Kwalitatieve methoden in de sociale wetenschappen (PABA2059)
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
lottevanlochem
Content preview
Kwalitatieve methoden in de
sociale wetenschappen
College 1 inleiding en basis kwalitatief onderzoek
kwalitatief onderzoek kwam op door
1) pluralisatie van levenswerelden; steeds meer verschillende levensstijlen en
culturen en subgroepen door globalisatie en migratie. goed voor modern onderzoek
op veel gebieden: grote theorieën en narratieven (set van boodschappen) zijn klaar,
er worden nu lokale, tijdelijke en situationeel beperkte narratieven onderzocht.
sensibiliserende objecten (sensitizing objects) zijn nodig om de te onderzoeken
sociale contexten te benaderen.
2) weinig bekend over sommige doelgroepen, zo kan je moeilijker bereikbare groepen
beter onderzoeken (vb: the Polish peasant in Europe and America; poolse brieven
onderzocht om te kijken hoe integratie ging in het nieuwe land, documenten ipv
participanten). decolonizing methodologies: methodologieën kan je niet overal op
dezelfde manier gebruiken: indigenous (inheemse) methodologies beter?
3) beperkingen kwantitatieve methoden. beperking is dat je niet alles wat je vind kan
generaliseren naar de praktijk. (vb: disenchantment of sciences ipv world; toename
in therapiesessies, maar mentale stoornissen blijven hetzelfde) Heel veel
onderzoeken vinden plaats in hele specifieke uiterste groepen in de samenleving;
dus ook helemaal niet representatief tot de gehele samenleving. Alleen iets
meenemen als het meetbaar is, je kunt niet alles in een getal weergeven.
Kwalitatief onderzoek doen we doordat een onderzoeksvraag een kwalitatieve
vraag/antwoord nodig heeft. Bij een ´hard-to-reach´ groep heb je vaak kwalitatieve
antwoorden nodig.
in de effectiviteitspiramide van kwalitatief/kwantitatief onderzoek daar wordt kwantitatief
onderzoek vaak nog als beste gezien, maar het ligt aan de vraag welk soort onderzoek het
beste is.
, 2
Verschil kwalitatief en kwantitatief onderzoek:
beperkingen van kwantitatief onderzoek:
- utilisatie onderzoek heeft gedemonstreerd dat wetenschappelijke uitkomsten niet
worden overgedragen aan de politiek en institutionele praktijken zoals we vroeger
deden; de wetenschap produceert geen ´absolute waarheden´ meer die zomaar
kunnen worden overgenomen.
- sociale wetenschap resultaten worden bijna niet gebruikt in het dagelijks leven:
staat te ver af van alledaagse vragen en problemen.
- met kwantitatief onderzoek kan je alleen objectief conclusies nemen maar dat willen
we niet meer; voor uitspraken die gerelateerd zijn aan subjecten en situaties heb je
kwantitatief onderzoek nodig.
essentiële functies van kwalitatief onderzoek:
- fatsoenlijke methoden en theorieën kiezen: toepasbaarheid isolatie/privacy,
methode aanpassen aan het object, niet testen wat al bekend is maar het nieuwe
ontdekken
- erkenning en analyse van meerdere perspectieven: visies en praktijken in het veld
zijn verschillend door de verschillende subjectieve perspectieven en hun sociale
achtergronden.
- reflectie van de onderzoeker: over de subjectiviteit en aanpak van de onderzoeker
en deelnemers
- variatie van aanpak en methoden: van subjectieve visies naar → het maken en
verloop van interacties naar → structuren van het sociale veld en verborgen
betekenis van activiteiten reconstrueren.
, 3
ondanks verschillende perspectieven, de volgende punten zijn gebruikelijk bij de
verschillende theoretische posities:
1. verstehen (begrijpen): het fenomeen of evenement begrijpen; het beeld van een of
meerdere subjecten, sociale situaties, culturele/sociale regels.
2. het reconstrueren van zaken als beginpunt: eerst de zaak reconstrueren, dan pas
vergelijkingen of algemene uitspraken doen.
