It says the summary contains the whole book, but this summary only goes to Chapter 6 and the book goes to Chapter 10...
By: sannefleurp • 4 year ago
Translated by Google
Has now been modified. Thank you for your feedback!
By: dunjaveerman • 4 year ago
By: angelosantoniadis • 4 year ago
Seller
Follow
sannefleurp
Reviews received
Content preview
Engels
Hoofdstuk 1 (blz. 1 t/m 7)
1.1 Rol van Europa in het talenonderwijs.
Met een samenhangend talenbeleid wil de EU het leren van meerder talen bevorderen met als doel
culturele diversiteit, tolerantie en het Europees burgerschap. Het EU-beleid houdt alleen geen
verplichtingen in: ieder land kan de Europese afspraken op een eigen manier invullen.
1.1.1. Europees talenbeleid.
In de vorige eeuw was het belangrijkste doel van het Europees talenbeleid dat alle kinderen in
Europa vanaf hun tiende jaar ten minste 1 vreemde taal zouden leren. Om die reden werd in
Nederland het Engels als verplicht vak ingevoerd, in 1983 op de pabo en in 1986 in de bovenbouw
van het primair onderwijs.
Een van de twee vreemde talen is een gemeenschapstaal of lingua franca: een taal die door grote
groepen mensen met verschillende moedertalen als gemeenschappelijke taal gebruikt kan worden.
De Europese Raad schrijft niet voor welke taal gebruikt kan worden, maar over het algemeen wordt
er door verschillende landen voor Engels gekozen.
Global English: het gebruik van Engels als wereldwijde communicatietaal.
1.1.2. Europees referentiekader voor de talen
In 2001 heeft de Raad van Europa een gemeenschappelijk raamwerk (Common European
Framework/Reference of Languages (CEFR)) vastgesteld zodat de taalniveaus in de Europese landen
met elkaar vergeleken kunnen worden. In Nederland wordt dit het ERK (Europees Referentiekader
voor de Talen) genoemd. Hiermee kunnen op verschillende schoolniveaus de eindniveaus worden
beschreven in ERK-termen. Ze werken op 6 niveaus voor de vaardigheden spreken, luisteren, lezen
en schrijven:
• Basis gebruiker: A1 en A2. (Deelnemen eenvoudig gesprek in langzaam tempo, vragen
stellen en vragen met directe behoefte beantwoorden, communiceren over eenvoudige
en alledaagse taken)
• Onafhankelijke gebruiker: B1 en B2. (onvoorbereid en vloeiend deelnemen aan een
gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn of mijn persoonlijke belangstelling
hebben/dagelijks leven, actief deelnemen aan een discussie en standpunten
uitleggen/ondersteunen.)
• Vaardige gebruiker: C1 en C2. (vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar
uitdrukkingen te hoeven zoeken, zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of
discussie dan ook.)
1.1.3. Gevolgen van het Europees talenbeleid voor Nederland
De gevolgen van het Europees talenbeleid zijn in Nederland dat vanaf 2005 scholen naast Engels ook
Frans, Duits of Spaans mogen geven op vvto niveau. Engels voor peuters en kleuters is sterk in
opkomst, toenemende aandacht voor internationalisering en language and cultural awareness
1
,(bewustwording van andere talen en culturen) en sterke toename in het gebruik van Engels in het
hoger onderwijs.
1.1.4. Meertaligheid in Nederland
Dat Amsterdam zo hard gegroeid is qua nationaliteiten heeft te maken met de meertaligheid van
Nederland door de migratie van mensen uit ander e landen. Vroeger dacht men dat kinderen niet
meer dan 2 talen konden leren, maar uit verschillende onderzoeken is gebleken dat kinderen juist
verschillende talen naast elkaar kunnen leren en dit een culturele en economische verrijking is.
1.1.5. Niveau van het Engels van Nederlanders
Engels is niet moeilijk om aan te leren voor ons Nederlanders omdat de taal verwant is aan het
Nederlands: de twee talen hebben dezelfde oorsprong. Ook is het gemakkelijk voor de Nederlanders
omdat Nederlanders vaak op een spontane manier met Engels in aanraking komen door het grote
aanbod van Engelstalige programma’s of muziek. Ook komt Engels vaak voor in het dagelijks leven en
worden kinderen al vaak geconfronteerd met ondertitelde programma’s in plaats van
nagesynchroniseerde programma’s.
Wel is er uit onderzoek gebleken dat Nederlanders Engels beter beheersen dan anderen die te taal
niet als moedertaal hebben. Wel overschatten Nederlanders zichzelf. We denken dat we er erg goed
in zijn en er wordt ook vaak vanuit gegaan dat Engelsen ons wel begrijpen, terwijl dit niet altijd het
geval is.
Het vreemdetalenonderwijs schiet in veel landen nog tekort naar aanleiding van een EU-enquête.
