Dit is een nauwkeurige samenvatting over recht, bedrijfskunde, marketing en finance. Deze samenvatting is gemaakt voor het vak organisatieinrichting voor de opleiding Bedrijfskunde propedeuse jaar. Op de eerste pagina staat duidelijk vermeld welke hoofdstukken in de samenvatting voorkomen. Deze sam...
Samenvatting van International Marketing (LBVB20MES2)
Scriptie Hotel & Eventmanagement geslaagd marketingplan
Marketing
All for this textbook (6)
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Bedrijfskunde Management Economie & Recht
Bedrijfskunde
All documents for this subject (2)
1
review
By: hichamlakbach • 3 year ago
Seller
Follow
arjenreijersen2
Reviews received
Content preview
Dit document bevat:
Samenvatting van recht hoofdstuk 1-6-7
Samenvatting van bedrijfskunde hoofdstuk 1-6-7.1-7.2
Samenvatting van Marketing hoofdstuk 11-12-13-14-15-16
Samenvatting van Finance (educatiever) hoofdstuk 1-2-3-4-6-7
Deze samenvattingen zijn gemaakt voor de tentamen
organisatieinrichting voor de opleiding Bedrijfskunde.
De boeken die gebruikt zijn voor de samenvatting zijn:
- Praktisch bedrijfsrecht 4e druk
- Bedrijfskunde integraal 2e druk
- Principes van marketing 7e editie
- Finance educatiever licentie
Criteria bij de zoektocht naar de beste rechtsvorm:
1. Tijd
2. Moeite
3. Kosten
4. Eigen aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht = het rechtsgebied dat regels geeft omtrent de verschillende
rechtsvormen.
Twee soorten ondernemingsvormen:
1. Ondernemingsvorm mét rechtspersoonlijkheid. (rechtspersoon)
1.1. Zelfstandig juridisch orgaan.
1.2. Rechtspersoon kan verplichtingen aangaan. (overeenkomsten sluiten, pand huren,
mensen in dienst nemen)
1.3. Niet mogelijk om de privébezittingen van de ondernemer aan te spreken.
2. Ondernemingsvorm zónder rechtspersoonlijkheid.
2.1. Verplichtingen worden aangegaan door de ondernemer zelf, niet door het bedrijf.
2.2. Ondernemer en onderneming worden gezien als één geheel.
2.3. Mogelijkheid om de privébezittingen van de ondernemer aan te spreken.
1.2 Eenmanszaak
Kenmerken eenmanszaak:
1. Eén eigenaar.
2. Geen rechtspersoonlijkheid (ondernemer neemt alle risico).
3. Geen scheiding tussen privévermogen en ondernemingsvermogen.
4. Getrouwd in gemeenschap van goederen, doet het vermogen van de echtgenoot ook
mee.
5. Er kunnen meerder werknemers werkzaam zijn.
6. Eenvoudig op te starten zonder veel moeite en tijd.
7. Opstartvereisten: inschrijven handelsregister.
2
,1.3 Personenvennootschappen
Drie mogelijke vormen van personenvennootschappen:
1. Maatschap
2. Vennootschap onder firma (vof)
3. Commanditaire vennootschap (cv)
1. Maatschap:
1. Overeenkomst tussen twee of meer personen. (kan niet door een individueel
afgesloten worden)
2. Afspraak om samen te werken is vormvrij en kan zowel schriftelijk als mondeling
gedaan worden. (schriftelijk heeft de voorkeur)
3. Alle contractspartijen brengen iets in. (geld, inventaris, een pand, auto of/en arbeid)
4. Winstverdeling mag zelf bepaald worden. Is er geen duidelijke winstverdeling
afgesproken, dan wordt gekeken naar de hoogte van de inbreng van de maat.
5. Kan alleen worden opgericht als er een vrij beroep wordt uitgeoefend. (huisartsen,
fysiotherapeuten, advocaten, notarissen, makelaars, agrarische sector)
6. Betrokken maten blijven allemaal zelfstandig ondernemer.
7. De maat die een verplichting aangaat, is daar in eerste instantie zelf verantwoordelijk
voor. Uitzonderingen hiervoor zijn:
o De handelende maat heeft vooraf een volmacht gekregen. Een volmacht
wordt geacht te zijn verleend als het gaat om een zogenoemde ‘beheersdaad’
o De andere maten hebben achteraf de actie van de handelende maat
bekrachtigd.
o De maten hebben gezamenlijk gehandeld.
o De verplichting die de maat is aangegaan is uiteindelijk voordelig voor de
maatschap gebleken.
8. Het is gemakkelijk een maatschap op te richten.
9. Opstartvereisten: overeenkomst maken met één of meerdere maten en de
maatschap vervolgens inschrijven in het handelsregister.
Gemeenschap = alle contractspartijen brengen iets in, in de onderneming. Iets waar de
andere maten ook iets aan hebben.
Vrij beroep = een beroep waar een heel specifieke kennis en kundigheid voor nodig is.
Beheersdaad = handelingen die tot de normale activiteit van een maatschap behoren.
Beschikkingsdaad = handelingen die niet tot de normale activiteit van een maatschap
behoren.
Openbare maatschap = een samenwerking tussen verschillende personen met een specifiek
beroep die onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treden. (advocatuur/artsen)
Stille maatschap = geen sprake van een gemeenschappelijke naam. Samenwerking blijft
meer op de achtergrond en intern.
3
, Vennootschap onder firma (vof)
1. Theoretisch gezien weinig verschil met een maatschap.
2. Bijzondere afspraken komen tussen de vennoten in te staan.
o Doel van de vennootschap.
o Vertegenwoordigingsbevoegdheid van de vennoten. (tot welk bedrag mag
een vennoot gaan bij het sluiten van een overeenkomst)
Naast deze overeenkomsten zijn er een aantal verschillen tussen een maatschap en een vof:
1. Bij een vof gaat het om een bedrijf, niet om een beroep.
2. De vof heeft een afgescheiden vermogen.
2.1. Het geld en de middelen die in de vof zijn ingebracht zijn in eerste instantie
afgezonderd van het privévermogen.
3. De vennoten zijn, in beginsel, allemaal in het geheel aansprakelijk voor handelingen van
een van de vennoten. (blz. 20)
4. Opstartvereisten: persoonlijke gegevens van de vennoten moeten worden ingeschreven
in het handelsregister. Bijzondere afspraken komen tussen de vennoten in te staan.
Hoofdelijke aansprakelijkheid = alle vennoten zijn voor het hele bedrag aansprakelijk,
omdat de handelende vennoot binnen de overeenkomsten heeft gehandeld.
Commanditaire vennootschap (cv) (stille vennoot)
1. Zorgt voor een financiële injectie, maar loopt geen ander risico dan het verliezen van
zijn investering.
2. Commanditaire vennoot mag niet in naam van, of voor rekening van de cv, naar
buiten treden. Doet hij dit toch dan is hij net als de rest hoofdelijk aansprakelijk.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arjenreijersen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.