100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting (Gecombineerde) Kennistoets socialewetenschappen - leerjaar 2, semester 1 (2019/2020). Alle artikelen en de boeken 'Motiverend coachen in de sport' en 'Talent van morgen'$5.43
Add to cart
Samenvatting (Gecombineerde) Kennistoets socialewetenschappen - leerjaar 2, semester 1 (2019/2020). Alle artikelen en de boeken 'Motiverend coachen in de sport' en 'Talent van morgen'
In deze samenvatting vind je alles wat je moet weten voor je toets voor sociale wetenschappen in het 2e jaar ALO in het 1e semester. In deze samenvatting zijn alle artikelen die je moet weten samengevat de boeken 'motiverend coachen in de sport' en 'talent van morgen'. Ook zijn er plaatjes aan to...
Week 1.1
Groepsontwikkeling:
Theorieën over begeleide groepsontwikkeling zijn onder te verdelen in drie typen modellen:
- Lineaire modellen
- Cyclische modellen
- Hybride modellen.
Lineaire modellen gaan ervan uit dat groepen zich op een geleidelijke en lineaire manier ontwikkelen.
Lineaire modellen kennen verschillende fases die groepen in een vaste volgorde doorlopen.
Het bekendste lineaire model is dat van Tuckman. Tuckman maakt onderscheid in taakgerichte
aspecten en sociaal-emotionele aspecten. Volgens Tuckman zoeken groepen namelijk altijd naar een
balans tussen de eisen van de uit te voeren taak en de behoeften van individuele groepsleden.
In dit model doorlopen groepen 5 fases bij een groep zonder een leider:
1. Forming (verheldering en kennismaking)
2. Storming (spanningen en conflicten)
3. Norming (regels en normen)
4. Performing (stabilisering en productiviteit)
5. Adjourning(afronding)
Daarnaast maakt Tuckman onderscheid in taakgerichte aspecten en sociaal-emotionele aspecten.
Volgens Tuckman zoeken groepen namelijk altijd naar een balans tussen de eisen van de uit te voeren
taak en de behoeften van individuele groepsleden.
Het is echter de vraag of zijn theorie hier ook effectief is omdat deze vooral gebaseerd is op onderzoek
met therapiegroepen. Bovendien is het lineaire karakter van Tuckmans theorie achterhaald.
Tegenwoordig wordt ervan uit gegaan dat groepen zich op verschillende manieren kunnen
ontwikkelen. Tot slot worden groepen hier beschouwd als gesloten systemen, terwijl ze in
werkelijkheid worden beïnvloed door omgevingsfactoren.
Cyclische modellen kenmerken zich door een herhalend patroon. Groepen doorlopen de fases niet in
een vaste volgorde, maar bewegen zich in kleine cycli tussen fases heen en weer. Groepen kunnen in
verschillende fases tegen problemen aanlopen. Daardoor moeten ze terugkeren naar een eerdere fase
van waaruit ze weer verder kunnen ontwikkelen.
De fases die worden onderscheiden in de verschillende cyclische modellen komen inhoudelijk op
hetzelfde neer:
- Definiëren van taak en ontmoet van groepsleden
- Verdelen van rollen op basis van behoeften, kennis en vaardigheden
- Vastleggen van relaties en maken van beslissingen
- Uitvoeren en monitoren van gemaakte plannen
Hybride modellen combineren eerder ontwikkelde modellen om zo een nieuw model te vormen. Deze
modellen gaan niet uit van een voorgeschreven patroon van groepsontwikkeling. Hybride modellen
,zien groepen als open systemen die beïnvloed worden door de context waarin ze bestaan. Effectieve
groepen passen zich continu aan de context aan.
Model Lingsma: De grens tussen het junior- en het seniorsysteem staat voor het nemen van
verantwoordelijkheid voor een eigen bijdrage aan het geheel.
Juniorsysteem: Groepsontwikkeling Lingsma
M1: Individuen werken solistisch (handelen zonder overleg te plegen) Beginnend VS Gevorderd
M2: Groep, soms wel, soms niet samenwerken
Seniorensysteem:
M3: team met veel interactie onderling
M4: team met veel interactie naar derden.
