100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychology Gray & Bjorklund hoofdstuk 9 t/m 16 (8e editie) $6.46
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychology Gray & Bjorklund hoofdstuk 9 t/m 16 (8e editie)

72 reviews
 1590 views  238 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Inleiding in de psychologie samenvatting van hoofdstuk 9 t/m 16 van het boek Psychology van Gray en Bjorklund. Ik had een 10 voor het tentamen m.b.v. deze samenvatting.

Preview 4 out of 106  pages

  • No
  • H9 t/m h16
  • January 31, 2020
  • 106
  • 2019/2020
  • Summary

72  reviews

review-writer-avatar

By: elikegrootnn • 2 months ago

review-writer-avatar

By: rikseisveld • 2 months ago

review-writer-avatar

By: anna76 • 2 months ago

review-writer-avatar

By: lbmuilwijk • 3 months ago

review-writer-avatar

By: esmeederoo111 • 7 months ago

review-writer-avatar

By: kiliannikiema2 • 7 months ago

review-writer-avatar

By: charlize01 • 6 months ago

Show more reviews  
avatar-seller
Chapter 9 Memory, Attention and Consciousness

Geheugen: De verandering in een individu, veroorzaakt door leren, die het toekomstige
gedrag van het individu kan beïnvloeden.

Leren – geheugen – effect op toekomstig gedrag

Aandacht: Zich selectief richten op een aspect van de omgeving, terwijl andere aspecten
worden genegeerd. Aandacht kan ook worden opgevat als het toekennen van
verwerkingscapaciteit. Het impliceert terugtrekking van sommige dingen, om
effectief om te kunnen gaan met andere dingen.

Bewustzijn: Het ervaren van mentale gebeurtenissen op een manier waarbij het individu
deze kan omschrijven aan anderen. In deze context zijn de Engelse
benamingen (self-)consciousness en (self-)awareness synoniemen.

Informatieverwerkingsmodel van de geest / de hersenen

Twee belangrijke veronderstellingen waarop informatieverwerkingstheorieën gebaseerd zijn:

1. Mensen hebben beperkte mentale middelen bij informatieverwerking
We hebben maar een bepaalde hoeveelheid mentale energie, opslagruimte of tijd, die kan
worden besteed aan het verwerken van informatie.
2. Informatie verplaatst zich door een opslagsysteem dat bestaat uit verschillende onderdelen
Informatie komt de geest binnen via zintuiglijke systemen en kan dan op verschillende
manieren gemanipuleerd worden, geplaatst worden in de lange termijn opslag en
teruggehaald worden als de informatie nodig is om een probleem op te lossen.

Het opslagsysteem in de geest bestaat uit drie verschillende onderdelen (memory stores):

1. Zintuiglijk geheugen – de korte verlenging van zintuiglijke ervaring
Elk zintuiglijk systeem heeft een eigen zintuiglijke geheugenopslag die alle binnengekomen
zintuiglijke input een kort moment bewaart, ongeacht of de persoon aandacht heeft voor de
input. Dit heeft als doel het lang genoeg bewaren van de originele zintuiglijke input zodat
deze geanalyseerd kan worden door onbewuste mentale processen, om te beslissen of de
input moet worden overgebracht naar het korte termijn geheugen. We worden ons alleen
bewust van de input die, via het selectieve proces van aandacht, overgaat naar het korte
termijn geheugen.
2. Korte termijn geheugen – bewuste perceptie en gedachte
Het korte termijn geheugen is de centrale werkplaats van de geest, hier vindt bewust
waarnemen, voelen, vergelijken, berekenen en redeneren plaats. Informatie kan het korte
termijn geheugen binnenkomen vanuit het zintuiglijk geheugen (huidige omgeving) en vanuit
het lange termijn geheugen (kennis vanuit eerdere ervaringen). In het korte termijn
geheugen vinden berekeningen plaats m.b.t. de informatie en wordt de informatie
gemanipuleerd. De capaciteit van het korte termijn geheugen is beperkt; items verdwijnen
als er niet aan gedacht wordt en er is ruimte voor tussen de 5 en 9 items (werkgeheugen -2).
3. Lange termijn geheugen – de informatiebibliotheek van de geest
Vanuit het korte termijn geheugen kunnen items worden gecodeerd naar het lange termijn
geheugen. Het lange termijn geheugen is een opgeslagen representatie van alles wat een
persoon weet. De capaciteit van het lange termijn geheugen is onbeperkt. Vanuit het lange
termijn geheugen kan informatie worden teruggehaald naar het korte termijn geheugen.

