1.1 Welke lagen van de buikwand komt u van buiten naar binnen, achtereenvolgens
tegen:
- Mediaal op de buik: Eerst heb je de huid en het vetweefsel (subcutis). Vervolgens
krijg je de verschillende buikspieren, waarbij boven de linea arcuata zo is, dat de
musculus obliquus abdominis externus voor de rectus langs lopen, de musculus
obliquus abdominis internus deels voorlangs en deels achterlangs loopt en de
musculus obliquus abdominis transversus geheel achterlangs loopt. Onder de linea
arcuata, lopen alle drie de spieren voor de rectus langs. Daarna krijg je de fascia
transversalis, extraperitoneaal vet en vervolgens het peritoneum parietale.
- Lateraal op de buik: Eerst heb je ook hier huid en vervolgens de subcutis, die we
onderverdelen in de fascie van Camper (vetweefsel) en de fascie van Scarpa
(bindweefsel). Hierna krijgen we de spieren (musculus obliquus abdominis externus
en internus, musculus transversus abdominis en de musculus rectus abdominis) +
diepe fascia. Vervolgens krijgen we weer de fascia transversalis, extraperitoneaal
vetweefsel en het peritoneum parietale, (deze is niet helemaal rondom!).
1.2 Wat zijn de functies van de voorste buikwandspieren (anterolaterale abdominale
spieren)?
- Musculus obliquus externus/internus abdominis: een combinatie van deze spieren
maakt een serie van bewegingen mogelijk. Contractie externus vs internus levert
lateraalflexie torso + rotatie naar tegengestelde kant op. Contractie externus +
internus levert lateraalflexie torso op.
- Musculus transversus abdominis: rotatie van de torso.
- Musculus rectus abdominis: flexie torso (vooroverbuigen).
1.3 Bestudeer de achterste buikwandmusculatuur. Wat is de functie van de m.
iliopsoas en m. quadratus lumborum?
- Musculus iliopsoas: flexie van de romp en
flecteren en exoroteren heup (zie plaatje)
- Musculus quadratus lumborum: lateraalflexie
romp
1.4 Identificeer de zenuwen van de achterste
buikwand: n. subcostalis, n. iliohypogastricus, n.
ilioinguinalis, n. cutaneus femoris lateralis en de n.
genitofemoralis. Welke structuren worden door
bovengenoemde zenuwen geïnnerveerd? Wat is het
ACNES (Anterior Cutaneus Nerve Entrapment
Syndrome)?
- Nervus subcostalis: musculus quadratus
lumborum, musculus transversus abdominis en
de musculus obliquus internus abdominis.
- Nervus iliohypogastricus: musculus obliquus internus abdominis, musculus
transversus abdominis, musculus psoas major. .
- Nervus ilioinguinalis: musculus psoas major, musculus obliquus internus abdominis,
musculus quadratus lumborum en vervolgens zal het bij de man aftakken richting de
, huid van de penis en het bovenste deel van het scrotum en bij de vrouw zal de mons
pubis en labia majora zijn.
- Nervus cutaneus femoris lateralis: Huidzenuw van de buitenkant van het dijbeen.
- Nervus genitofemoralis: dij en bovenste deel scrotum bij de man.
ACNES is een aandoening waarbij de de thoracale intercostale zenuwen 7 t/m 12 klem
komen te zitten tussen de abdominale spieren. Hierdoor ontstaat een ernstige zenuwpijn
meestal te voelen aan de voorkant van de abdomen.
2.1 Wat is het ligamentum inguinale (Poupart) en tussen welke botpunten is het
uitgespannen?
Het ligamentum inguinale is het lieskanaal waarna de musculus psoas major en de
musculus iliacus samengevoegd de musculus iliopsoas heten en deze zorgen voor de
lateraal flexie en flexie romp t.o.v. heup en flecteren + exorotatie heup. Het ligt tussen de
botpunten
2.2 Welke delen van de voorste buikwand dragen bij aan de omhullende lagen van de
funiculus spermaticus?
2.3 Wat is de falx inguinalis (conjoint tendon)?
De falx inguinalis is een structuur gevormd door het lage deel van de gemeenschappelijke
aponeurose (spiervezels) van de musculus obliquus internus abdominis en musculus
transversus abdominis. Een verzwakking van de falx inguinalis kan een directe liesbreuk
uitlokken.
2.4 Bekijk onderstaande afbeelding van de binnenzijde van de ventrale buikwand.
Zie handleiding
2.5 Waarom heeft de man een lieskanaal?
Het lieskanaal is ontstaan vanwege de indaling van de testes tot in het scrotum tijdens de
foetale periode.
2.6 Welke structuren gaan door het lieskanaal bij de man?
- Funiculus spermaticus
- Ductus deferens
- A. en v. testicularis
- Musculus cremaster (onderdeel van m. obliquus internus en scrotum)
-
2.7 Benoem de verschillen tussen een directe (mediale) en een indirecte (laterale)
liesbreuk.
- Direct > achter de arteria epigastrica inferior langs via de achterwand van het
lieskanaal.
- Indirect > voor de arteria epigastrica inferior langs door de anulus inguinalis in het
lieskanaal richting het scrotum.
2.8 Wat is een hernia femoralis en wat is de ligging van een dergelijke hernia ten
opzichte van het ligamentum inguinale?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joyceburger71. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.