Groepsgedrag bij:
Leerlingen Docent
M1 ▪ Afwachtend vs zichzelf tonen ▪ Structuur bieden
▪ ‘Kippenhok’: door elkaar praten ▪ Binding en vertrouwen creëren
▪ Geen eigen verantwoordelijkheid
M2 ▪ Subgroepjes vormen/ polarisatie ▪ Kaders met betrekking tot onderlinge omgang
▪ Onderlinge concurrentie ▪ Groene spelen: leerlingen onderling verhouden
▪ Streven naar onafhankelijkheid ▪ Conflicthantering
M3 ▪ Nemen verantwoordelijkheid ▪ Bewaken constructieve interactie
▪ Leren van elkaars verschillen ▪ Ondersteunen, aanmoedigen leerproces
▪ Denken en handelen proactief ▪ Uitdagen tot (bewegings)ontwikkeling
M4 ▪ Autonoom handelen ▪ (Peer)coaching aanmoedigen
▪ Blijven verbetering nastreven ▪ Uitdagen tot (bewegings)ontwikkeling
▪ Onderlinge harmonieus gedrag ▪ Complimenteren met betrekking tot onderlinge
omgang
Groepsontwikkeling in PO-BO-les
Kinderen hebben kaders, regels & vrijheid nodig. Een goede groep maken voorkomt veel
gedragsproblemen. Hoe maak je een positief goed werkende groep.
1. Jouw gedrag is het voorbeeld → jouw voorbeeldgedrag
2. Neem de kinderen zoals ze zijn, toon respect
3. Begin in de formingsfase al met (positieve) norming
Beginfase: eerste 2-4 weken.
Als je de groepsproces bevorderd heb je daar profijt van gedurende de rest van het jaar.
4. Groepsopdrachten met wisselende groepjes en altijd gezamenlijk afsluiten.
Accent: (sub)groepsproces
Socialiseren (biesta)
→ Doe groene spelen.
Leg de accenten op leiden & volgen, naar elkaar luisteren en afstemmen & samenwerken.
→ Ga sociaal vergelijken: wie kan wat bij de diverse bewegingsactiviteiten
,Subjectificeren (biesta) via exploren:
• Wat is de grens m.b.t. regels, eigen ruimte en sportieve uitdaging
• Hoe kom ik tijdens les over op de ander, hoe ga ik om met ander + zij met mij (zowel jij als de
leerling)
Individuele behoeften in groep:
Paradox: structuur om zelfsturend te zijn.
→ Minder vrijheid met als doel vervolgens dat met vrijheid te ontstijgen.
▪ Kaders in verband met gezamenlijkheid <> eigen ruimte
▪ Erbij horen
▪ Gezien worden
▪ Ertoe doen
▪ Een positie en rol hebben
Docentgedrag bij groepsontwikkeling
Hoe draag je als docent bij aan de groepsontwikkeling:
• Bied structuur en kaders om autonomie/ zelfsturing bij leerlingen ruimte te geven.
• Begeleid de 4 fasen van Tuckman of Lingsma.
• Maak contact met jezelf en de groep
- Positie voor de groep
- Kleine-grote aandacht (aandacht ‘hier’ en ‘ver’)
Effect op het klasklimaat
Het boek van Van Engelen laat zien hoe de theorie van Tuckman leerkrachten kan helpen bij het
creëren van een positieve sfeer in de groep. Tuckmans derde fase (norming) is volgens Van Engelen
van cruciaal belang om een positieve groep te vormen. Het is de fase waarin groepsnormen worden
opgesteld: hoe gaan we in deze groep met elkaar om? Werken met de volgende vier groepsnormen
kan bijdragen aan een positief klasklimaat:
1. Veilig voelen
2. Elkaar respecteren
3. Positief communiceren
4. Helpen en samenwerken.
Bij elke norm worden in het boek activiteiten en opdrachten voorgesteld. In hoeverre deze activiteiten
daadwerkelijk bijdragen aan een positief klasklimaat is niet onderzocht.
Een onveilige groep ontstaat nooit vanzelf
Voorwaarde voor ontwikkeling: een goede sfeer van wederzijds
vertrouwen, waarin je uitgedaagd wordt en de ruimte krijgt om te
laten zien wat je kunt. Centraal staat het woord vertrouwen, en juist
het vertrouwen in elkaar is sterk aangetast in een onveilige groep.
Er is sprake van een groep als (van Hare, 1976):
- De leden één of enkele motieven of doelen delen, die richting
geven aan de groep.