,Informatieverwerkingsmodel van de geest (niet compleet i.v.m. ontbreken van onbewuste effecten)




Eigenschappen van het korte- en lange termijn geheugen

Korte termijn geheugen Lange termijn geheugen

Actief (informatie wordt aan gedacht) Passief (bewaarplaats voor informatie)
Korte duur (items verdwijnen binnen Lange duur (items kunnen een leven lang
enkele seconden als er niet aan gedacht bewaard blijven)
wordt)
Beperkte capaciteit (5-9 items) Onbeperkte capaciteit (langdurige kennis)


Controleprocessen – Informatietransportsystemen van de geest

Controleprocessen: De controleprocessen aandacht, coderen en ophalen regelen het verplaatsen
van informatie tussen de memory stores en verbeteren prestaties.

Aandacht: Het proces dat de informatiestroom van het zintuiglijk geheugen naar het
korte termijn geheugen controleert. Dit kan opzettelijk gebeuren of
automatisch. Omdat de capaciteit van het zintuiglijk geheugen groter is dan
de capaciteit van het korte termijn geheugen, moet aandacht de
informatiestroom van het zintuiglijk geheugen naar het korte termijn
geheugen beperken.

Coderen: Het proces dat de informatiestroom van het korte termijn geheugen naar het
lange termijn geheugen controleert. Dit gebeurt als je opzettelijk iets uit je
hoofd leert, maar meestal gebeurt het onopzettelijk als gevolg van interesse
voor bepaalde informatie. Als je ergens in geïnteresseerd bent en eraan
denkt worden zulke ideeën gecodeerd naar het lange termijn geheugen.

Ophalen: Het proces dat de informatiestroom van het lange termijn geheugen naar het
korte termijn geheugen controleert, ook wel herinneren genoemd. Net als bij
aandacht en coderen kan dit opzettelijk gebeuren of automatisch.

Dagelijkse kennis is een constante combinatie van automatische en inspannende processen.
Automatische processen vergen weinig of geen capaciteit van het korte termijn geheugen en voor
inspannende processen zijn mentale middelen nodig om ze succesvol te volbrengen. Onderzoek
heeft uitgewezen dat de hersenen meer glucose verbruiken bij moeilijke taken.

Automatische processen (snel) Inspannende processen (langzaam)

Zonder intentie en onbewust Bewust
Verstoren andere processen niet Verstoren andere inspannende processen
Verbeteren niet door oefenen Verbeteren door oefenen
Worden niet beïnvloed door individuele Worden beïnvloed door individuele
verschillen zoals intelligentie, motivatie en verschillen zoals intelligentie, motivatie en
opleiding opleiding

,Snel en langzaam denken – Dual-Processing theorieën van kennis

Over het algemeen volgen mensen twee paden bij het oplossen van problemen:

1. Snel
Verwerken gaat snel, automatisch, intuïtief en onbewust. Bijv. oplossen van 2+2.
2. Langzaam
Verwerken gaat langzaam, inspannend, opzettelijk en bewust. Bijv. oplossen van 14x39.

Stroop interference effect: In veel gevallen is het bij het oplossen van problemen niet mogelijk om het
snelle pad uit te schakelen, zelfs als dit ervoor zorgt dat het moeilijker is om
via het langzame pad tot een correcte oplossing te komen. Het Stroop
interference effect maakt dit duidelijk; het benoemen van de juiste kleur gaat
langzamer als bijvoorbeeld het woord blauw in het groen gedrukt staat.

Aandacht – Het portaal naar bewustzijn

Mensen hebben mechanismen voor aandacht, die voorzien in twee concurrerende behoeften:

1. De behoefte om mentale middelen te focussen op een taak en niet te worden afgeleid
2. De behoefte om andere signalen / gevaren te monitoren, die zwaarder wegen dan de taak

Preattentive processing: De onbewuste analyse van zintuiglijke input in het zintuiglijk geheugen.
Preattentive processing vindt plaats om vast te stellen of de zintuiglijke
informatie relevant is voor de uit te voeren taak en voor het welzijn of
overleven van de persoon. Logischerwijs moet de zintuiglijke input worden
vergeleken met opgeslagen informatie in het korte- of lange termijn
geheugen om de relevantie te bepalen. Er moet dus een vorm van top-down
controle plaatsvinden ten opzichte van de poort (aandacht) tussen het
zintuiglijk geheugen en het korte termijn geheugen (figuur 9.3 blz. 318).

