Geschiedenis en actualiteit
1. Algemeen
1.1 Vooruitgang
Steven Pinker: We leven in ‘gouden tijden’
Steven Pinker is professor psycholoog en bekend om zijn vooruitgangsoptimisme.
Hij heeft onderzocht welk nieuws gelezen wordt.
• Mensen klikken eerder op negatieve dingen
• Het zit in de aard van het nieuws om dingen die fout lopen als nieuws te brengen
• Wij zijn als diersoort geneigd om niet op positieve dingen te klikken — wel op negatieve dingen
Het is nog nooit zo goed geweest als nu, de actua toont aan dat er heel veel slechte dingen zijn.
Cijfers, wetenschap en statistieken bewijzen het tegendeel.
• Aantal doden door oorlogsgeweld per 100 000 is sinds de jaren ’80 fors gedaald
• We werken veel minder lang
• Minder uren in het huishouden
• Minder analfabeten
Steven Pinker: “Overal neemt de rede het over, behalve in de politiek”
De toekomst kan je niet voorspellen.
Er werd gekeken naar duizenden wetenschappers, ingenieurs, politici, … die uitspraken hebben
gedaan over de toekomst en er een database van hebben gemaakt.
Hier is niets van uitgekomen!
• Een aantal categorieën van mensen die er niet ver naast zaten
• Kunnen we een lijn trekken en zeggen dat een bepaalde groep fout zit of minder fout zit?
NEE: is vernietigend
Mensen die op voorhand al een (vastgesteld) idee hadden zaten er altijd naast
: zij interpreteerden de werkelijkheid en zochten feiten die passen in hun ‘kraam’
Mensen die geen idee hadden zaten er dichtbij
: de feiten doen er niet toe
: mensen vormen meningen, niet op basis van feiten, de rede (het verstand) neemt het over
! behalve in de politiek
Vb: studentencommissie: lessen van toerisme later laten beginnen, probleem: geen parking
Waarom de wereld al dan niet naar de vaantjes is
15.364 wetenschappers ondertekenden een wetenschappelijke publicatie waarvan de boodschap
duidelijk was: het ziet er niet goed uit met de wereld en veel beter zal het niet worden
• Bossen werden massaal gekapt
• Soorten sterven uit
• …
Pinker is het niet eens met die wetenschappers
Eerst gaan mensen een standpunt innemen, daarna gaan ze op zoek naar gegevens die bij dat
standpunt passen
• We gebruiken feiten vaak enkel als ondersteuning
1
,2. Economie
2.1 Geert Noels: Econoshock 2.0
Schema 1: start van de kredietcrisis
Hoe de banken werkten:
• Banken gaven leningen aan gezinnen die een huis wilde kopen
• Deze leningen werden door gewone banken doorverkocht aan zakenbanken
• Zij maakten pakketjes van allerlei leningen met uiteenlopende kwaliteit en verkochten ze als
beleggingen aan hun klanten, andere banken en grotere investeerders of pensioenfondsen
• Iedereen had winst, zolang de leningen netjes werden afbetaald
• Banken maakten zich niet te veel zorgen over de gezinnen die de leningen niet afbetaalden want
dan konden ze beslag leggen op hun huis
• De huizenprijzen bleven stijgen, het was dus geen slechte deal
• De stijging van de huizenprijzen dekten zo het risico voor de banken van de slechte betalers
Maar dan sloeg het systeem op hol:
• Meer en meer leningen gegeven aan gezinnen die te weinig middelen hadden om deze lening af
te betalen
• Daarbovenop merkten sommige gezinnen dat de huizen in hun buurt voor steeds hogere prijzen
werden verkocht
• Ze rekenden zich rijk en spendeerden dit geld alvast aan andere hebbedingen (zoals een auto)
• Banken verdienden hier mooi geld aan, gingen daarom zelf meer leningen aan om daarmee nog
meer leningen te kunnen opkopen
• Iedereen kon plots een huis kopen, dus de vraag en de prijzen bleven stijgen
• Als maar meer gezinnen konden hun te dure lening uiteindelijk niet meer afbetalen ! de markt
werd overspoeld met huizen
• Wanneer het aanbod groter is dan de vraag komt er een kantelpunt
• De huizenprijzen begonnen te dalen, de bankiers en investeerders hadden leningen die niet
afbetaald werden en hadden huizen die veel minder waard waren
• Gezinnen bleven met schulden achter
• Banken kwamen in de problemen
Schema 2: commerciële en zakelijke banken
Er zijn 2 soorten banken: investeerders en commerciële banken voor gezinnen en hun
dagdagelijkse bankzaken ! hebben de natuurlijke neiging om elkaar op te zoeken
• Zakenbanken willen het geld van de spaarders bij de commerciële banken gebruiken voor hun
investeringen
• Ze werden vroeger gescheiden door wettelijke tussenschotten zoals de Amerikaanse Glass-
Steagall wet
: Die kwam er door Amerikaanse wantoestanden rond de Amerikaanse beurscrash van 1929
• 2 soorten banken werden geleidelijk aan groter en fusioneerde met andere gelijkaardige banken
• Bleven vooral voor de specifieke noden van hun klanten werken
• Scheidingslijn werd na verloop van tijd uitgehold en er doken achterpoortjes op
• De Glass-Steagall wet werd in 1999 helemaal opgeheven.