3. constructie van de realiteit als basis: fenomenen zijn interactief geproduceerd en
de realiteit is dus ´gebouwd´
4. tekst als empirisch materiaal:
dit maakt de lijst (vanuit hoofdstuk 1) van functies van kwalitatief onderzoek compleet:
1. geschiktheid van methoden en theorieën
2. perspectieven van de participanten en hun diversiteit
3. reflexiviteit van de onderzoeker en het onderzoek
4. variëteit van benaderingen en methoden in kwalitatief onderzoek
5. verstehen als epistemologisch principe
6. het reconstrueren van zaken als beginpunt
7. tekst als empirisch materiaal
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek:
samen vaak onverenigbaar. oplossing is om ze niet tegenover elkaar te zetten, maar als
gescheiden en tegelijk parallel van elkaar:
meestal niet meer OF OF maar EN EN = triangulatie (kwantitatief en kwalitatief onderzoek
integreren; beiden kunnen elkaar controleren). Structurele functies door kwantitatieve
methoden, procesmatige door kwalitatieve. Kwantitatieve aanpakken leiden de
onderzoeker, kwalitatieve benadrukken de visies van de onderzochten.
dit is soms bevestigend, soms aanvullend en soms elkaar tegensprekend. twee vormen van
triangulatie:
1. verschillende kwalitatieve methoden in combinatie gebruiken
2. kwalitatieve en kwantitatieve methoden in combinatie gebruiken
kwantitatief nog steeds dominant omdat dat echt als theorie wordt gezien, en kwalitatief
meer als illustratief.
mixed methods: vanaf het begin van je onderzoek en in iedere fase kwalitatief en
kwantitatief onderzoek integreren.
resultaten van kwantitatieve, kwalitatieve of mixed-methods onderzoek moet aan de
(westerse) kennis worden toegevoegd.
, 4
theoretische kaders:
- kwantitatief: positivisme. we ontdekken de realiteit; 1 waarheid; observeerbare
feiten
- realisme / essentialisme (want deze nemen net als positivisme aan dat er een
wereld is, los van onze beschrijvingen daarvan en dat we de sociale
werkelijkheid hetzelfde moeten onderzoeken en analyseren als de natuur).
hierbij is representativiteit wel belangrijk
- kwalitatief: constructivisme. we maken de realiteit; meerdere waarheden; gaat om
welke waarheid op dat moment functioneel is dus functionaliteit (viability) is
belangrijker dan waarheid. nominalisme en pragmatisme.
Vier stellingen van sociaal constructivisme van Potter en Robles (2022); 1)
wetenschappelijke observaties zijn complex (kijk naar consequenties en gevolgen), 2)
taal is constitutief (wat iemand zegt, is het resultaat van onderzoek), 3) beschrijvingen
zijn gericht op actie (beschrijvingen die iemand geeft en opgeschreven worden
kunnen afhankelijk zijn van de actie van de onderzochte; het doel kan bv overtuigen
zijn en dan word het anders verteld). 4) psychologische toestanden en karakteristieken
en persoonlijkheden zijn historisch en cultuur contingent (had ook anders kunnen zijn).
1. symbolisch interactionisme; betekenis die mensen geven aan dingen (alles is
anders voor iedereen; subjectieve ervaringen); dit heet het Thomas Theorem.
Drie premises van symbolisch interactionisme: 1) mensen gedragen zich naar dingen
op basis van de betekenis die ze de dingen geven, 2) de betekenis van dat ding komt van
de sociale interactie die iemand met de medemens heeft en 3) de betekenissen worden
verwerkt in, en aangepast door, een interpretatief proces van de persoon die tegen
dingen aanloopt
2. etnomethodologie; Harold Garfunkel 1967; interactie creëert sociale werkelijkheid;
dagelijks leven bestuderen; discourse analysem (analyse van taal; belangrijk
onderdeel). drie basisaannames: 1) interactie is structureel georganiseerd, 2)
contributies aan interactie worden door context gevormd en vernieuwd en 3) doordat er
twee eigenschappen inherent aan de details zijn, kan de volgorde van details van tevoren
dus niet als wanordelijk, toevallig of irrelevant worden gezien.
onderzoekers moeten een houding van etnomethodologische onverschilligheid
aannemen: ze moeten geen a priori interpretaties hebben. ook belangrijk om de
interpretatieve repertoires van de deelnemers te analyseren; de manier waarop zij
denken en praten.
3. structuralisme; onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan sociale
verschijnselen zoals in een cultuur.
onderscheid tussen de oppervlakte van ervaring en activiteit, en de diepe structuren
van activiteiten (de diepe structuren zijn niet voor alle deelnemers toegankelijk;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottevanlochem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.33. You're not tied to anything after your purchase.