uitspraken uit een interview over een specifiek onderwerp worden
vergeleken met alle uitspraken over dit onderwerp in andere
interviews. Ook op wat er in dezelfde en andere interviews over
alle andere kwesties wordt gezegd.
Constraint of closing gestalt In verhalen wordt de verteller impliciet gedreven om een verhaal
tot het einde te vertellen.
Constraint of condensing In verhalen wordt de verteller impliciet gedreven om zoveel details
als nodig te condenseren (verkorten of samenvoegen van
informatie zonder de essentie of belangrijke elementen te
verliezen))) om het verhaal begrijpelijk te maken voor de luisteraar.
Constraint of detailing In verhalen wordt de verteller impliciet gedreven om zoveel
mogelijk details te geven die nodig zijn om het verhaal begrijpelijk
te maken voor de luisteraar.
Constructionism/ constructivism Epistemologieën waarin de sociale realiteit wordt gezien als het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ninaaaaaaaaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.