100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
(Gecombineerde) Kennistoets bewegingswetenschappen - leerjaar 2, semester 1 (2019/2020). Samenvatting Hoor- en werkcolleges uitgetypt $5.72   Add to cart

Summary

(Gecombineerde) Kennistoets bewegingswetenschappen - leerjaar 2, semester 1 (2019/2020). Samenvatting Hoor- en werkcolleges uitgetypt

1 review
 33 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting vind je alles wat je moet weten voor je toets voor bewegingswetenschappen in het 2e jaar van de ALO in het 1e semester. In deze samenvatting zijn ook nog alle informatie van in de hoor- en werkcolleges uitgewerkt. Ook zijn er plaatjes aan toegevoegd om het extra goed te begrijp...

[Show more]

Preview 4 out of 42  pages

  • Yes
  • January 31, 2020
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: evas45 • 11 months ago

avatar-seller
Bewegingswetenschappen
Thema semester 1
Blok 1


Groei en rijping van het skelet
- Groei: lengte- en breedtegroei van het bot.
- Rijping: proces dat leidt tot skelet waarin alle botten normaal volgroeid en
geossificeerd zijn. Het bot wordt zoals het bij volwassenen is.
- Kraakbeen is meer buigzaam, kan minder gewicht dragen.
- Kraakbeen wordt botweefsel.
- Botten worden breder van botkraking, intensieve dingen.
- Volwassenskelet bestaat meer uit compact botweefsel.
- Botten worden breder op momenten dat er regelmatig schokbelasting is op de botten,
dus sporten waarbij er wordt losgekomen van de grond.

Functies van het skelet:
- Zorgt ervoor dat we niet in elkaar zakken.
- Geeft bescherming.
- Geeft vorm.
- Aanhechtingspunt voor de spieren.
- Aanmaak rode bloedcellen.
- Opslag van mineralen.

Verschillende beenderen
+ sesambeenderen. Een bot wat niet verbonden is, bv een knieschijf.

Groei van het skelet
- Kraakbeen wordt omgezet in botweefsel.
- Je Epifysairschijf is je groeischijf.
- Vanuit de epifysairschijf wordt nieuw kraakbeen aangemaakt. Dit doen de cellen van
kraakbeenweefsel d.m.v. delen, er wordt kraakbeen
aangemaakt. Deze worden naar het eind van het bot geduwd.
Langzaam verbeent het kraakbeen (wordt dus bot). Zo groeit
je bot.
- Het groeihormoon uit de hypofyse stuurt dit proces aan, zorgt
dus ook voor groeispurten bv.
- Als je een groeischijf breekt, groei je daar niet meer.
- Groeien via groeischijven in de pijpbeenderen noem je
indirecte groei. Alle botten kunnen steeds meer botweefsel
afzetten en daardoor breder worden, dit noem je directe
groei.

Pijpbeenderen
- Door deze botten word je over het algemeen langer.
- Uiteinde is de epifyse. Midden stuk is de diafyse.

, - De buitenkant is compact bot. De binnenkant spongieus bot.
- Vanuit het beenmerg vindt de aanmaak van rode bloedcellen plaats.
- In je pijpbeenderen zitten mergholtes, bij volwassenen zit daar geel-beenderen of vet.
Bij kinderen zit er rood beenmerg. Dit omdat de botten vol in ontwikkeling zijn en daar
bloedtoevoer voor nodig is. Volwassenen hebben wel rood beenmerg in de epifyse.

Compact en spongieus bot weefsel
- De botcellen zitten om ‘kanaaltjes’ heen. Om en in die kanaaltjes lopen de bloedvaten.
Rood slagaders, blauw de aders. Bot bestaat uit calcium. Calcium gaat vanuit het bloed
naar het bot en andersom, daarom is een doorbloeding nodig.
- Bij het compacte bot zit om de bloedvaten heen gerangschikte cellen. Vanuit dat
bloed wort calcium aangetrokken en in cirkels om die kanaaltjes afgezet. Er zijn
speciale cellen die dat doen, osteoblasten.
- Je skelet is elke dag anders. Afhankelijk van belasting of voeding bv. Bv wanneer je
geen calcium hebt gegeten maar wel nodig hebt, wordt dat onttrokken uit je bot.
- Je botweefsel wordt afgebroken en opnieuw opgebouwd in je leven.




Periost
- Periost is je beenvlies.
- Het beschermt je bot aan de buitenkant.
- Er zitten osteoblasten (zorgen voor groei) en osteoclasten (zorgen voor afbraak). Dus het
vlies bepaalt of het bot moet worden versterkt of afgebroken.
- In het vlies zitten pijnreceptoren.
- Bij kinderen is dat vlies dikker. Er zitten meer osteoblasten in. Als een kind een bot
breekt kan dan het vlies nog intact zijn.

Botweefsel:
Bestaat uit:
- Collageenvezels (netwerk waarbinnen de cellen liggen) (bindweefsel),
→ Trekvast, zorgt ervoor dat je bot niet kan uitrekken.
- Calciumfosfaat (worden door cellen afgezet).
→ Bot niet samen te drukken.
- ‘Losse’ cellen (osteocyten).