Daarom wil de Europese commissie een andere kijk op het Engelstalige onderwijs hanteren. Er zijn
daarbij twee uitgangspunten:
1. In 2020 moet minstens de helft van de 15-jarige in staat zijn tot het voeren van een simpel
gesprek in hun eerste vreemde taal.
2. In 2020 moet minstens driekwart van de leerlingen in de onderbouw van het voorgezet
onderwijs ten minste twee vreemde talen leren.
1.2 Stand van zaken van Engels in het basisonderwijs
Eibo = Engels in het basisonderwijs
Tpo= Pilot tweetalig basisonderwijs
Vvto= Vroeg vreemdetalenonderwijs
Kerndoelen worden eens in de zes jaar vastgesteld. Doordat de kerndoelen geen houvast geven
worden er tussendoelen gemaakt. Zo ontstaat er een leerlijn van groep 1 tot en moet groep 8.
De rol van Engels wordt steeds belangrijker in de samenleving. Het is een moedertaal (additional
language) die voor de communicatie wordt gebruikt.
2
,Het staat niet vast hoeveel uur er in de week besteedt moet worden aan Engels. De scholen mogen
zelf bepalen vanaf welke groep de kinderen Engels krijgen.
Engels wordt in het basisonderwijs vooral gegeven door de groepsleerkracht.
Een aantal voordelen zijn:
- De les valt nooit uit
- Je bespaart geld door geen gebruik te maken van een gespecialiseerde leerkracht
- Pedagogische en didactische aanpak nodig die een groepsleerkracht heeft geleerd
- Je kunt Engels gemakkelijker betrekken bij andere vakken.
- Je kent de kinderen en kunt er het beste uithalen.
Een aantal nadelen zijn:
- Het kan vreemd zijn om ineens Engels te praten tegen je leerlingen.
- Minder vakdidactische kennis dan een gespecialiseerde leerkracht.
- Je bent minder geoefend in taalvaardigheid.
B2 is het minimumniveau dat je nodig hebt om goed les te geven.
Vvto zorgt voor veel variaties in de niveaus van groep 8. De verschillen zijn erg groot als de kinderen
in de brugklas komen.
In het platform onderwijs2032 zijn enkele voorstellen gedaan voor Engels op de basisschool:
- Engels moet een verplicht kernvak worden, net als Nederlands.
- De aansluiting met het voortgezet onderwijs te verbeteren.
1.3 Inleiding op de communicatieve aanpak
Het uitgangspunt is: De kinderen leren Engels waarmee de leerlingen kunnen communiceren.
Communiceren is belangrijker dan spreken zonder fouten. Ze leren tijdens de Engelse lessen een
positieve houding te ontwikkelen.
Met deze aanpak leren de leerlingen Engels meteen te gebruiken en met elkaar en anderen te
communiceren.
Communicatie vindt plaats door te luisteren en te spreken, maar ook door gebaren en in schriften te
schrijven.
3
, Kenmerk 1: Taalaanbod
Gevarieerd en kwalitatief goed taalaanbod. De leerstof wordt aangeboden in alledaagse situaties. De
onderwerpen zijn betekenisvol. De leerkracht spreekt Engels en nodigt de leerlingen uit om Engels
terug te praten.
Kenmerk 2: Voorkennis
Het resultaat is voor iedere leerling anders. Dit komt door de buitenschoolse voorkennis. Er is veel
ruimte voor individuele variaties in kennis en kunde.
Kenmerk 3: Situationeel Engels
Woorden en zinnen worden aangeboden in een context. De leerlingen leren nieuwe woorden door
ze eigen te maken. De leerlingen leren grammatica door standaardzinnen en vaste uitdrukkingen te
gebruiken. Je past veel herhaling toe om de taal te autoriseren.
Kenmerk 4: Realistisch taalgebruik
Je gebruikt levensechte gesprekjes waarbij het onderwerp en de situatie herkenbaar is voor de
leerlingen. Ook horen en zien de leerlingen het ‘echte’ taalgebruik.
Kenmerk 5: Vaardigheden
Alle taalvaardigheden komen aanbod; luisteren, kijken, spreken, lezen, schrijven en
opzoekvaardigheid.
Kenmerk 6: Ondersteuning
Ondersteuning in het leerproces is belangrijk. Je rol is om de leerlingen te stimuleren Engels te
spreken. Belangrijk is dat ze de succeservaring ervaren. Gebruik vooral veel praktische opdrachten. Je
zorgt voor een veilige omgeving waar fouten mogen worden gemaakt.
Variatie in activiteiten is ook belangrijk. Zo zijn leerlingen op verschillende manieren actief bezig met
Engels. En iedereen leert anders. De leerlingen krijgen positieve feedback zodat ze beter kunnen
worden.
1.4 Buitenschoolse voorkennis
Er zijn grote verschillen tussen leerlingen in het niveau waarop zij het Engels beheersen. Voorkennis
kan per kind en per onderwerp variëren.
Als de voorkennis beperkt is, oefen je meer met fragmenten of liedjes. Zo is er een langere stille
periode. De kinderen hoeven nog niet gelijk te spreken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannefleurp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.