• Commerciële banken gingen samenwerken met investeringsbanken
• Het banklandschap werd een mengelmoes van beide soorten banken met sterk verweven
belangen
• Geld vloeide van de ene naar de andere soort bank ! een financieel dominospel
• Zakenbanken zoals Lehman Brothers gingen wankelen en sleepten Belgische commerciële
banken zoals Fortis mee in hun val
2
, 2.2 Financiële en economische crisissen
2.2.1 Crisis is van alle tijden
De tulpenbollencrisis
In Nederland werden tulpen een rage eind jaren 60. Maar het aanbod was beperkt. Tulpenbollen
waren bijgevolg duurder. Mensen gingen tulpen kopen voor 1000 gulden terwijl het gemiddelde
jaarinkomen op 150 gulden lag.
Er verschenen ook beurzen waar deze tulpenbollen verhandeld werden, maar in 1637 ging plots
het gerucht dat de vraag naar tulpenbollen zou instorten, dus iedereen verkocht snel zijn
tulpenbollen uit paniek. De prijs daalde met 95% en veel investeerders gingen failliet.
De gebakken lucht van South Sea Company (1720)
Britse handelsmaatschappij die van de overheid het monopolie kreeg van alle handel met het
Spaanssprekende deel van Zuid-Amerika. Veel Britse investeerders wilden per se aandeelhouder
zijn van dit bedrijf en daardoor werden de aandelen steeds duurder.
In 1718 brak er oorlog uit (Brits-Spaans) en het bedrijf kwam niet aan handeldrijven toe.
De leidinggevenden zagen de problemen op korte termijn maar hun toekomst op lange termijn
rooskleurig.
In 1719 was er sprake van kooppaniek: mensen verkochten hun huizen om zo veel mogelijk
aandelen van South Sea te kunnen kopen. De leiding van het bedrijf wist dat er amper inkomsten,
laat staan winsten waren.
De aandelen waren overgewaardeerd en ze wisten het. Rond de jaarwissel (1719-1720) ontstond
er ook twijfel bij de beleggers. Steeds meer wilden de aandelen verkopen en in enkele maanden
tijd viel de koers terug op 1/10de van de top. Vele speculanten gingen failliet.
De eerste crash van Wall Street (1972)
Spilfiguur: William Duer, een man die zo rijk was als de zee diep.
1971: er waren geruchten dat de Bank of New York zou worden opgekocht door de Bank of the
United States. Dat zou de koers doen stijgen. Duer en kompanen speculeerden en gingen er
leningen voor aan. Steeds meer mensen volgden maar in 1792 kon Duer de leningen niet meer
terugbetalen en moest hij bankaandelen verkopen. De koers daalde en er brak paniek uit. Duer
zijn leven was geruïneerd en veel anderen verloren al hun geld.
Deze eerste crash was belangrijk omdat de Amerikaanse minister van Financiën (Alexander
Hamilton) ingreep om totale instorting te voorkopen.
1830: de VS begon zich volop richting Wilde Westen te ontwikkelen (spoorwegen, kanalen). De
overheid moedigde iedereen aan om mee te doen. Gronden werden onder druk gekocht en
verkocht.
Ondertussen ontstonden overal banken, die leningen aanboden in papiergeld.
Veel Britten investeerden in de ontwikkeling van het Wilde Westen, tegen de zin van de Britse
Centrale Bank.
Er was geen geld meer om verder kanalen te graven of spoorwegen aan te leggen, de
ontwikkeling stokte.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arzuvandebroek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.