Calcium:
- Handhaven calciumconcentratie in bloed heeft voorrang op stevigheid botweefsel!
➔ Calcium wordt onttrokken vanuit het bot en aan het bloed afgegeven
➔ Calcium nodig voor: Functioneren hartspier en skeletspieren, prikkelgeleiding,
bloedstolling en hormoonstofwisseling.

, - Calciumniveau bloed te hoog → opslag in botweefsel (dit proces kan ook andersom).

Veranderbaarheid botweefsel:
- Osteoclasten breken af, Osteoblasten maken botweefsel aan. Beide liggen ze in het
beenvlies. Osteoblasten bouwen op door calcium uit het bloed te onttrekken en af te
zetten rondom de bloedvaatjes. Ze kunnen ook collageenvezels afzetten. Ook graaft een
osteoblast zichzelf in met clacium waardoor het ook weer botweefsel wordt.
- Lichamelijke belasting → botbreedte, -dichtheid en kracht.
- Hoe ouder je wordt hoe lager je botdichtheid wordt.
- +/- een jaar of dertig is je botdichtheid optimaal (mede door voeding en botbelasting).
- Schokbelasting en genoeg calcium zorgt voor goede botten. Rond 30 jaar bereik je je
optimale botdichtheid.




Osteoblasten en osteoclasten
- Osteoblasten scheiden collageen en calciumopname uit het bloed.
- Osteoblast kan zichzelf ingraven en wordt osteocyt genoemd.
- Osteoclasten doen aan calciumafgifte aan het bloed.

Botfractuur
Bij botfracturen zijn, osteoblasten zijn actief. Er treedt een zwelling op (wordt bloed naartoe
getrokken), er wordt kraakbeen afgezet wat langzaam zich naar botweefsel omzet. Dit
gebeurt door de osteoblasten actief zijn die nu vanuit kraakbeen botweefsel gaan vormen.

Lengtegroeisnelheid
- Hoeveel cm groei je op een bepaalde leeftijd? In het begin groeit een kind
erg veel.
- Een baby is ongeveer bij de geboorte 50 cm.
- Een groeispurt kan heftig zijn, groeipijn. Dit gebeurt vooral tijdens de
schoolperiode/ vlak voor de puberteit.
- Soms heeft het zenuwstelsel moeite met de groei bijhouden, kinderen
kunnen hierdoor onhandig worden.

Groei
- Pasgeboren baby: 30 cm per jaar;
- 6 tot 8 jaar: 6 à 10 cm per jaar;
- 10 tot 13 jaar → groeisnelheid neemt toe (Piek-lengtegroeisnelheid → PSL).
- Daarna: afname!
- Consequenties ‘groeispurt’?
https://www.knhb.nl/kenniscentrum/hockey-visie/wat-is-de-invloed-van-groei-op-de-ontwikkeling-en-prestatie-van-een-hockeyer




en
- Geboorte: lengte en gewicht ±.
- Tijdstip groeispurt verschilt.

, - Piek-lengtegroeisnelheid verschilt ( : 14 jaar; : 12,5 jaar).
- groeien langer door ( eerste menstruatie).
Vroeg- en laatrijp
- Kalenderleeftijd → Hoe oud je echt bent.
- Biologische leeftijd → Hoe open je groeischijven staan.
- Als de schijven erg open staan groei je meer, als ze dicht zijn
ben je bijna klaar.

Vroegrijp en PLS
- Compensatiemechanisme voor kortere groeiperiode:
➔ Groeispurt langer.
➔ PLS (piek-lengtegroeisnelheid) groter.
- Uiteindelijke lengte vroeg- en laatrijp +/-

Groei en lichamelijke dimensies
- Botstukken groeien niet even snel
- Proporties >8 jaar ≈ volwassenen
- Het hoofd van een baby is in verhouding tot de ledermaten groot.
- Als je bv een jong kind wilt leren gooien met een arm, zijn de armen in verhouding vrij
kort en het hooft vrij groot zit het hoofd ook in de weg.

Lichamelijke dimensies
- Kleine kinderen koelen snel af.
- De oppervlakte ten opzichte van het volume is veel groter bij een kind. Hier
vindt de uitwisseling juist uit van de warmte.

Gevolg:
- Kinderen relatief groot lichaamsoppervlak
→ Koelen eerder af
→ Raken bij inspanning warmte makkelijker kwijt.


Groei en ontwikkeling
- Doel: Zelfstandig functioneren in maatschappij
- Groei is de toename in afmetingen en/of aantal
- (Motorische) ontwikkeling: toename van mogelijkheden; resulteert zich door samenspel
biologische rijping en omgevingsinvloeden (veel binnen zitten is niet goed bv).
- Functionele vaardigheden (op overleven gericht)
➔ Zuigen, huilen bij honger, hoofd draaien.
- Steeds meer controle over omgeving
➔ Vaardigheden in relatie tot omgeving.

Theoretisch kader: ontwikkelingsfasen kinderen
A. De Sensomotorische ontwikkeling van Ayres
B. Het (neurologisch) ontwikkelingsmodel van Mesker
C. De ontwikkelingslijnen van Gesell

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannedevriess. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78291 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.72  1x  sold
  • (1)
  Add to cart