Selectief luisteren

Cocktail party phenomenon: Het vermogen om belangrijke informatie op te pikken terwijl je gefocust bent
op andere informatie. Bijvoorbeeld het horen van je naam terwijl je met
iemand in gesprek bent op een luid feest.

Selectief kijken

Inattentional blindness: Tijdens experimenten waarbij de subjecten gefocust waren op het uitvoeren
van een moeilijke visuele taak zagen zij gemakkelijk te herkennen objecten in
hun directe zichtlijn niet. Dit fenomeen wordt inattentional blindness
(onopzettelijke blindheid) genoemd. Zakkenrollers en goochelaars maken
hier gebruik van. Er zijn grenzen aan inattentional blindness. Tijdens recente
studies trad inattentional blindness niet op als er een spin, een evolutionair
relevante bedreigende prikkel, werd gebruikt als afleidende prikkel.

Het verschuiven van aandacht naar betekenisvolle informatie in het auditief zintuiglijk geheugen

Echoic memory: Het auditief zintuiglijk geheugen wordt ook echoic memory genoemd en het
korte geheugen voor een specifiek geluid wordt echo genoemd. Een echo
vervaagt na enkele seconden en verdwijnt na maximaal 10 seconden.

, Het meten van de duur van het auditief zintuiglijk geheugen

Tijdens een experiment kregen subjecten een bepaalde taak en werd aan hen gevraagd om woorden,
die werden uitgesproken tijdens het uitvoeren van de taak, te negeren. Af en toe werd het uitvoeren
van de taak onderbroken door een signaal en werd aan de subjecten gevraagd de laatst uitgesproken
woorden te herhalen. Des te sneller het signaal volgde op het laatst uitgesproken woord des te meer
woorden de subjecten konden herhalen. De subjecten gaven aan dat ze zich maar vaag bewust
waren van de uitgesproken woorden tijdens het uitvoeren van de taak, maar wanneer het signaal
klonk konden ze met hun aandacht terug in de tijd gaan en “hoorden” ze de woorden alsof ze op dat
moment werden uitgesproken.

Het verschuiven van aandacht naar betekenisvolle informatie in het visueel zintuiglijk geheugen

Iconic memory: Het visueel zintuiglijk geheugen wordt ook iconic memory genoemd en het
korte geheugen voor een specifieke visuele prikkel wordt icon genoemd. Een
icon verdwijnt na 1/3 seconde.

Het meten van de duur van het visueel zintuiglijk geheugen

Tijdens experimenten kregen subjecten rijen letters te zien voor de duur van 1/20 seconde gevolgd
door een wijzer , die aangaf welke rij letters de subjecten moesten lezen. De subjecten konden de
letters “lezen”, alsof ze nog aanwezig waren, tot 1/3 seconde na het verdwijnen van de letters. Net
als bij het cocktail party phenomenon pikten subjecten in de experimenten visuele prikkels, die
buiten hun taak vielen, vaker op als de prikkels een speciale betekenis hadden voor de subjecten.

Onbewust, automatisch verwerken van stimulus input

Er is bewijs dat zintuiglijke input gedrag en bewust denken kan veranderen, zonder dat we ons
bewust zijn van de zintuiglijke input zelf.

Onbewuste priming van mentale concepten

Priming: Het door zintuiglijke input activeren van informatie, die al is opgeslagen in
het lange termijn geheugen.

Bewijs voor priming

Tijdens experimenten waarbij subjecten een afbeelding van een boom, met daarin de vorm van een
eend, te zien kregen waren deze subjecten daarna meer geneigd tot het tekenen van eenden of
aan eenden gerelateerde objecten, ondanks dat ze de eend in de boom niet bewust hadden gezien.

Automatisch, verplicht verwerken van stimuli

Lezen is hier een voorbeeld van; als je naar een bekend woord kijkt gebruik je automatisch en
onbewust de letters van het woord om het woord te lezen en te begrijpen. In veel gevallen is het
zelfs onmogelijk om een woord niet te lezen. Dit verklaart ook het Stroop interference effect; het is
voor veel mensen erg moeilijk om de geschreven naam van een kleur niet te lezen als aan hen wordt
gevraagd om de kleur, waarin het woord geschreven is, te benoemen wanneer die twee van elkaar
verschillen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dddanielle. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.46  238x  sold
  • (72)
Add to cart
Added