- De leden een reeks van normen ontwikkelen, die grenzen en
verwachtingen aangeven ten aanzien van de relaties tussen
groepsleden en ten aanzien van de groepsactiviteit.
- Zich bij langer durende interactie een reeks rollen uitkristalliseert
en de groep zich gaat onderscheiden van andere groepen.
- Er een netwerk ontstaat van interpersoonlijke attracties op basis
van sympathieën en antipathieën voor elkaar.
• Sympathie: waar het om draait wordt begrepen/ geaccepteerd. Bij een groep met een leider
, • Antipathie: negatieve gevoelens die men tegen iemand koestert, het gevoel dat je iemand
helemaal niet mag.
In ontwikkeling in de groep worden diverse redenen genoemd om toe te willen treden tot een groep:
- Evolutionair: vanuit het verleden is gebleken dat de kans op overleven groter is in een groep. Een
groep geeft bescherming
- Praktisch: je komt er al snel achter dat je in je eentje minder kunt dan samen
- Persoonlijk: de feedback op je gedrag helpt bij je persoonlijke ontwikkeling.
- Status: aan een groep kun je een status ontlenen. Het helpt je je eigen identiteit te ontwikkelen
- Erkenning: iedereen heeft de behoefte gezien te worden, de moeite waard te zijn. Daar heb je
de ander voor nodig.
Wanneer we deelgenoot zijn geworden van de groep, dan is de identiteit van de groep duidelijk en
komen de eerste interacties op gang, dan willen we graag snel ontdekken of we invloed kunnen
uitoefenen. We verkennen welke rol en welk gedrag daar het best bij past. Er treedt een verschuiving
op van invloed en macht naar affectie en openheid. Bij wie voel ik sympathie? Bij wie antipathie? De
aandacht gaat zich nu richten op onderlinge interacties, persoonlijke verhoudingen en betrokkenheid.
We streven naar vriendschap en persoonlijk contact. Zo ontstaat er langzaamaan duidelijkheid over de
(taak) structuur en de organisatie, over macht en invloed, over onderlinge verbondenheid of afstand,
over leiderschap en rolverdeling. De groep is steeds meer zelfsturend geworden.
De ontwikkeling van een groep
Nieuwe of vertrekkende leerling, elkaar lang niet zien, heftige gebeurtenis of een nieuwe groep. Dit
zijn allemaal zaken die de startpositie en de wording van een groep bepalen. Een groep is niet ineens
vanaf dag 1 een groep zoals Hare zei. Voordat er een netwerk ontstaat en groepsnormen min of meer
een vaste norm krijgen, gaat er een groepsvormende
periode van ongeveer 6 tot 8 weken aan vooraf.
Fasentheorie van Tuckman:
Leerkrachten zijn bekend met deze
groepsontwikkelingsfases en investeren de eerste
weken van het schooljaar hier extra in.
‘’Als de groep onder leiding van een volwassene staat
(basisschool klas), zal de begeleiding proberen om de
normingsfase meer naar voren te halen en min of meer
te integreren in de vormingsfase.’’
Indicatie van groepsontwikkeling:
Na het doorlopen van de forming-, norming- en
stormingsfase komen groepen in de performingsfase
terecht. Gielis en Van Engelen onderscheiden dan 3 soorten groepen:
1. De neutrale groep: hoewel er gezagsdragers (positief leidende groepsrol) zijn, wordt deze rol
door verschillende groepsleden ingevuld. Het verschilt per moment wie er het meeste initiatief
toont. Er is sprake van een zekere balans in positief en negatief gedrag. De groep kenmerkt zich
niet door excessen (grenzen overschrijden). Negatief en positief gedrag kennen verschillende,
maar overwegend milde uitingsvormen.
2. De positieve (samenwerkende) groep: de hiërarchie in de groep gaat uit van samenwerking en
niet van macht en invloed. Er is sprake van eensgezindheid. Kinderen tonen respect. Rollen zijn
ontstaan vanuit waardering, zorg en respect. Groepsleden voelen zich verantwoordelijk voor
elkaar. Conflicten komen nauwelijks voor of worden grotendeels zelfstandig opgelost.
3. De negatieve groep: in deze groep heersen normen en gedragingen die als negatief worden
gezien. Naast pesten en kleineren gaat het volgens Van Engelen vooral om de strijd om de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannedevriess. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.